Een weekend in het Weserbergland (2017)
Het Weserbergland,
Glooiende heuvels, de machtige Weser, kastelen en burchten, historische steden en twee natuurparken.
Het gebied waar sprookjes werkelijkheid worden, al was het maar op de fiets…
Als Jan S. en ik op vrijdagmiddag rond 12.30 uur de parkeerplaats van hotel Westfälischer Hof in Lügde oprijden staan al een aantal deelnemers aan het Swolland buitenlandweekend de fietsen van de auto’s te halen. De reis uit Zwolle duurde iets langer dan gepland vanwege een omleiding en dientengevolge de file bij Bad Oeynhausen.
Na tweemaal de Harz was dit jaar gekozen voor het Weserbergland, voor velen een onbeschreven blad…zo ook voor mij maar de vooraankondiging op de diverse Swolland media beloofde veel goeds.
Vorig jaar ging het buitenlandweekend, dankzij fysieke klachten, aan mijn neus voorbij dus dit jaar wilde ik er weer dubbelop van genieten. Met mij stonden die vrijdagmiddag nog 25 dames en heren aan de start van de korte opwarmingsrit door het ons nog onbekende heuvelland. De temperatuur was met een graad of 17 redelijk te noemen en ook al was het bewolkt iedereen ging relatief luchtig gekleed op pad voor de ongeveer 55 km, onderverdeeld in een snelle en iets minder snelle groep.
Met z’n twaalven (7 heren en 5 dames) vertrokken wij, de iets minder snellen, in noordelijke richting naar Bad Pyrmont, terwijl die anderen in de tegenovergestelde richting vertrokken. Het begin was relatief makkelijk maar toch had ik na 800 meter al een hartslag van boven de 150 en dan te bedenken dat de eerste serieuze klim pas na een kilometer of 7 voor de wielen kwam. Het zal de reis geweest zijn.
Die eerste klim, de Hagenerstrasse met een maximaal stijgingspercentage van zo’n 8,5%, deed zich behoorlijk voelen en werd gevolgd door een aantal kilometers op en af fietsen.
Tijdens die eerste kilometers bleek al snel dat het Weserbergland een bijzonder mooi gebied is, met mooie vergezichten en, in deze periode, fraai bloeiende koolzaadvelden die soms tegen de hellingen geschilderd lijken.
Na een lekkere afdaling kwamen bij de Schiedersee, hier namen we het fietspad direct naast de See om verderop de originele route weer op te pakken. Net voor we weer op de verharde weg uitkwamen nam Ruud W. echter de bocht iets te krap waardoor hij met fiets en al tegen de grond ging, waardoor zijn ketting muurvast tussen kettingblad en frame kwam te zitten. Een tiental minuten en twee zwarte handen later konden we gelukkig weer verder.
Ondertussen was de lucht steeds donkerder geworden en na een kilometer of 25 werden we verrast op de eerste regendruppels. Ondanks dat dit wel was voorspeld waren we er toch een beetje vanuit gegaan dat we geluk zouden hebben en droog over zouden komen. Al snel veranderden de kleine druppels in hele grote, koude druppels en binnen 5 minuten regende het zo hard dat schuilen noodzakelijk werd. Onder wat bomen probeerden we wat beschutting te zoeken maar al snel bleek dat deze bui nogal hardnekkig was en we beter zo snel mogelijk richting hotel konden gaan, vooral omdat ook de temperatuur behoorlijk onderuit was gegaan.
Besloten werd om de route wat in te korten en een short-cut te nemen door het Schwalenberger Wald via een vrij slecht en tot overmaat van ramp ook nog eens stevig klimmend bospad, niet echt een succes in het gegeven hondenweer. Eenmaal uit het wald gekomen, doorweekt en half onderkoeld, moesten we nog een kilometer of 12 afdalen naar het hotel in Lügde waar we als een stel verzopen katten, verstijfd van de kou, van de fiets stapten, brrrrr.
Gelukkig werkte de hotelbaas vlotjes mee om ons te voorzien van een paar emmertjes warm water en een sopje om de fiets een beetje schoon te maken, waarna we zo snel als onze koude beentjes ons konden dragen onze kamer en de warme douche opzochten.
Eenmaal weer op temperatuur vonden Jan (m’n slapie) en ik dat we wel een hersteldrankje verdiend hadden en geheel opgemonterd togen we naar de kleine bar voor eerst een grote Warsteiner en later iets kleinere Herforders. Inmiddels waren ook de mannen van de snelle groep al weer binnen en ook zij hadden natuurlijk last gehad van de hoosbui.
Na een paar biertjes en enkele sterke verhalen was het tijd geworden voor het diner, het door de kok aangelegde buffet was geen lang leven beschoren na de ‘aanval’ door 26 hongerige magen.
Die avond werd het nog erg gezellig aan de bar, maar toch toog iedereen redelijk op tijd naar bed, op zaterdag volgde immers de ‘koninginnenrit’ voor beide groepen. 110 of 140 km op en af door het Weserbergland. Hopelijk zonder regen dit keer….
Naar de top van de Köterberg
Zaterdagochtend scheen de zon vrolijk over het, tegenover het hotel gelegen, station van Lügde. Het was nog wel fris maar het zag er allemaal zeer hoopvol uit.
Na een stevig en smakelijk ontbijt werden opnieuw twee groepen gevormd, waarbij de ene groep ca. 120 km en de andere 140 km zou afleggen. Voor beide groepen wachtten in ieder geval genoeg hoogtemeters om de spieren te pijnigen.
De snelle groep werd voor de gelegenheid uitgebreid met Bennie v.d. B. die de overstap maakte vanuit de andere groep, voor de rest dezelfde verdeling als op de vrijdag met dien verstande dat Ellen L. koos voor een wandeling en de fiets een dagje liet staan.
Nu had ik de avond ervoor aan de bar nogal luidruchtig geroepen dat ik deze bult met z’n max. van rond de 15% wel even zou opfietsen, maar nu ik hier zo aan de voet stond en de keus moest maken wel of niet naar boven
overviel me toch een klein beetje de twijfel.
Wij, de ‘langzame’ groep ging dus op voor de 120 km met een behoorlijk aantal hoogtemeters waarvan de eerste 250 al gelijk in de eerste 15 km bedwongen werden. Toch ging het allemaal redelijk voorspoedig en onder de gegeven omstandigheden was het best lekker fietsen. Vergeleken bij de regen van de dag ervoor waren de omstandigheden eigenlijk perfect te noemen.
Na een kilometer of 25 begon er een klim die eindigde in het plaatsje Köter, een gehucht eigenlijk, maar vooral bekend van de aanwezigheid van de Köterberg, het hoogste punt in de regio met z’n bijna 500 meter.
Nu had ik de avond ervoor aan de bar nogal luidruchtig geroepen dat ik deze bult met z’n max. van rond de 15% wel even zou opfietsen, maar nu ik hier zo aan de voet stond en de keus moest maken wel of niet naar boven overviel me toch een klein beetje de twijfel. Een voordeel was misschien dat we de oorspronkelijk route in de verkeerde richting fietsten waardoor deze kuitenbijter al relatief snel op de dag op ons pad kwam. Nog even terugdenkend aan de ‘night before’ besloot ik de gok te wagen en de klim, samen met Ruud, Jan, Tom, Evelien, Veronie en Anja, aan te vallen.
De eerste kilometer ging me redelijk af maar daarna werd het al vlot steiler en haverwege gaf mijn gps al 12% aan, al ploeterend kwam ik dit eerste steile stuk door waarna een relatief makkelijk stukje kwam, goed voor mijn moraal en hartslag. Tot de voorlaatste 500 meter in beeld kwam die begon met het steilste stuk van de klim, hier ging het om leven en dood, fietsen of omvallen. Gelukkig kon ik op het aller moeilijkste punt, daar waar ik dacht geen trap meer te kunnen doen toch nog een laatste inspanning uit het lijf persen en uiteindelijk de top bereiken waar een mooi uitzicht de beloning was.
Behalve wij fietsers waren er vooral veel, heel veel, motors op de berg aanwezig. Na een korte uitblaas-periode en een fotomoment moesten we weer naar beneden waar de rest nog op ons zat te wachten. De afdaling was door z’n bochten en de mogelijke
aanwezigheid van motoren niet echt geschikt om je naar beneden te laten vallen en topsnelheden werden dan ook niet gehaald. Beneden zaten Jaap, Joke, Harry en Gerharda nog netjes te wachten bij de bushalte waarna wij gezamenlijk onze tocht konden voortzetten. Op dat moment hadden we er zo’n 36 km opzitten en met al die klimmeters in de benen waren we eigenlijk wel aan koffie toe. Na een 10 km lange afdaling kwamen we aan bij de veerpont over de Weser in het plaatsje Polle en tot ons genoegen was er bij de nabijgelegen camping een restaurant waar wij even onze rust konden nemen onder het genot van caffee mit erdbeerkuche…
Een kortere variant
Op het overdekte terras met uitzicht op de Weser namen we het er even van en pas na ruim een half uur gingen we weer verder, te beginnen met de overtocht met het pontje. Het was een nogal bijzonder pontje omdat deze werkte volgens het principe van de ‘gierpont’.
Eenmaal aan de andere kant begonnen we aan een gedeelte van de Weserradweg, een 500 km lange fietsroute langs de Weser eindigend bij de Noordzee. Over een afstand van ongeveer 30 km fietsen we langs de rivier met de hoogtemeters in het zicht, maar op afstand. Een fraai intermezzo.
Maar we waren natuurlijk niet naar het Weserbergerland gekomen om te freewheelen langs de rivier, geklommen moest er worden en geklommen zou er nog worden. Nadat we weer afscheid hadden genomen van de Weser konden we gelijk aan de bak op de zogenaamde kurkentrekker klim nabij Brevörde. Met z’n elf bochten een erg fraaie maar toch ook wel gemene klim (percentages tussen de 4 en 9%) van ongeveer 3.5 km. Daarna volgde een afdaling en vervolgens de laatste klim van de dag van net geen 5 km.
Na al het geklauter hadden we er inmiddels zo’n 95 km opzitten en waren we eigenlijk wel weer aan een verfrissing toe. Het kürort Bad Pyrmont lag op de route en daar was plek genoeg om even te genieten van alles wat Duitsland te bieden heeft op een terras; koffie, bier, apfelstrüdel, ijsthee of zelfs een enorme ijscoup, niets was te gek….
Diezelfde avond bleef het nog een tijdje onrustig aan de bar van het hotel, waar ‘pikante’ verhalen over meloenen en ananassen het goed deden en de vraag zal voor altijd blijven wat dat voor gevolgen heeft gehad die nacht,
op de kamer van Ruud en Cor..
Helaas moesten we dit Walhalla van lekkernijen toch een keer weer verlaten om de laatste 5 km naar het hotel af te leggen. Daar aangekomen wachtte een heerlijke douche en de weldaad van een terras in de zon waar de vermoeide benen met een passend hersteldrankje werd beloond.
Ook de groep met snelle mannen sloot even later aan en gezamenlijk genoten we van de geleverde inspanning en aansluitend van een goed verzorgde BBQ. De Duitse worsten, schnitzels und hünchen vonden gretig aftrek, net als de salades en overige bijgerechten. Diezelfde avond bleef het nog een tijdje onrustig aan de bar van het hotel, waar ‘pikante’ verhalen over meloenen en ananassen het goed deden en de vraag zal voor altijd blijven wat dat voor gevolgen heeft gehad die nacht, op de kamer van Ruud en Cor..
Kunt u mij de weg naar Hamelen vertellen meneer?
Zoals gebruikelijk zouden we op de zondagochtend, voorafgaand aan onze terugreis naar Nederland, nog een gezamenlijke tocht fietsen van ongeveer 55 km naar het overbekende plaatsje Hameln. Om negen stond iedereen dan ook gereed op de P-plaats van het hotel onder een stralend zonnetje. De afspraak werd dat de heenweg als groep werd afgelegd en dat de snelle mannen/vrouwen op de terugweg nog even konden knallen.
De route richting Hamelen was nagenoeg vlak en in een rustig tempo werd de ongeveer 27 km afgelegd door het fraaie Weserbergland. Halverwege werd nog even haltgehouden bij een bijzonder mooie burcht om de traditionele groepsfoto te maken.
Bij het binnenrijden van Hameln bleek deze plaats, in ieder geval wat mij betreft, veel groter dan verwacht. Waarschijnlijk was ik nog een beetje getroebleerd door het hardkartonnen toneeldecor uit de jeugdserie ‘Kunt u mij de weg naar Hamelen vertellen meneer?’
In de hoofdstraat vonden we al gauw een groot en zonnig terras voor een gebouw met een erg fraaie gevel en in onze nieuwe clubkleding vielen we daar behoorlijk op. Zo erg zelfs dat voorbijgangers ons soms spontaan op de foto zetten…
Opnieuw was de apfelstrüdel van ongekende klasse en vooral het kleine kannetje vanille saus in combinatie met de warme taart en het bolletje ijs zorgde ervoor dat het engeltje op de tong zich een konig te rijk moet hebben gevoeld. Met zo’n grote groep op duurt het natuurlijk even voor iedereen bediend is en daardoor duurde de pauze iets langer dan normaal, maar een straf was dat zeker niet. Na ongeveer 3 kwartier werd echter toch weer het sein gegeven om onze rossen te bestijgen en als ratten die de fluitende rattenvanger volgden, verlieten wij Hamelen om er (voorlopig) niet terug te keren.
Net buiten de stadgrens scheidde de snelle groep zich, zoals afgesproken, van de toeristen en los van elkaar bereikten we de top van de laatste klim van dit buitenlandweekend. Een laatste inspanning van ongeveer 3 kilometer aan circa 5%, waarna de afdaling richting Bad Pyrmont/Lügde kon worden ingezet.
Bij het hotel, waar we gelukkig nog op onze eigen kamers konden douchen, wachtte ons nog een onverwacht uitgebreide lunch waarna iedereen de fietsen in of op de auto plaatste en huiswaarts keerde.
Na de koude en natte start op vrijdagmiddag eindigde het Buitenlandweekend 2017 uiterst zonnig. Net als alle andere jaren was het een goed georganiseerd en gezellig samenzijn met een groep mensen met dezelfde passie…fietsen, op welk niveau dan ook.
Het Weserbergland ontvouwde zich aan ons als een fantastisch mooi fietsgebied met goede rustige wegen, prachtige vergezichten met bloeiende koolzaadvelden en natuurlijk uitdagende bergen en heuvels om de beenspieren flink te testen.
Na de Ardennen, de Eifel, het Sauerland en de Harz heeft dit gebied, bij mij in ieder geval, een plekje in het hart veroverd….
Het was een weekend als een sprookje!