Een warme rit over de Posbank
Soms komt het zo uit dat jij net vakantie hebt als het, tot dan toe erg wisselvallige, weer zich ineens van z’n allerbeste kant laat zien. Nu kan ik wel zeggen ‘ieder krijgt wat ‘m toe komt’ maar dat zal ik niet doen (ik denk het natuurlijk wel…..).
Laat dan net in die week ook nog eens de traditionele Weijers Veluwe Tocht vanuit Apeldoorn op het programma staan en je hebt double luck.
Om klokslag 8 uur fiets ik naar de woning van Cor W. waar Ruud W. ons zou ophalen en met de auto van Ruud rijden we naar Apeldoorn. Net als vorig jaar, toen met Jan S., staat er een file ter hoogte van Heerde en adviseert de navigatie ons over de oude weg naar de startlocatie waar Henk G. inmiddels ook al is gearriveerd.
Als we de fietsen van de drager hebben gehaald kijken we even snel in de kantine of Harry B ook is aangekomen en om in te schrijven. Harry zit inderdaad lekker aan een bakkie leut, iets wat mij niet is gegund omdat de heren op pad willen. Had ik nu toch thuis eerst maar koffie gedronken want een blik op de routebeschrijving van vandaag leert ons dat de 1e stop pas na 80 km in Eerbeek is gepland.
Om ca. 09.10 uur stappen we op voor de in totaal 130 km lange tocht over de Zuid Veluwe, door de Loenermark en over de Posbank.
Cor is vandaag een beetje de vreemde eend in de bijt. Afgelopen week is hij in Limbur aangereden door een automobilist die hem geen voorrang verleende, gelukkig geen lichamelijke schade maar wel fiets kapot en de helm beschadigd. Voor vandaag zit Cor dan ook op de racefiets van zijn eega en draagt hij, een beetje een gedateerde, helm (maar wel één die je nog voor allerlei doeleinden kun gebruiken).
Via de bossen ten zuiden van Apeldoorn verlaten we de sportvelden van Victoria Boys en zetten koers in de richting van Hoog Soeren over de geaccidenteerde fietspaden. Al tijdens de eerste kilometers blijkt dat het een warme dag gaat worden, mijn fietscomputertje geeft rond half 10 al 23 graden aan.
Afwisselend doen we het kopwerk waarbij Henk en Ruud het meeste werk voor hun rekening nemen. Zo meanderen we door de fraaie natuur rond Apeldoorn en met 33 km op de teller was Apeldoorn hemelsbreed nog steeds maar 6 km verwijdert.
Via de fraaie Loenermark fietsen we via Beekbergen en Lieren richting Voorst, na zo’n 60 km begint mijn caffeinegebrek behoorlijk op te spelen maar helaas krijgen we geen enkel horecapand in zicht en moeten we wachten tot de stop in Eerbeek.
Als we op het terras aan de koffie mèt zitten wordt er weer heel wat afgeouwehoert, ik zal niet alles wereldkundig maken maar de tranentrekkende stichtelijke woorden waarmee Cor om medeleven en respect vraagt maakten een diepe indruk op een ieder die het moest aanhoren. Gelukkig was het een jong wielrennertje die, bij het weer vertrekken van de pauzelocatie, even naast Cor fietste.. vol ongeloof naar Cor’s helm keek en lachend verderging, die alles weer in perspectief bracht.
Gelijk na de pauze begint het zwaarste gedeelte van de tocht als we via de Lange Juffer voor de eerste maal de Posbank beklimmen en worden beloond met fraaie vergezichten over de heide. Als we helemaal bovenop zijn, vlak bij het bezoekerscentrum, is het tijd voor een foto moment.
Bij de afrastering van het dal moet het gebeuren, een dame die ter plaatse een rustmoment heeft is bereid om met mijn telefoon het moment voor de eeuwigheid vast te leggen. Helaas is op mijn (budget)mobiel bij zonlicht niet goed te zien waar je een foto van maakt, dus de dame doet het 3x zonder enig benul wat er op zal staan. De discussie die hierna ontstaat over de aanschafprijs van mijn mobiel zal ik jullie besparen. Om een lang verhaal kort te houden (….) hier de foto ;
(Overigens gaf de dame ons nog wel de tip om de buik in te houden, iets wat je een fietsende man niet hoeft te vertellen natuurlijk).
Zeg nou zelf, een mooi plaatje toch?
Waarmee maar weer eens bewezen is dat de moeder gelijk had toen ze tegen haar zoontje met de nieuwe camera zei ; ‘mooi jongen, maar laat eerst de foto’s maar eens zien’
Overigens is op de foto ook goed de helm van Cor te zien, bouwjaar 1945 (volgens eigen woorden). Hier wordt de helm gebruikt om andere lichaamsdelen te beschermen, in plaats van Cor’s (achter)hoofd want ja, daar was ie in Limburg al op gevallen.
Na de korte onderbreking dalen we met hoge snelheid de Posbank weer af om er even later voor de tweede keer tegenop te fietsen (Zijpenberg), deze best wel lastige klim gaat wel in de benen zitten maar ook hier komen we weer boven. Dan gaat het richting de Emma Pyramide, deze best pittige klim met haarspeldbocht (!) bereiken we na de afdaling van de Zijpenberg. Als eerste begin ik aan de klim die in de haarspeld net tegen de 10% aanscheukt en net als ik denk (voor zover ik nog kan denken bij een maximale hartslag) dat ik voor het eerst in mijn fietscarriere als eerste bovenkom knalt Henk mij met speels gemak voorbij……
Hierna volgen nog wat speldeprikken om de laatste krachten uit de benen te doen verdwijnen en via een aantal lange ‘rechttoe rechtaan’ wegen zetten we koers richting Apeldoorn. Henk doet op de terugweg bijna al het kopwerk en ik moet eerlijk bekennen dat ik daar erg blij mee was.
Inmiddels is de temperatuur opgelopen tot een graag of 31 en mijn derde bidon heb ik ook al half leeg, gelukkig is het nog maar een kleine 20 kilometer tot de finish dus ik moet net uitkomen.
Tegen half vier fietsen we het sportpark weer op waar we nog even een hersteldrankje (2 om precies te zijn) tot ons nemen. In de nazit wordt er nog heel wat afgelachen en komen er nog onverwacht vreemde zaken ter tafel, maar dat houden we voor onszelf.