Een nachtje Ootmarsum (voorrijden Twente Ride)
Hagelsteentjes teisteren mijn helm, ik fiets in NW ter hoogte van Laag Zuthem op Zwolle aan en de NNW-wind trekt gedurende de hagelbui nog maar eens wat extra aan. Ik ploeter al vanaf Broekland recht tegen de wind in en ik betrap me erop dat er gedachten bij me op komen van warme kachels en een 3-zits bank.
Enige tijd geleden heb ik een belofte gedaan aan de Swolladies die zich inzetten voor de HomeRide, dat ik zou proberen om ook vanuit SSOP-groep steun te krijgen voor hun actie. Een langere tocht tegen betaling leek mij een goed en redelijk eenvoudig uit te voeren plan om daarmee de betrokkenheid binnen Swolland met de te leveren prestatie van de dames kracht bij te zetten.
Daarom had ik op de computer een route gemaakt richting het Twentse land van ca. 180 km in de hoop daarmee voldoende liefhebbers te vinden die tegen betaling van 20 euro (geheel ter donatie voor de Home Ride) willen meefietsen.
Pasen leek mij op voorhand een mooi weekend om die route eens even te checken. Want op een computerkaart loopt zo’n weg allemaal heel erg mooi, maar is dat in het echt ook zo?
Vanzelfsprekend hoopte ik op mooi weer tijdens dit paasweekend en om er een helemaal een leuk uitje van te maken had ik zelfs een B&B voor één nacht geboekt in Ootmarsum. Ik besloot op 1e paasdag het eerste deel van de 180 km lange tocht richting het oosten te fietsen en op 2e paasdag terug naar Zwolle.
Helaas bleek in de week voor Pasen al gauw dat er van mooi paasweer niet veel zou komen en het hele weekend zou zelfs ronduit wisselvallig gaan verlopen. Maar, wie A zegt moet op de blaren plaatsnemen…
Op zondagochtend bleek het gelukkig nog wel een beetje mee te vallen met het voorspelde weer. Het was frisjes en er was kans op een bui maar ook de zon scheen regelmatig en ik besloot om mijn boeking niet te annuleren en gewoon op pad te gaan.
Om te kunnen overnachten had ik natuurlijk wel wat extra spullen nodig (normale schoenen en kleding, toiletspullen etc.) dus ging ik uitgerust met een speciale fietsbagagetas en rugzakje op pad.
Omdat de route tot aan Ootmarsum ongeveer 70 km was hoefde ik niet heel vroeg weg en pas rond 11.00 uur stapte ik op de fiets, laadde de track richting oosten en vertrok.
Met een lekker rug windje was het geen straf om te fietsen en ik moest me telkens inhouden om niet te hard te gaan. Als ik halverwege de middag bij de B&B aan zou komen was dat vroeg genoeg vond ik en dus stopte ik regelmatig om een foto te maken of even te genieten van de omgeving. Overigens betekent een bagagetas achterop een racefiets wel dat de balans van de fiets wat verstoort raakt, wat vooral te merken is bij het op- en afstappen. Daar moest ik elke keer even aan denken.
Het eerste gedeelte van de route is vrij bekend en loopt, in grote lijnen, van Wijthmen via Dalfsen, Vilsteren, Ommen, Beerze en Mariënberg richting Sibculo. Vandaar af wordt het allemaal iets onbekender terrein of in ieder geval met wegen die minder frequent bezocht worden door mijzelf of onze toerclub.
Langzaam maar zeker wordt het hier duidelijk dat ik Salland heb verlaten en me inmiddels in Twente bevind. En ik moet zeggen Twente bevalt me wel, mooie glooiende coulisselandschappen, heggen en houtwallen.
Na een kilometer of 50 kom ik aan in Vasse en ik heb zin in koffie, gelukkig is er plek bij Tante Sien en ondanks dat het personeel druk is met een uitgebreide paasbrunch mag ik toch plaatsnemen en wordt vriendelijk en snel geholpen aan koffie en een broodje gezond. Een haluurtje later fiets ik met vernieuwde energie verder en vanuit Vasse gaat het de Hooidijk op, deze weg stijgt langzaam maar gestaag door tot een hoogte van ongeveer 86 meter boven NAP en brengt me naar het natuurgebied Springendal ten noordoosten van Ootmarsum. Voor ik echter afbuig naar mijn eindbestemming ga ik eerst nog even buurten in Duitsland, want net over de grens met ons buurland ligt de eerste geplande rustpauze (na ongeveer 60 km) tijdens de tocht op 27 mei. Het gezellige Café-Restaurant ‘Beim Schweinswirt’ ligt inderdaad op de verwachtte plek.
Helaas bleek in de week voor Pasen al gauw dat er van mooi paasweer niet veel zou komen
en het hele weekend zou zelfs ronduit wisselvallig gaan verlopen.
Maar, wie A zegt moet op de blaren plaatsnemen..
Omdat ik net koffie had gedronken besloot ik niet naar binnen te gaan en keerde terug op dezelfde weg als van waar ik gekomen was en fietst richting Oud Ootmarsum, vandaar is het nog maar een paar kilometer naar Ootmarsum, maar de route volgt een iets langere weg die voor wat extra hoogtemeters zorgt en ook landschappelijk aantrekkelijk is. Uiteindelijk kom ik, via de klim van de Kuiperberg en een daaropvolgende afdaling, bij mijn B&B aan de rand van Ootmarsum.
Daar word ik allervriendelijkst ontvangen met koffie en krentenwegge waarna ik, na een warme douche, even ga buurten in het centrum van Ootmarsum. Daar ben ik getuige van een eeuwenoud paasgebruik; ’vlögglen’ , hierbij lopen ‘poaskearls’ gevolgd door inwoners en bezoekers van Ootmarsum hand in hand door het centrum. Die Poaskearls (“Paaskerels”) zijn acht katholieke, jonge (allemaal rond de 20), mannelijke ongetrouwde uit Ootmarsum in die een belangrijke rol spelen in de folklore en gebruiken van het Paasfeest aldaar. Wanneer het carnaval is afgelopen beginnen zij met de voorbereidingen voor het Paasfeest. Zij zijn te herkennen aan hun lange beige regenjas, zwarte broek en hoed.
Aan het begin van de avond eet ik een hapje alvorens ik terug wandel naar de hoeve waarin de B&B gevestigd is. Daar kijk nog wat t.v. om vervolgens de ogen te sluiten, paasmaandag weer verder met de route.
De ochtend van tweede paasdag word ik wakker door het gekraai van een haan, het is halfacht (de haan was ook niet de vroegste) en vanaf 8 uur mocht ik aanschuiven voor het ontbijt. Ik was al eerste in de ontbijtzaal waar de geur van brood en koffie mij het water in de mond deed lopen, het halfzacht gekookte eitje maakte deze paasochtend compleet.
Toch hield ik mij in, het verleden heeft me geleerd dat ik van te overvloedig ontbijten last krijg tijdens het fietsen. Daarom smeer ik een paar boterhammen voor onderweg en van de eigenaresse krijg ik een paar boterhamzakjes om ze in op te bergen. Vervolgens betaal ik mijn overnachting, hijs me in mijn fietskleding en ga weer op pad.
De zon schijnt volop maar het is koud en aan de vlaggen zie ik dat er redelijk wat wind staat, die ik hoofdzakelijk van opzij en tegen zal hebben. Het zal dus niet zo makkelijk gaan als de dag ervoor.
Vanaf de B&B fiets ik richting Groot Agelo om vervolgens, al meanderend door het Twentse land, richting Rijssen te fietsen. Als je de stuwwal waaraan Ootmarsum ligt verlaten hebt, is het al gauw weer gedaan met het glooiende landschap maar mooi is het nog wel. Bij bijna elk plaatsje zie ik ook nog de resten van de traditionele paasvuren die de avond ervoor zijn ontstoken.
Via plaatsjes als Weerselo, Saasveld, Zenderen en Delden bereik ik na een kilometer of 50 Rijssen, waar ik bij het Fletcher Hotel binnen ga voor koffie en appelgebak. Als slagroom op de taart mag ik daar ook nog even op de foto met een hele leuke paashaas…
Inmiddels maken de witte stapelwolken in de blauwe lucht meer en meer plaats voor donkere buienwolken en eenmaal weer op pad besluit ik mijn mouwloze windjackje om te wisselen voor mijn rekenjack, toch iets warmer en zorgend voor meer beschutting tegen de dreigende buien.
Tijdens die buien haalt de wind soms erg stevig door en ik moet meer en meer werken om vooruit te komen. Gelukkig ben ik inmiddels wel weer in een omgeving gekomen die ik beter ken dus ik hoef niet erg te letten op de schoonheid van het landschap. Op kilometer 66, ter hoogte van de buurtschap Ligtenberg, begint de weg weer op te lopen, ik heb de Holterberg bereikt. De parel van de Sallandse Heuvelrug beklim ik dit keer overdwars via het fraai aangelegde fietspad, dat uiteindelijk uitkomt in de buurt van Haarle. Op de top van de berg moet ik echter eerst nog even schuilen voor één van de vele koude buien.
Weer beneden sla ik linksaf richting Nieuw Heeten, waardoor ik de wind in de flank krijg, mijn hogere velgen in combinatie met de bagagetas zorgen daarbij voor soms behoorlijke zijwaartse zwiepers, maar ik overleef. Ter hoogte van Heeten draai ik meer en meer richting noorden om uiteindelijk bij Broekland de wind echt vol op kop te krijgen. Vanaf daar is het nog een kilometer of 20 rechttoe, rechtaan ploeteren naar Zwolle waarbij de snelheid soms daalt tot net boven de 20 km/h.
Ter hoogte van de Rozendaelseweg bij Heino, langs de Nieuwe Wetering, zie ik ineens een bekend gezicht wandelen, Frits M. Het geeft mij een reden om even te stoppen en een praatje te maken. Frits, die herstellende is van zijn valpartij 3 weken eerder, is aan de wandel richting Raalte en vertelt dat het al weer wat beter gaat, maar dat fietsen voorlopig nog even niet kan. Na een minuut of 5 gaan we allebei weer onze weg, Frits met rugwind, ik ertegen in…
In Laag Zuthem besluit ik om niet de route richting Wijthmenerplas te volgen maar rechtstreeks naar huis te fietsen via de Aalvangersweg. Ik heb het wel even gehad met de wind.
Thuisgekomen heb ik 106 km op de teller, 4 minder dan de geplande 110 volgens de track, het zij zo.
In twee dagen heb ik ruim 180 km gefietst en de route van de SSOP Ride Twente gecheckt. Het was zo nu dan even buffelen, vooral op de maandag, maar ik kan nu wel alvast verklappen dat het, op z’n Twents gezegd, een onmeunig mooie route is.
Ik hoop dan ook dat straks vele SSOP-ers, Swolladies en andere Swollanders zich melden bij Café-Restaurant De Mol in Wijthmen om te fietsen ter ondersteuning van de Home Ride van de Swolladies.
Binnenkort zal ik de route nog wat ‘finetunen’ en wordt er ook nog een verkorte versie gemaakt voor de liefhebbers van iets minder lange tochten, maar ook die eventuele verkorte versie zal niets aan schoonheid inboeten en het startgeld t.b.v. het goede doel meer dan waard zijn!