Een blauwe fiets in een herfstdecor (herfstblues)

In de achtertuin hopt een roodborstje over een lege plantenbak terwijl een windvlaag nog maar eens tientallen geelbruine bladeren van de Japanse Esdoorn blaast.
Boven het dak van de achterburen zie ik de volgende regenbui naderen en terwijl de eerste druppels vallen maakt het roodborstje zich uit de voeten en verdwijnt rechts over de heg, eigenlijk heb ik het met dat beestje te doen vliegend in die kou en nattigheid.
Het is zaterdag, halverwege de ochtend. Normaal gesproken de tijd om in groepsverband op de fiets te zitten maar vandaag even niet, de herfstige weersvoorspelling heeft de meeste goesting doen verdwijnen.
De herfst, ik heb er een haat-liefde verhouding mee. Als de heide in bloei trekt in augustus weet je het eigenlijk al, de zomer is voorbij en de lange donkere periode is in aantocht.
Natuurlijk geniet ik, net als iedereen, van de prachtige herfstkleuren, de spinnenwebben in de ochtendmist en paddenstoelen die als paddenstoelen uit de grond omhoogkomen. Maar toch, ik krijg altijd een beetje last van de herfst blues als de dagen korter worden.
Dan lijkt het alsof alles meer moeite kost. Waar ‘morgens opstaan zomers meestal fluitend gaat, gaat het in de herfst vaak met frisse tegenzin en draai ik me net even vaker nog een keer om. En zo gaat het met heel veel dingen, alles kost meer moeite.
Inmiddels is het een uur of 12 en volgens Buienradar blijft het een tijdje droog. Ik leg De Stentor aan de kant en kijk nog eens naar buiten, naar de grauwe lucht. Dan neem ik een moedig besluit en ik maan mijzelf om actief te worden.
Ik besluit om de Santos uit de schuur te halen en een stukje te gaan fietsen, even een klein rondje en ik zie wel hoe lang het uiteindelijk word. Ik schiet mijn jas aan, stap op de fiets en verdwijn in oostelijke richting.
“Op het fietspad zet ik even de fiets neer voor een foto,
de blauwe Santos kleurt eigenlijk best mooi in het bruine herfstdecor”
Er staat een westelijke wind die heb ik dus eerst in de rug, al snel bemerk ik dat ik te veel kleren aan heb want ondanks dat ik helemaal niet hard fiets heb ik het warm. Ik vermoed dat de temperatuur daar de schuldige van is.
In Herfte blijkt hoe mooi de herfst buiten is, de bomen kleuren in alle varianten bruin en oker en terwijl ik verder fiets krijg ik visioenen van bokbier en bradwurst. Waar dat zo ineens wegkomt kan ik ook niet verklaren en ik ben blij dat ik de sportaccommodatie van v.v. Wijthmen passeer, want het rumoer van de velden zorgt ervoor dat mijn gedachten zich weer richten op mijn omgeving.
Via Wijthmen en een stukje Oude Twenseweg fiets ik verder over het Mataram fietspad en door naar Hoonhorst. Op het fietspad zet ik even de fiets neer voor een foto, de blauwe Santos kleurt eigenlijk best mooi in het bruine herfstdecor.
Bij de molen in Hoonhorst stop ik heel even, zo maar om even te kijken naar de wieken in de lucht, De Fakkert staat er duidelijk vermeld (Albert Fakkert, bakker en winkelier te Dalfsen kreeg in 1862 toestemming om de molen te bouwen). Door de wieken heen zie ik dat een heel vaag zonnetje z’n best doet om door de grijze brij heen te komen, het blijft bij een poging…
Ik fiets door richting het Overijsselsch Kanaal en als ik eenmaal op het fietspad langs het kanaal fiets begint het heel iets te spetteren terwijl de wind nog iets aantrekt en zich tegen mij richt. Ondanks dat fiets ik gewoon door en merk ik dat mijn blues langzaam maar zeker plaats maakt voor dat onbeschrijfelijke gevoel dat je krijgt als je een tijdje aan het fietsen bent.
Ik volg het kanaal helemaal tot aan de Hagenweg en sla daar linksaf richting Laag Zuthem om vervolgens door te fietsen richting Lierderholthuis en verderop naar de Wetering, vandaar is het niet zo heel ver meer naar Zwolle zuid en na ongeveer 35 kilometer kom ik weer thuis.
Voor vandaag is de herfst-blues weer even verdwenen. Als ik later die middag nog weer even voor het raam van de achterdeur sta zie ik opnieuw een roodborstje. Of het dezelfde is als vanochtend weet ik niet zeker, het kleine vogeltje hopt van tak naar tak in de Esdoorn en wiegt mee op de golven van de wind. In tegenstelling tot eerder die dag heb ik nu niet met ‘m van doen, het beestje heeft vast geen last van de herfst-blues…