Een verhaal in 21 bochten
Wat bezielt een middelmatige toerfietser, die van de Knobbel (een onbeduidende oprisping van moeder natuur tussen Epe en ’t Harde) al het zuur in de benen krijgt, om uit eigen vrije wil een week lang het platte Hollandse land te verruilen voor het imponerende Franse bergland ten oosten van Lyon om daar te gaan fietsen. Was het een vlaag van verstandsverbijstering? Nee! Het is de nieuwsgierigheid naar het gebied, naar de berg, waar Nederlandse profrenners in het verleden zulke fraaie overwinningen behaalden en de nieuwsgierigheid naar de eigen mogelijkheden in een dergelijk zwaar fietsgebied.
Als liefhebber van de Tour de France, zat ik uren voor de tv om het allemaal mee te maken. Ik groeide op met de legendarische Raleigh formatie van Peter Post en het was in die tijd dat de Alpe d’Huez uitgroeide tot dé Nederlandse berg in Frankrijk en al vanaf die tijd koester ik de wens om er eens te fietsen en er eens een Touretappe mee te maken. Hoe mooi is het dan als je eigen toerclub een week gaat fietsen vanuit Venosc (niet ver van Bourg d’Oisan, startplaats van de klim naar de top van de beroemdste fiets-Alp) in dezelfde periode als de Tour 2018 er voorbij komt…
Het waren Gerard N. en Henk van G. (beiden niet geheel toevallig ex-voorzitter van onze fietsclub) die vorig jaar het idee voor een Alpenweek opperden en daarmee het gat opvulden wat Bennie v.d. B. en Gerhard H. hadden achter gelaten nadat zij waren gestopt met de populaire en fraaie Buitenland-reizen. Ik hoefde niet lang na te denken en besloot me aan te melden, net als 19 andere liefhebbers..
BOCHT 21
34 x 34; wiskunde was niet mijn sterkste vak op school, maar gewoon ouderwets Hollands rekenen ging me nog wel aardig af. Toch heeft 34 x 34 niets met rekenen te maken, of het moest zijn rekening houden met stijging t.o.v. kracht, maar dan gaan we alweer aardig richting wis-en natuurkunde.
Nee 34 x 34 staat voor de verhouding van tandwielen die ik heb gemonteerd op mijn fiets en die ik ook heb geschakeld op het moment dat ik bocht 21 van de beroemde Alp in fiets, daar waar de klim op zijn heftigst is. Dus nu al, nog maar net buiten Bourg d’Oisan heb ik mijn allervriendelijkste verzetje gekozen en tergend langzaam kom ik vooruit, 1 meter per omwenteling van de trappers. We zijn begonnen aan de beklimming van de Alpe d’Huez, de epische beklimming die elke rechtgeaarde toerfietser gedaan moet hebben. Ook als je helemaal niet kunt klimmen..
Ver voor mij (nu al) zie ik Henk W., mijn gewaardeerde ex-collega, soepel omhoog fietsen. Ik wil best geloven dat hij er ook de nodige moeite voor moet doen, maar toch..
Eergisteren waren we na een lange reis ’s avonds aangekomen bij hotel Au Bon Accueil in Venosc, ongeveer 10 km van de Alpe d’Huez. Onderweg hadden we het nodige noodweer gehad en er waren twijfels over de weersgesteldheid voor de komende dagen. Gelukkig zou dat alleszins meevallen. Bij het vertrek uit Zwolle bleek dat we het zouden moeten doen met andere chauffeurs dan Cor en Linda die ons bij andere Swolland reizen begeleidden. Nu waren het Jan en Willem (Looking as Bennie Jolink), waarbij de eerste na een uur of vier werd afgelost door de tweede die ons de rest van de week verder zou begeleiden.
BOCHT 20
Gerard N. fietst naast mij, als we bocht 20 naderen. Het eerste gedeelte van de Alpe is steil, erg steil. Gemiddeld ruim 10% over de eerste kilometers. De rest van onze Swolland groep is allang uit zicht verdwenen tussen de geparkeerde campers die de komst van de Tour accentueren, als de Tour op de Alp komt verandert de berg in één grote camping. Het zorgt voor afleiding voor de vele honderden die de flanken bestijgen op hun fiets. Ikzelf ben te zeer bezig met mijn inspanning en heb weinig oog voor alle randzaken. Het is aan Gerards morele steun te danken dat ik niet al bij bocht 20 in de remmen knijp en rechtsomkeer ga. Mijn hartslag zit al op z’n max en de weg naar boven is nog lang, heel lang…
Op de eerste fietsdag van onze fietsweek in de bergen besloot men om, als opwarmertje, de fraaie beklimming van La Berarde te doen. De klim begint enkele kilometers voor ons hotel en die konden we dus overslaan. Vanuit Au Bon Accueil vertrekken we gelijk linksaf naar het plaatsje Venosc, 4 kilometer verderop. Gelijk na Venosc loopt de weg met ruim 10% omhoog en al snel moet ik de betere klimmers laten gaan. Volgens afspraak fietst niemand alleen en ook hier is het Gerard die mij moed inspreekt op de zwaarste gedeeltes die soms de 12% aantikken volgens mijn GPS. De benen voelen als lood en na de zwaarste kilometer moet ik even van de fiets af om mijn hartslag te laten zakken alvorens verder te gaan. De klim naar La Berarde loopt parallel aan het riviertje Le Véneon en dat zorgt voor prachtige uitkijkjes, tenminste als je er oog voor hebt. Na een tweede steile gedeelte loopt de weg, meer geleidelijk, richting het gehucht La Berarde langs een prachtige weg door de overweldigende Alpen-scene.
Al een van de laatsten bereik het gehucht waar een welverdiende kop caffee americano wacht en de afzink terug naar Venosc, meer mijn ding….
BOCHT 19
Weer een bocht bereikt. De weg blijft ook tussen bocht 20 en 19 steil omhooggaan, jaloers zie ik hoe andere fietsers mij, op het oog, met groot gemak voorbij fietsen. Ook zij zullen ongetwijfeld lijden, maar het oogt in ieder geval gemakkelijker. Wat ben ik b jaloers op Jeannette M. die met haar slanke lijf omhooggaat alsof ze gedragen wordt door de wind. Natuurlijk, ook haar kost het moeite en ook zij moet er serieus voor werken, maar toch…
Ja ik daal liever dan dat ik klim, ze zeggen dat ik dat beter kan en ik geloof dat ze gelijk hebben. Op de terugweg van La Berarde, een afwisselende afdaling met wat bochtenwerk en een enkel langer stuk rechtdoor, liep de teller tot een max. van 73.4 km/h. Een mooie opwarmer. Terug bij het hotel besloot men om alvast een stukje Alpe d’Huez te gaan verkennen, even tot bocht 21 was de afspraak. Een stukje van de Alpe verkennen betekent natuurlijk gewoon afzien, maar goed, ik kon vast beleven wat me de volgende dag te wachten zou staan. Gedreven door hun enthousiasme fietsen enkelen echter verder dan bocht 21 en sommigen zelfs tot bocht 7, de zogenaamde Hollandse bocht. Ik hield mij als enige aan de afspraak en stuurde na bocht 21 mijn fiets weer naar beneden om beneden, samen met Hans K. te wachten op de overigen. De fietsdag werd afgesloten met een bezoek aan het gezellige centrum van Bourg d’Oisan..
BOCHT 18
Nog een paar meter en Gerard en ik zitten in bocht 18. Terwijl Gerard naast mij rustig verhaalt over zijn jetlag en mij tussendoor mentaal op de been houdt, tel ik de meters af tot de bocht. Ik heb al lang besloten om in de komende bocht even van de fiets af te gaan om mijn hartslag te laten zakken en even te genieten van het magnifieke uitzicht op het dal en Bourg d’Oisan. Naar beneden kijkend besef ik dat we toch al een behoorlijk hoogteverschil hebben overbrugd en die wetenschap geeft even een mentale boost. Ondertussen keuvelt Gerard met een dame die de fietspassanten bekijkt. Ze staat enkele bochten hoger met de camper langs de weg en is een stukje naar beneden gewandeld. Zij en haar man waren de dag ervoor gearriveerd en zouden de vrijdag na de touretappe weer vertrekken. Onderweg zullen we nog vele Alpe d’Huez toeristen zien en soms ook spreken. Enkele bochten boven ons fietsen onze clubgenoten ongetwijfeld stug door, ik noem Hans K. hij zal vast ook een inspanning moeten leveren, maar toch..
Ons hotel is een echt wielerhotel en wordt bestierd door een Nederlandse crew. Enkele beroemde wielerhelden zijn hier al te gast geweest zoals Hennie Kuiper en Steven Rooks, ook Mart Smeets liep hier al eens rond. Hopelijk hadden zij het beter getroffen met de kamer dan Jan en ik. Het ons toegewezen kamertje valt in de categorie ‘omgebouwde bezemkast’ met een douchecabine in een hoek van de verblijfsruimte en het toilet op de gang. Om bij de kamerdeur te komen moet ik eerst mijn slapie in de kledingkast duwen, de kastdeur sluiten waarna ik de uitgang kan bereiken. Bij hoge nood levert dat natuurlijk hachelijke momenten op. En dan de weten dat er elders op de verdieping twee dames de luxe van een eigen toilet en aparte badkamer hebben; de dames van kamer 26 (Loes en Jeannette). Overigens heeft iedereen een ruimere kamer dan wij en Jan en ik vragen ons dan ook af waarom wij de ongelukkigen zijn? Heeft het een reden? Zo ga je toch niet om met de mannen van de afdeling vloeibaar (zij die de catering verzorgen tijdens de busreis..)?
BOCHT 17
We zijn weer opgestapt. Gelukkig is de weg in de bochten vlakker dan op de tussenstukken waardoor opstappen redelijk makkelijk gaat. Ik probeer in een soort van cadans te komen, voor wat dat waard is. Zij die beter klimmen tippen mij altijd dat ik lichter moet fietsen en langzamer..
Nog langzamer? En met 34 x 34 kan het toch echt niet lichter, evenzogoed fiets ik al kilometerslang met een maximale hartslag (160 vandaag) terwijl de snelheid de 7 km/h slechts sporadisch overstijgt. Gedurende de worsteling naar boven vraag ik me af waarom het mij zoveel moeite kost om af te rekenen met die steile stukken boven de 8%. Ben ik dan toch te zwaar? Vast. Of heb ik te weinig getraind? Waarschijnlijk wel. Ben ik gewoon niet sterk genoeg? Op zeker. Is mijn medische verleden van invloed? Zou kunnen. Met al die vragen in mijn hoofd ploeter ik door. Een aantal bochten boven mij voert Bennie van de B. zijn gevecht, hij heeft het ongetwijfeld ook zwaar, maar toch..
Vanuit het dal van La Berarde stroomt Le Véneon krachtig naar beneden. Het turquoise gekleurde water oogt helder en koel terwijl het tussen enorme rotspartijen en keien doorstroomt. Via een bruggetje en een wandelpad lukt het Jeannette, Loes en ikzelf om het koude water te bereiken. We hadden afgesproken dat we dagelijks na de gedane inspanning een koele duik zouden nemen. Van duiken kan echter geen sprake zijn maar even poedelen langs de kant in het ijskoude bergwater is ook lekker. Bij het begin van het wandelpad, bij de brug staan wel een aantal waarschuwingsborden met aanwijzingen over het betreden van de rivierbedding, maar hé het is prachtig weer, wat kan ons gebeuren? We genieten een klein kwartiertje waarna we ons op de terugweg naar het hotel laten drogen door de brandende zon..
BOCHT 16
Het dal waarin Bourg d’Oison ligt verdwijnt ongemerkt steeds verder in de diepte en soms kan ik de weg beneden mij zien liggen. Honderden fietsers banen zich een weg naar boven, waarvan de meesten mij, op enig moment, zullen passeren. Aan de kant van de weg neemt het aantal geparkeerde campers per kilometer toe. Hoe hoger op de Alp, hoe populairder de stek. Langzaam maar zeker veranderd de Alp in een camping voor een dag of drie à vier. Mensen kloppen kleedjes uit, wassen pannen af en kijken naar zwoegende mannen en vrouwen op een fiets. Zelf lijkt het mij ook wel een leuke ervaring om eens een hele Tour de France te volgen met een campertje. Of zou ik dat liever een keer doen bij de Giro? Ik denk het wel.
Zo dwalen mijn gedachten continu alle kanten op terwijl ik doortrap. Ergens boven mij doet Drikus K. dat ook, zij het makkelijker. Ik ken Drikus nog niet zo goed en hij zal ongetwijfeld ook afzien, maar toch…
De dag van de beklimming van de Alp voelde ik ’s morgens vroeg al een lichte spanning. Bij het ontbijt at ik al wat extra en kauwde mijn eten zo zorgvuldig mogelijk, want volgens De Clicheemannetjes (Koot en Bie) zou het dan makkelijker opgenomen worden in je bloed wat weer positief zou uitwerken op de potentie. En dan moet het ook werken voor fietsen..
Vanaf het hotel naar de voet van de Alp is zo’n 10 kilometer en dat moest genoeg zijn om de spieren op te warmen voor de beklimming. Bij de rotonde in Bourg d’Oison gaat het rechtsaf, nog een stukje rechtdoor en dan linksaf, een muur van 12%
In gedachten zie ik mijzelf na een lange ontsnapping alleen over de finish in het saaie skioord, wat Alpe d’Huez toch eigenlijk is, kom. De handen juichend in de lucht, het Swolland shirt in de laatste meters nog rechtgetrokken ter ere van onze club..
BOCHT 15
Alle bochten van de Alpe d’Huez zijn vernoemd naar de renners die er in het verleden een Touretappe hebben gewonnen. Voor Nederland zijn dat Joop Zoetemelk (bocht 20; 1976 en bocht 16; 1979), Hennie Kuiper (bocht 19; 1977 en bocht 18; 1978), Peter Winnen (bocht 15; 1981 en bocht 13; 1983), Steven Rooks (bocht 9; 1988) en Gert Jan Theunisse (bocht 8; 1989). Tijdens mijn strijd naar boven heb ik geen oog voor de borden die in elke bocht zijn aangebracht. Toch beeld ik mij in hoe het zou zijn als een van de bochten naar mij vernoemd zou zijn. In gedachten zie ik mijzelf na een lange ontsnapping alleen over de finish in het saaie skioord, wat Alpe d’Huez toch eigenlijk is, kom. De handen juichend in de lucht, het Swolland shirt in de laatste meters nog rechtgetrokken ter ere van onze club..
Hoe anders is de werkelijkheid. Zweet stroomt van mijn gelaat en mijn shirt plakt aan mijn lijf en de enige ontsnapping die ik wens is te ontsnappen aan deze steile kl#te berg. Als ik boven kom zal ik geen kracht meer hebben om mijn shirt recht te trekken om over de handen in de lucht maar te zwijgen..
Het was het idee van Henk D. om de Alpe d’Huez niet via dezelfde weg af te dalen, maar bij bocht 6 rechtsaf te slaan en af te dalen over de erg mooie en vele male rustiger weg via Villard-Reculas. Na een eerst nog licht glooiend gedeelte komen we al gauw buiten de bewoonde wereld met links van ons een fantastisch uitzicht op de Alpenwereld. Met de gedachte dat ik straks mag afdalen en de fantastische natuur om me heen verdwijnt de gedachte aan de inspanning van die ochtend als sneeuw voor de zon. Op een van de mooiste punten laten we een groepsfoto maken door een andere Nederlandse fietser en genieten met z’n allen van het moment. Die Henk D. heeft best goeie invallen..
BOCHT 14
Terwijl we bocht 14 naderen stapelt het zuur zich weer op in mijn benen en heb ik mijn adem niet echt meer onder controle. Gerard fietst nog steeds naast me en praat rustig op me in; “rustig doorgaan, alweer een bocht” Eenderde gedeelte zit erop, ongeveer 5 kilometer. Nog meer dan 8 te gaan, van die gedachte word ik niet echt vrolijk en ik besluit om toch maar weer even te stoppen om het hart wat rust te geven. Precies 2 jaar geleden lag ik in het ziekenhuis en was de hartchirurg bezig om nieuwe leidingen aan te leggen. In dat licht bezien is het natuurlijk best moedig om nu in de het hooggebergte te gaan fietsen, maar het ging zo goed de afgelopen 2 jaar dat ik het wel aandurfde, al heb ik de zwaarte wel wat onderschat. Ik ga even op een muurtje zitten terwijl Gerard een plaatje van mij schiet, echt vrolijk word ik niet van het resultaat. Op het muurtje zit een anti-klimmer, het hoofd in nederigheid gebogen. Ergens boven mij fietst Henk van G. richting de top, hij zal zijn benen ook voelen, maar toch..
Na het plaatsje Villard-Reculas begint eindelijk de afdaling richting Lac du Verney en Allemont. Dalen daar wordt ik vrolijk van, elke keer weer. Het gevoel de fiets te laten gaan, de bochten in te snijden, afremmen en weer aanzetten. Spelen met de zwaartekracht geeft een kick en zorgt voor de nodige adrenaline. Als de weg naar beneden gaat begint mijn bloed sneller te stromen en ben ik niet meer te houden. Alleen daarom zou je al naar dit gebied af reizen. Skiliften genoeg immers dus boven kom je wel.
In deze afdaling moest ik helaas 2x in de remmen om de ketting weer op het voorblad te leggen omdat deze er was afgelopen bij het aanzetten na een bocht. Hierdoor blijft de max. snelheid wat achter en komt niet hoger dan 71.4 km/h. Dat kan sneller.
BOCHT 13
Verder omhoog ploeter ik, op weg naar bocht 13. Inmiddels hebben we ongeveer 400 meter hoogte overbrugd en zitten op 1120 meter. In 1983 won Peter Winnen voor de 2e keer een etappe naar Alpe d’Huez. In 1981 won hij als volslagen onbekende renner in dienst van Capri Sonne voor de eerste keer door o.a. Bernard Hinault op de flanken van de Alp achter zich te laten en twee jaar herhaalde hij dit kunststukje. Bocht 13 is opgedragen aan Peter Winnen. Winnen… ik denk niet aan winnen, het liefst keer ik mijn fiets om, om de benen van die constante druk te verlossen en lekker naar beneden te jakkeren. Ik kijk nog eens opzij en zie Gerard ontspannen voortpeddelen, hij zal ongetwijfeld ergens wat voelen van de inspanning, maar toch…
Beneden aangekomen is het even wachten op de rest van de groep. De afspraak is dat we doorfietsen over de D1091 tot de afslag naar de Col d’Ornon. Op dat punt beslist iedereen wat hij of zij doet; nog een col op fietsen of door naar Bourg d’Oisan, daar een terrasje pakken en vervolgens naar het hotel. De uiteindelijke verdeling zal zo’n 60-40 zijn. 60% zoekt een terras en 40% doet nog een col. Het zal geen verrassing zijn dat ik bij de 60% hoor, de Alpe d’Huez heeft er best ingehakt en straks wacht nog een aantal stijgende kilometers richting het hotel. Aan het begin van de hoofdstraat van Bourg d’Oisans, nemen we plaats op wat we voorzichtig ons terras mogen noemen. Het hoort bij hotel Le Milan en ze tappen er, met Stella Artois, een goed Belgisch biertje. We bestellen daarom maar een hersteldrankje XL.
Bourg d’Oisans is een echt fietsmekka. Overal zie je mensen, van allerlei pluimage en van over de hele wereld, op een racefiets of mountainbike het dorp in of uit fietsen. Een kleurrijk schouwspel om vanaf het terras te aanschouwen. Ondertussen zijn de overige mannen op weg naar de Col d’Ornon, als ze terug zijn in het hotel horen we wisselende berichten over de zwaarte van de klim. Wij, met de drie dames in ons midden, vertrekken na het drankje op het terras richting het hotel terwijl de temperatuur oploopt tot boven de 30 graden. Het hotel ligt, zoals gezegd, aan de klim van la Berarde en vanuit Bourg is het ongeveer 9 km, waarvan de laatste kilometers nog serieus omhooglopen.
BOCHT 12
Ik heb last van stemmingswisselingen. Een bocht eerder vond ik nog dat ik best trots mocht zijn na de fysieke problemen van 2 jaar eerder. Nu vervloek ik mijzelf; mijn hart klopt in mijn keel, m’n benen voelen krachteloos en mentaal zit ik er een beetje doorheen. Het is dat ik niet wil afstappen in het bijzijn van Gerard, maar anders..
Aan de kant van de weg staat een man bij zijn camper worstjes om te keren op de BBQ, de rook kringelt omhoog, precies in zijn oog, de man deint achteruit. Het feit dat ik dit tafereel waarneem betekent dat ik nog wel scherp van geest ben, dat is dan wel weer positief. Mijn gedachten gaan naar Loes, die ook een eind boven mij moet fietsen. Ook zij heeft veel meegemaakt de laatste jaren, toch fietst ze hier op de flanken van de Alpe d’Huez. Wat een kanjer! Natuurlijk, ook haar benen moeten in brand staan nu, maar toch…
Het is half tien geweest en de duisternis begint toe te slaan rond de tafeltennistafel achter het hotel. Het geluid van het plastic balletje, dat via de rand van de tafel onze tegenstanders tot wanhoop drijft, verdrijft de stilte. Jeannette en ik hebben geen kind aan onze tegenstanders. Gerrit L. en Hans M. staan meestal als aan de grond genageld als er weer een splijtende forehand wordt afgevuurd. In het geval van Jeannette gaat het ook letterlijk om een forehand omdat zij zonder batje speelt. Zelfs die handicap is voor ons geen probleem en uiteindelijk verlaten wij de arena met een overtuigende 56-21 overwinning, ongeveer…dacht ik.
Elders in het hotel geniet de rest van koffie of bier en nemen de afgelopen dag nog eens door..
BOCHT 11
De bocht van Bernard Hinault, de koppige Breton met een kop van gehard beton en beenspieren als scheepstouwen. Toen de Fransman Eddy Merckx opvolgde als aanstaande, veelvoudig, Tourwinnaar mocht ik hem niet. Na Eddy Merckx was immers onze Joop Zoetemelk aan de beurt om de Ronde te winnen en ik was een groot en chauvinistisch Joop fan. Uiteindelijk is het goed gekomen tussen Bernard en mij. Zijn overwinning in de winterse Luik-Bastenaken-Luik editie van 1980 zorgde voor zoveel respect voor de man dat ik de 2e plaatsen van Joop voor lief nam. Overigens won Joop in hetzelfde jaar wel zijn enige Tour, na afhaken van Hinault. In gedachten zie ik Bernard Hinault weer op een onmenselijk zwaar verzet naar boven fietsen terwijl ik hier zelfs al moeite heb om mijn koffiemolentje rond te krijgen.
Een paar bochten verderop moet Arnold van B. ergens zijn eigen verzet rondrappen. Hoe zal het hem vergaan? Ik denk dat hij de stijgingspercentages ook wel voelt. ja hij voelt ze ook, maar toch…
De weg omhoog naar Les Deux Alpes is allemachtig steil, maar gelukkig voel ik mijn benen niet. Als ik naar rechts kijk zie ik een fantastische bergwereld aan me voorbijtrekken. Ik open het raampje om een foto te maken..
Vanochtend hebben Loes en ik besloten om niet op de fiets omhoog te gaan naar het beroemde skioord Les Deux Alpes. De inspanningen van de afgelopen 2 dagen zijn in de benen gaan zitten, vandaar. Terwijl de rest van de groep de 12 km lange klim per fiets aflegt, fietsen wij naar Venosc om daar de cabinelift te nemen naar de top, wel zo relaxed.
Samen met onze fiets nemen we plaats in een bakje en laten ons naar boven trekken. Daar aangekomen gaan we op zoek naar de groep en een terras voor koffie. Het eerste gaat sneller dan het tweede omdat elk terras dat we bezoeken dicht blijkt. Uiteindelijk vinden we wat bij een crêperie. Dankzij de nogal verwarrende bediening wordt het een behoorlijk lange zit. De caffee au lait blijkt vooral melk met een beetje koffie, de caffee americain is echter goed te pruimen en de pannenkoeken blijkbaar ook, gezien het aantal bestellingen. Na een ook al chaotische betaling kunnen we, na een uurtje, op weg richting Mont de Lans en het Lac du Chambon. Lekker naar beneden.
BOCHT 10
10; het nummer behorend bij mijn geboortemaand. De geboortemaand van mijn vader ook, die elk jaar 10 dagen na mij verjaarde. Mijn vader was een enorm harde werker, om de week draaide hij een hele week nachtdienst bij Philips in Zwolle en als hij overdag geslapen had deed hij nog allerlei bijbaantjes. Alles om het 9-koppige (vader, moeder en zeven kinderen) gezin te kunnen onderhouden. Voor sport had mijn vader geen tijd, al was hij wel een sport liefhebber. Zou hij trots zijn als hij mij nu zo zou zien ploeteren tegen de Alpe d’Huez op? Ter nagedachtenis aan m’n vader moet ik er een schepje bovenop doen, moet ik de top halen. Niet piepen, dat deed hij ook nooit. Nou ja, alleen dan als ik op straat aan het voetballen was en de bal ontelbare keren op de blinde muur van ons huis deed belanden terwijl hij boven lag te slapen na een nachtdienst. Gekleed in alleen zijn onderbroek stond hij met slaperige ogen in de deuropening, klaar om mij en mijn bal een ‘kopje kleiner’ te maken. Zo’n vaart is het nooit gelopen. Mijn vader, tegen een Alp is hij nooit opgefietst, maar toch..
2 medewerkers van de Franse Elektriciteit Maatschappij, surveillerend langs Le Véneon, lopen op ons af. Wij (Jeannette, Loes, Henk W., Hans M. en ikzelf) zijn aan het poedelen in het ijskoude water van de rivier om enige verkoeling te zoeken na de inspanning van de dag. Natuurlijk hadden we de waarschuwingsbordjes wel gezien; “advies om niet te zwemmen “en een afbeelding van een zwemmer die ternauwernood het hoofd boven water houdt. Soms is de aantrekkingskracht van de verkoeling echter te groot. De jongemannen van de FDE legden ons rustig maar dwingend uit dat enkele kilometers stroomopwaarts een stuwdam ligt die op onregelmatige tijden opengaat waardoor de stroming stroomafwaarts gevaarlijke snelheden aanneemt.
Als schuldbewuste en ietwat naïeve toeristen verlaten we de rivier en slenteren over de hete weg terug naar het hotel en bestellen een koel drankje op het terras. Na het eten, zoals elke avond in het bloedhete restaurant van het hotel, drinken we nog een kop koffie of iets sterkers waarna de meesten op tijd naar bed gaan. Morgen wacht de dag van de Tour doorkomst op de Alp d’Huez waar een groot gedeelte van ons naar toe zal gaan. Een ander gedeelte gaat zelf weer een berg op en kijken later de Tour op de t.v. van het hotel.
Ter nagedachtenis aan m’n vader moet ik er een schepje bovenop doen, moet ik de top halen. Niet piepen, dat deed hij ook nooit. Nou ja, alleen dan als ik op straat aan het voetballen was en de bal ontelbare keren op de blinde muur van ons huis deed belanden terwijl hij boven lag te slapen na een nachtdienst.
Gekleed in alleen zijn onderbroek stond hij met slaperige ogen in de deuropening, klaar om mij en mijn bal een ‘kopje kleiner’ te maken. Zo’n vaart is het nooit gelopen.
BOCHT 9
Het wordt langzaam maar zeker drukker langs de kant van de weg op weg naar de top. Terwijl ik me uit de naad trap zitten mensen op campingstoeltjes toe te kijken en in sommige gevallen aan te moedigen. Gerard scoort met de opmerking dat we ‘al’ over de helft zijn. Net over de helft wat betekend dat ik nog minimaal een kilometer of 6 te gaan heb en van die gedachte word ik minder blij. De constante spanning op de spieren begint nu echt zijn tol te te eisen en ik vertel Gerard dat het weer tijd wordt voor een ‘hartslag-herstel-stopje’ In bocht 6 ergens, moet mijn slapie Jan S. al fietsen, hij stampt en stoempt zich een weg naar boven alsof het laatste kratje Hertog Jan alleen op de top nog maar verkrijgbaar is, natuurlijk kost het hem ook moeite, maar toch..
Het is donderdagochtend. Een camerateam van de NOS zal vandaag bij ons hotel opnamen maken voor het programma ‘De Avondetappe’. Het is vandaag de dag van de etappe met aankomst op de Alpe d’Huez en als een klein kind op vakantie gaat kijk ik hier al weken naar uit. Ooit zag ik de Tour op de flanken van de Tourmalet in de Pyreneeën voorbijkomen, maar op de Hollandse Berg is het natuurlijk toch net een beetje specialer. Wat zou het mooi zijn als we getuige konden zijn van weer eens een Nederlandse etappezege..
De groep die niet geïnteresseerd is in de doorkomst op de Alp en zelf gaat fietsen staat al gereed om te vertrekken. De NOS-mannen hebben al diverse beelden geschoten van de voorbereidingen in – en rond het hotel. Zo wordt er van Hennie H. een close up gemaakt terwijl minutieus zijn banden controleert. ’s avonds in de uitzending zullen we het eindresultaat kunnen zien.
BOCHT 8:
Op het bord in de bocht staat de naam van de laatste Nederlandse winnaar op Alp d’Huez; Gert Jan Theunisse. Ik weet nog hoe ik op mijn werk vernam dat de langharige Brabander bezig was met een epische solo in de Koninginnerit van dat jaar in de Tour. Met enge moeite kon ik de rest van de dag vrij krijgen en zo snel als mij fiets mij kon brengen ‘vloog’ ik naar huis om de rest van de etappe live te kunnen aanschouwen. Tegenwoordig noemen ze dat prioriteiten stellen.
De rest van de middag zat ik aan de buis gekluisterd en genoot van de prestatie van Theunisse begeleidt door het onnavolgbare commentaar van Mart Smeets en Jean Nelissen (zeg maar de José de Cauwer en Michel Wuyts van de jaren 80 en 90 in Nederland). Ik probeer me een voorstelling te maken van hoe het mogelijk is dat je 130 km in de aanval bent op dit soort bergen met achter je een groep achtervolgers en dan ook nog weet te winnen. Hoe is dat fysiek mogelijk terwijl ik mijzelf hier als een dood vogeltje, metertje voor metertje, omhoog worstel. Oké Gert Jan was slechts 26 jaar oud destijds dus dat scheelt een paar jaar. Maar leeftijd zegt ook weer niet alles, velen die hier fietsen zijn ouder dan mij. Neem Jan M. en ‘zijn’ Joke K. ergens boven mij fietsen zij naar boven. Ook zij zullen de spieren voelen, maar toch..
In het winkeltje in Bourg d’Oisan zijn hoeden en petten te koop en dat is precies wat sommigen, waaronder ik, willen hebben. Om de hele dag op de Alp te kunnen bivakkeren in de brandende zon is een goed beschermend hoofddeksel geen overbodige luxe. Na een korte zoektocht lopen Gerard, Jeannette en ik het winkeltje uit met alle drie een verschillend hoedje. Met de totale groep van ongeveer 9 man/vrouw vertrekken we richting de Alp d’Huez. Het is er halverwege de ochtend al behoorlijk druk. We fietsen tot halverwege bocht 17 en 18 en settelen ons op een muurtje in de schaduw en kijken onze ogen uit naar al het vreemds wat voorbij komt.
Jan S. poseert op weg naar die plek nog met een groep smurfen en de foto die daarvan wordt genomen zal later die dag nog voor de nodige hilariteit zorgen.
Voor nu is het voor ons nog een lange zit tot de welbekende reclamekaravaan de komst van de koers zal aankondigen.
BOCHT 7
Als Gerard en ik de Hollandse bocht in fietsen is het er nog niet zo druk als het een dag later ongetwijfeld zal zijn, toch zitten er flink wat mannen aan het bier en wordt er al voorzichtig een kleine polonaise gehouden. Ik vraag me af of het echte wielerliefhebbers zijn die daar staan of zijn het vooral liefhebbers van een fuif en hadden ze net zo goed bij een of andere belangrijke Jeu d’Boules wedstrijd kunnen staan onder het mom ‘als het bier maar koud is’
Ik weet het niet. Alsof ik niet al behoorlijk kapot zit steek ik nog monter een duim op naar de ‘supporters’ in bocht 7 als zij mij toejuichen. Ze moesten eens weten hoe zwaar ik het heb en eigenlijk wil ik ze toeschreeuwen “geef mij ook zo’n koud biertje” wetend dat je daar niet persé beter van gaat klimmen. Harry ten H. uut Almelo houdt ook wel van een biertje op zien tied, toch fietst hij beter naar boven dan ik. Vanzelfsprekend, hij ziet ook af, maar toch..
Zittend op ons muurtje hebben we getracht toch nog de nodige prullaria binnen te harken die ons door de verschillende reclame wagen werden toegegooid. Helaas durven de mensen op de wagen ons geen flesjes water toe te gooien, jammer want zo’n dag op de Alpe d’Huez maakt dorstig. Via de mobiele telefoon weten we dat Steven Kruiswijk bezig is een GJ Theunisje op te voeren en is ontsnapt aan zijn metgezellen in de kopgroep en bezig is aan een imposante solo. Een uurtje later zien we hem aan ons voorbijkomen, vechtend voor wat hij waard is om de groep met klassementsrenners voor te blijven. Op het punt waar wij zitten is het verschil ongeveer 3.30 min. het was meer dan 6 minuten geweest en we moeten duimen dat hij het volhoudt tot de top.
BOCHT 6
Behalve een Hollandse bocht is er ook een Vlaamse bocht op de Alpe d’Huez. Een bocht dichter naar de top en herkenbaar aan een partytent met het Sporza logo er op. Het gaat er een stuk rustiger aan toe dan in de Oranje bocht. Belgen zijn sowieso rustiger, nou ja behalve dan als hun nationale voetbalteam kans maakt om wereldkampioen te worden dan.
Inmiddels voelen mijn benen aan alsof ik zo’n beetje alle Vlaamse en Waalse voorjaarsklassiekers op één dag het gefietst. Gelukkig komen we wel steeds meer in de buurt van top. Hoever zou het nog zijn? Een kilometer of 3? Of zijn het er nog 4 en wil ik het eigenlijk wel weten?
Gerard blijft mij onverstoorbaar moraal en moed inpraten. Soms hoor ik wat hij zegt, soms ook niet en ben ik geheel in mijzelf gekeerd bezig om de strijd te strijden. Wat zou het toch mooi zijn als je kon klimmen als een Cor W. Pezig en sterk is Cor en ik vraag me af of hij wel iets voelt als hij naar boven fietst of doe hij het op de automatische piloot? Bij nader inzien denk ik dat Cor zijn benen ook wel voelt, maar toch..
De achtervolgers onder leiding van team Sky, met leider Geraint T. blijkt naarmate de klim vordert steeds dichterbij Steven K. te komen en 3 en kilometer voor de top is het Chris F. die de moedige vluchter uiteindelijk te grazen neemt. Tussen bocht 17 en 18 balen wij als een stekker als we het nieuws horen. Onder ons op de weg komen steeds plukjes renners voorbij, sommigen herkennen we anderen niet. Met ons oor aan de mobiel gekluisterd vernemen we dat uiteindelijk de geletruidrager de etappe wint, ook omdat Tom D. verkeerd schakelt bij het aan gaan van de sprint. Jammer, ook na 29 jaar geen nieuwe Nederlandse winnaar op de Alpe d’Huez, maar elk jaar komt dat moment wel een stukje dichterbij.
Als de bezemwagen ons is gepasseerd maken we aanstalten om te fietstocht terug naar het hotel aan te vangen, samen met nog duizenden andere wielerfans van over de hele wereld.
Terug in het hotel horen we de verhalen van de mannen die richting de Galibier zijn geweest. Ook zij hebben zich prima vermaakt boven de bomgrens. Met z’n allen genieten we nog even na op het terras onder het genot van een drankje.
BOCHT 5
Na de feestelijke bochten 7 en 6 komen we langzaam in de buurt van het ski dorp Huez en wordt het ook zichtbaar drukker op en rond de weg. Ik verzoek Gerard om nog een keer te stoppen om op adem te komen. Ik hoop dat het de laatste keer is maar weet tegelijk dat er nog aantal bochten te gaan is. Ik begin me wel steeds meer af te vragen waarom ik zo’n buitengewoon slechte klimmer ben. Is het mijn spier samenstelling, is het te weinig training of zit het gewoon in mijn DNA. In het Swolland peloton fietst ook Hennie H. Hennie heeft van voorrijden zijn hobby gemaakt en plukt daar in de bergen de vruchten van. Lichtgewicht Hennie fladdert de bergen op, nou vooruit hij zal heus wel het een en ander voelen als hij richting de top pedaleert, maar toch..
Met een man of veertig zitten we in de warme ruimte rond de bar van hotel Ai Bon Accueil. Gespannen wachten we op de uitzending van de avondetappe. We zijn benieuwd wat de mannen van de NOS hebben gemaakt van hun dagje filmen bij ons hotel. Voor het zover is, is er natuurlijk terechte aandacht voor de prachtige prestatie van Steven Kruiswijk. Als Herman van Zand (presentator) zegt dat heel Nederland op het puntje van de stoel heeft gezeten antwoord Kruiswijk gevat dat hij de hele dag op het puntje van zijn zadel heeft gezeten. De Lotto Jumbo renner oogt alweer behoorlijk fris na zijn enorme inspanning van deze dag.
Op ongeveer driekwart van het programma kondigt Dionne de Graaf (de anchor-woman van de avondetappe) het item aan waar het ons allemaal om gaat. Uiteindelijk heeft een dag filmen geresulteerd in een 2 en een halve minuut durend item. Het Swolland tenue komt voor geheel Nederland duidelijk in beeld net als enkele Swolland leden. De eerdergenoemde opname van Hennie H. wordt beeldvullend getoond. Al met al een leuke afsluiter van een mooie dag.
https://www.uitzendinggemist.net/aflevering/441938/Nos_Sport_De_Avondetappe.html
BOCHT 4
Weer een bocht bereikt en jazeker, ik heb zowaar iemand ingehaald op mijn weg naar boven. Een man met een bovenmatige BMI op een mountainbike is het gewillige slachtoffer in mijn dadendrang om toch op z’n minst één andere fietser op weg naar boven in te halen. Alsof hij stilstaat fiets ik hem voorbij en de eerlijkheid gebied mij te zeggen dat hij ook bijna stil staat want even daarvoor was hij al erg moeizaam weer opgestapt. Onbedoeld is deze ‘inhaalactie’ toch goed voor mijn moraal, ik weet nu tenminste dat er meer mensen zijn die af zien en lijden op de Alp. Henk H. ook wel bekend als de zwager van Hennie H. is allang voorbij bocht 4, sterker nog; het zal mij niet verbazen als hij als aan de koffie zit. Ook Henk gaat makkelijker dan mij naar boven, zijn benen doen ongetwijfeld pijn nu, maar toch…
Het is vrijdagochtend, de laatste fietsdag van onze Alpenweek. Aan het ontbijt praten we nog wat na over de uitzending van De Avondetappe.
Vandaag zullen er meerdere groepen onderweg zijn; groep 1 gaat onder leiding van Henk van G. richting de Croix de Fer om me eigen ogen te zien waar Steven Kruiswijk zijn heroïsche vlucht van een dag eerder is begonnen. De andere gaat onder leiding van Gerard N. eerst richting La Berarde om vervolgens de start van de volgende touretappe vanuit Bourg d’Oisan mee te maken en daarna door te fietsen naar het Lac du Verney, daar een rondje omheen te fietsen waarna beide groepen elkaar treffen aan de oevers van het stuwmeer om daar, middels een door Swolland aangeboden picknick, het fietsweekend in de Alpen af te sluiten.
De verdeling van beide groepen is ongeveer gelijk alleen Cor W. heeft voor deze dag een eigen programma uitgestippeld. Cor begint de dag met een wandeling en zal vervolgens de picknick mede voorbereiden.
BOCHT 3
Langzaam maar zeker komt de top van de Alp in zicht. Nog een bocht en ik ben bij de eerste bebouwing aan de rand van het dorp. Ik kijk uit naar het moment dat ik boven ben. Eindelijk geen spanning meer op de spieren en vooral… een kop koffie. Ik verlang ineens enorm naar een kop koffie. Misschien zie ik die kop koffie als een genoegdoening voor het lijden op de berg. Ik verwacht dat alle anderen al ergens op een terras zitten, aan de koffie. Gesinus A. zal er ook bij zitten, de man is zo sterk dat het mij niet zou verbazen als hij als eerste boven was. Zou hij pijn in de benen hebben? Vast, maar toch..
De groep Henk van G./ Jeannette M. is al vertrokken richting Croix de Fer als wij ons opmaken voor een ‘zo ver als het kan’ ritje richting de La Berarde. Het valt me op dat de steilste stukken nog net zo steil zijn als afgelopen maandag. Wat is dat toch een mooie klim, die La Berarde. Langs de slingerende Le Véneon, met zicht op al die Alpentoppen. Als we nog maar net op weg zijn zien we rechts van de weg een eenzame man op wandelschoenen op het onverharde pad langs de rivier. Het is Cor.
De beste klimmers komen tot op een paar kilometer van het eindpunt alvorens ze moeten omkeren. Afspraak is dat we tot 10.15 doorfietsen en dan rechtsomkeer maken omdat we anders niet op tijd zijn voor de Tourstart in Bourg d’Oisan.
De andere groep maakt zich daar niet druk om een fietsen gewoon door tot ze op de top van de Croix de Fer zijn, kanjers..
BOCHT 2
De bocht van Marco Pantani. Het trieste verhaal van ‘Het Olifantje’ is genoegzaam bekend. Een klimtalent pur-sang, aanbeden door alle Italiaanse wielerfans als een godheid en uiteindelijk eenzaam ten onder gegaan aan doping en drugs. In zijn geboorteplaats Cesena is het monument dat de bewoners ter nagedachtenis van hun beroemde stadgenoot neer hebben laten zetten als een bedevaartoord bezocht.
Marco Pantani heeft het record van de snelste beklimming van de Alpe d’Huez tijdens de Tour de France op zijn naam staan; 37:35 (alleen Alberto Contador knalde ooit sneller naar boven; 37:30). Die tijd heb ik al meer dan 2 keer nodig gehad en ik ben pas bij bocht 2, maar ja wel zonder doping op een gelletje en een energy-bar. Hans M. deed het ook niet binnen een uur maar wel aanmerkelijk sneller dan mij. Hans fietst altijd vrij relaxed, zou ‘m dat vandaag ook gelukt zijn? Hem kennende vast wel, met zuur in de benen denk ik, maar toch…
In Bourg d’Oisan is het een drukte van belang. De start van de 13e etappe van de Tour is aanstaande en duizenden mensen nemen de gelegenheid te baat om even wat sfeer te proeven.
Het valt niet mee om dicht bij het rennerskwartier en de bussen te komen, daarom wachten we rustig tot het peloton langskomt tijdens de geneutraliseerde start, gevolgd door alle volgwagens, bussen, journaille, gendarmerie en alle andere volgers. Het hele circus is in no-time voorbij. Voor ons het sein om onze eigen rit van vandaag af te maken. Wij gaan richting het Lac du Verney en naar de picknick.
BOCHT 1
De voorlaatste bocht op weg naar de top. Mijn lijf smeekt om die top, mijn benen willen bijna niet meer rond maar ik moet door. Eerst nog maar even herstellen. In de bocht staat een Duitse journalist die een reportage maakt voor een Duits wielerblad. We maken even een babbeltje, dat wil zeggen de Duitser babbelt ‘und wir hören zu’. Eigenlijk ben ik wel blij da ik alleen maar hoef te luisteren, kan ik mooi mijn lucht voor de laatste kilometer gebruiken. Ik maak me drukker om hoe ik straks boven aan kom, in de wetenschap dat iedereen ongetwijfeld al hersteld is van de inspanning. Natuurlijk hebben ze allemaal zere benen, maar toch.. Zij zijn al boven.
Terwijl de andere groep volop geniet op de top van de Croix de Fer (2068 meter) waar je boven de boomgrens geniet van de ruige natuur, fietsen wij een, toch nog wel pittig, rondje rond het stuwmeer van Verney. De stukken waar nog even stevig geklommen moet worden voelen op deze laatste dag nog zwaarder dan op de maandag en ik ben blij als Gerard op een gegeven moment zegt dat we het hoogste punt hebben bereikt en er alleen nog gedaald gaat worden. Dalen naar de camperplaats aan het meer, daar waar de bus straks zal arriveren met alles voor de picknick. Als wij aankomen blijken de Croix de Fer gangers er al te zijn. Beneden aan de rand van het water van meer ontwaar ik Jeannette met haar voeten in het water. Ik voeg me met gevaar voor eigen leven bij haar en ontspan mijn vermoeide benen en voeten in het frisse water. Het klimmen is voorbij.
DE TOP
En dan zijn er ineens de tranen. Waar ze wegkomen zal voor altijd een raadsel zijn, maar ze zijn er en ik heb ze even niet onder controle. Ik ben boven en daar staan de clubgenoten mij op te wachten. Mijn 14 km lange lijdensweg is ten einde en trots en teleurstelling vechten om voorrang. Trots omdat ik twee jaar na de heftigste periode in mijn leven op eigen kracht een van de zwaarste beklimmingen in de Alpen heb gedaan. Teleurstelling omdat het toch veel moeizamer ging dan ik had verwacht. Ik dank Gerard voor zijn niet aflatende steun en verontschuldig me omdat hij niet in zijn eigen tempo kon fietsen. Arnold van B. begeleid me temidden van alle hectiek naar een pomp zodat ik me even kan opfrissen en daar knap ik van op. Het dringt tot me door dat ik de Alpe d’Huez heb beklommen, ook al ging het niet snel hij kwam er uiteindelijk wel.
Ik ruik koffie.
De geïmproviseerde picknick onder de bomen aan het stuwmeer valt bij iedereen in de smaak. Het personeel van het hotel heeft gezorgd voor smakelijke tonijnsalades, brood, koek en andere lekkernij (o.a. oma’s spacecake van de oma van Cor). Ook aan drank is gedacht. Gezamenlijk genieten we zo van het moment.
Morgen wacht alweer de lange, 14 uur durende, terugreis naar Zwolle.
Die avond genieten we in het hotel nog na met een pilsje of een ander herstellend drankje. Na het diner reikt Gerard nog het, na de Avondetappe inmiddels wereldberoemde, Swolland shirt uit aan de manager van hotel, het kan bij de verzameling gevoegd worden.
Aan het eind van de avond wacht de rekening van een reuze gezellig maar ook bijzonder inspannende week. Al vroeg ligt iedereen onder de klamme lappen, morgen vroeg weer op..
Het is 06:30 uur als Jan en ik, als vertegenwoordigers van de afd. vloeibaar, onze reisgenoten voorzien van het eerste bakkie koffie (of thee) van de dag. De meesten zijn begonnen aan het door het hotel verzorgde lunchpakket en daar hoort koffie bij.
De afgelopen 6 dagen had ik niet graag willen missen. Ondanks dat ik geen geboren klimmer ben, en dat is een understatement, heb ik volop genoten van sfeer, de vriendschap, de overweldigende natuur en, geloof het of niet, van de inspanning.
Gerard en Henk hebben al aangegeven dat ze volgend jaar opnieuw een dergelijke reis te willen organiseren. Bij het afscheid nemen in Zwolle heb ik alvast een voorschot genomen op deelname aan die reis, mits dezelfde gezellige groep weer aanwezig is natuurlijk..
En dan zijn er ineens de tranen. Waar ze wegkomen zal voor altijd een raadsel zijn, maar ze zijn er en ik heb ze even niet onder controle.
Hans, weer een prachtig verhaal! Erg knap dat je dit gedaan hebt en dat je het zo goed kan verwoorden.
Hans.
Wat een fiets prestatie met veel zweet en tranen en dat vastgelegd in een geweldig verslag van de Alpenweek. Van mij krijg je zeker ook 2 dikke duimen voor zowel het fietsen als het verslag.
Klasse hoor.