Fietsen in de Provence (2024)

Een weekje vakantie in de Provence, de Vaucluse om precies te zijn en in Bédoin om helemaal ‘to the point’ te blijven. Doel? Genieten van het nazomerweer, wandelen en fietsen, met de beklimming van de Mont Ventoux als sportief doel. Voor een niet overmatig getalenteerd klimmer als ik nog een hele opgaaf, maar dat is het eigenlijk voor iedere fietser die ‘de Kale Berg’ op fietst.
Reis naar het zuiden
1200 kilometer rijden met de auto in één dag om een weekje in de Provence te verblijven in september. Meestal fietsen we een week of drie over zo’n afstand maar nu dus een kleine 16 uur in de auto.
We vertrokken ‘s nachts om 00:00 uur, want dan zou het lekker rustig zijn op de weg. Toch verbaasden wij ons erover dat er de hele nacht best veel verkeer op de wegen was. Waarschijnlijk allemaal net zo gek als wij? Hoe dan ook, de reis was lang maar wel zonder oponthoud. Nu hadden we in ieder geval een extra vakantiedag ter plaatse.
In Bédoin zochten en kregen we een mooie plek op camping La Garenne, bij veel fietsers welbekend. In een mistral achtige wind zetten we ons kampement op waarna we ons, vermoeid als we zijn van de reis, neer vleien in de campingstoelen en genieten van een lekker koud biertje! Later wandelen we nog even naar het gezellige dorpscentrum waar alles in het teken van fietsen en de Mont Ventoux lijkt te staan. We voelen ons gelijk thuis. Eenmaal terug op de camping duurt het niet lang eer de vermoeide ogen dichtvallen…

‘De Gekapte Dames‘
Na een lange nacht werden we de volgende ochtend enigszins stram wakker.
Terwijl we in het ochtendzonnetje genoten van ons ontbijt zagen vanaf onze mega grote plek andere campinggasten op de racefiets langsfietsen. Bij elke camper, caravan of tent staan steevast ook sportieve fietsen geparkeerd. Iedereen is hier voor de Ventoux en de prachtige fiets omgeving die er omheen ligt. Bij de vorming van onze aardkloot heeft dit stuk zeker niet achteraan gelegen en voor sportieve fietsers is het welhaast een walhalla.
Wij wilden het op deze eerste dag ter plaatse maar wat rustig aan doen en eens beginnen met een wandeling vanaf de camping. De keus viel op een wandeling naar een kloof in de Ventoux, Combe de Curnier.
Via het centrum van Bédoin liepen we richting de uitlopers van de Ventoux. Het was heerlijk weer en de temperaturen waren perfect voor een wandeling, helemaal toen we de laatste bebouwing achter ons lieten en in meer bosrijk gebied kwamen. Na wat geklauter over grote keien belanden we vanzelf in een kloof die steeds smaller wordt. We lopen er een heel stuk in maar keren uiteindelijk om. Vanuit de kloof is het mogelijk om de hele Ventoux op te wandelen en dat wilden we maar niet doen. Wij wandelen terug via een andere weg en komen op een gegeven moment in een gebied met uitgesleten zandrots formaties met een mooie okerkleur. Doordat de bovenste lagen harder zijn dan de onderste zijn er bijzondere sculpturen ontstaan die men de naam ‘Les Demoiselles Coifées’ oftewel ‘De Gekapte Dames’ heeft gegeven. Een bijzonder gebied om doorheen te wandelen.



Bij terugkeer op de camping bleken we uiteindelijk zo’n 12 kilometer te hebben gewandeld. Na een voedzame kop soep met brood als diner sloten we dag opnieuw redelijk op tijd af. De volgende dag wilden we de eerste fietskilometers maken!
Een rondje Veaux, genieten!
Na een wat mindere nacht en een bewolkt ontbijtje, de zon liet zich de eerste uren niet zien, togen we richting ‘downtown’ Bėdoin. In het dorp is elke maandagochtend markt en daar wilden we even kijken. Verse groenten, brood en kazen alsmede diverse snuisterijen en ook kleding werden te koop aangeboden. Wij hielden het bij kijken. Na terugkeer op de camping maakten we onszelf en de fietsen klaar voor een tocht van 60 km. Het betrof een route die we gekregen hadden van een fietsmaatje met de beschrijving ‘zeer mooi’ Na vertrek van de camping bleek al snel dat de wind, de mistral, nog steeds prominent aanwezig was en wel uit de richting die de route ons opstuurde. Toch, ondanks die wind was het inderdaad een geweldig mooie, afwisselende en toch ook wel uitdagende route. Korte en langere klimmen werden afgewisseld door snelle afdalingen die helaas echter vaak werden afgeremd door de stevige wind. We fietsten door prachtige natuur en over slingerende wegen met mooie vergezichten. Na 60 km kwamen we weer voldaan op de camping aan. In totaal hadden we ruim 1100 hoogtemeters overwonnen. Best veel op een afstand van 60 km. In de middagzon genieten we volop na tijdens ons standaard borrel moment. Om de verloren energie weer aan te vullen aten we een heerlijk pasta gerecht en besloten opnieuw op tijd te gaan slapen. Terwijl de mistral nog steeds om de tent gierde waren wij zo vertrokken…




Romeinse resten
Het tikt op het dak van onze tent. Jawel, het regent aan de voet van de Kale Berg maar wel na een mooie september dag. Na het fiets rondje van gisteren en de D-day van morgen (beklimming van de Mt. Ventoux) hadden we een rustdag ingepland. In de ochtend een beetje shoppen in de gezellige fiets-winkeltjes ter plaatse en wat inkopen doen bij de supermarkt. De middag benutten we voor een bezoek aan Vaison-La-Romaine. Zoals de naam al verraad een stadje met veel oud Romeinse invloeden. Na een mooie autorit van ongeveer 35 minuten konden we gratis parkeren op loopafstand van het centrum. Iets wat bij de gemiddelde Nederlander altijd wel in goede aarde valt, gratis parkeren…
Vaison bleek inderdaad te beschikken over veel oud Romeinse resten met o.a. een forum en een amfitheater. Leuk om even langs te lopen. Nadat we een ijsje (2 bolletjes, verschillende smaken) hadden gehaald, bezochten we tot slot nog een kathedraal die was gebouwd op (zichtbare) fundamenten uit de Romeinse tijd. Binnenin bevond zich nog een sfeervolle binnentuin. Na ongeveer 4 kilometer te hebben gewandeld keerden we weer ‘campingwaarts’ over dezelfde mooie slingerweg van de heenweg. Deze leidde ons over de Col de Madeleine die we gisteren al met de fiets hadden ‘geslecht’. Na het eten (gebakken krieltjes, sla en een soort lekkerbekjes) begon de lucht te betrekken. Om morgen in ieder geval met droge fietsen te kunnen vertrekken staan deze nu in tent op de fietsdrager. En wij? Wij zitten er gezellig naast…
Waar wij morgen dus de kale berg op willen fietsen, deed onze Belgische achterbuur dit vandaag al. De man met een, op z’n zachts gezegd, niet al te sportief figuur fietste offroad tot aan Chalet Reynard. Vandaag de dag beweegt hij zich voort met een E-bike maar in betere tijden en 30 kg lichter was hij een fervent wielrenner die de zwaarste tochten (Marmotte, Kannibaal etc.) niet schuwde. Die Belgen blijven echte wieler liefhebbers!


De Reus van de Provence
Toen ik net was begonnen met fietsen kocht ik ooit het boek ‘De Kale Berg’ met heel veel info over de Mt. Ventoux. Die berg die moest ik ook ooit eens bedwingen vond ik…
Behalve met de auto had ik het in die 25 jaar dat ik nu fiets nog steeds niet gedaan. Ook omdat ik er inmiddels achter was dat ik geen overmatig getalenteerd klimmer was. Maar zo’n berg blijft toch ‘roepen’. Elke zichzelf een beetje respecterende fietser moet ‘m een keer gedaan hebben, om er over mee te kunnen praten. Daarom togen Jeannette en ik dus naar de Provence en op woensdag planden we onze Koninginnerit naar de top van de Reus van de Provence. Ik had zelf een route gemaakt die ons via de Gorges de la Nesque en Sault richting de Ventoux zou brengen en via de andere kant richting Maloucène weer terug. Om half 10 vertrokken we voor de ruim 100 km lange tocht. Gelijk uit de start liep de weg omhoog en mijn benen protesteerden daar direct op, verzuring. Gelukkig trok dat gedurende de eerste 15 km langzaam weg. Via Flassan en Villes-sur-Auzon fietsten we de Gorges de la Nesque in, over een prachtige weg langs de diepe kloof. Langzaam wonnen hier de hoogtemeters maar als er zoveel te zien is merk je dat bijna niet. Tijdens een korte stop werden verrast met het bezoek van een vosje dat waarschijnlijk de geur van onze broodjes pindakaas had geroken. Brutaal maar op z’n hoede kwam het beestje steeds dichterbij. We hebben het maar niets gegeven, waarna hij of zij uiteindelijk maar weer vertrok. Na de Gorges kwamen we aan in Sault waar we een fles water en twee stukken Mars kochten en even genoten van het uitzicht op de uitgebloeide lavendelvelden. Nu volgde het klapstuk van de dag, de reden van ons bezoek aan deze regio: de 26 km lange klim naar de top van de Mont Ventoux! Onder de kenners staat de beklimming vanuit Sault bekend als de ‘watjes kant’. Dit omdat de eerste 20 km gemiddeld iets minder steil is dan de beklimmingen uit Bédoin en Maloucène. Voor mij is het met lange stukken van 7 – 8% zwaar genoeg, wetende dat de laatste 6 km stukken van boven de 10% bevat en we al heel wat klimwerk in de benen hadden. Op zich gingen die eerste 20 km best redelijk en in een constante flow. Vanaf Chalet Reynard, het restaurant aan het begin van het maanlandschap, waar ook de klim uit Bédoin uitkomt, werd het echter serieus stoempen en ook regelmatig even stoppen om de hartslag onder controle te krijgen. Ondertussen gaat het Jeannette allemaal wat makkelijker af en zij heeft tussendoor nog tijd om mij voor het nageslacht vast te leggen… Na ongeveer 3 uur (bruto) klimmen vanuit Sault was daar dan toch de top van de Mt Ventoux! Toch wel een speciaal momentje om daar op die koude kale berg te staan en te beseffen dat je op eigen kracht daar gekomen bent. In het winkeltje kochten we nog een souvenir en een pak tucjes om de honger te stillen, waarna we de mistige afdaling richting Maloucène indoken. In tegenstelling tot het klimmen, waar Jeannette mij de baas is, leef ik mij graag uit in de afdaling. Die naar Maloucène is een mooie, met een redelijk tot goed wegdek en soms lange rechte stukken. Een afdaling waar snelheden boven de 80 km per uur mogelijk zijn. Nu was het was mistig in het eerste gedeelte en stond er bovendien tegenwind waardoor ik uitkwam op ca. 75 km per uur maximaal. Tussendoor stopte ik een paar keer om Jeannette op te wachten, zodat ze wist dat ik niet van de weg geraakt was 😉. Vanaf Maloucène wachtte ons nog zo’n 16 km en nog een serieus klimmetje, de Madeleine. Daarna was het verder dalen naar Bédoin en de camping. Het laatste zuur in de benen hoopte zich op tijdens de laatste honderden meters naar onze tent op de camping. De weg daar naartoe stijgt ook nog met zo’n 6-9% Met 102 km op de teller en maar liefst 2265 hoogtemeters drukten we op het stop knopje van onze Garmin. Wat een epische fietsdag. Na de douche en de welverdiende borrel aten we ‘s avonds bij een pizzeria in Bédoin. Welverdiend dachten wij…





Vakantie..
Rust was het toverwoord. Na de inspanning op de Mont Ventoux was het tijd om ook nog een beetje vakantie te vieren. Dat laatste is natuurlijk een dolletje want alles wat we tot nog toe gedaan hebben was natuurlijk vakantie. Maar het leek ons wel verstandig om de benen wat rust te geven. Daarom deden we lekker rustig aan deze dag, een beetje zonnen, een wasje doen, boodschappen in Bédoin en ‘s middags nog een rustige wandeling. In Bédoin koop ik nog een mooi wielershirt om mezelf met mijn prestatie van gisteren te belonen. Tijdens de wandeling kwamen we door het oudere gedeelte van het plaatsje en kuierden op ons gemak door de directe omgeving langs okergekleurde rotswanden en droge zandpaden. Vanzelfsprekend voelden we wel enige verzuring tijdens de gedeelten die enigszins omhoog voerden, maar gelukkig was het allemaal goed te doen.


Gorges de la Nesque, maar dan andersom..
Een week vakantie met veel activiteiten is natuurlijk snel voorbij. Met nog een volle dag te gaan wilden we nog eenmaal een mooie fietstocht maken. We besloten nogmaals de Gorges de la Nesque door te fietsen maar nu in de omgekeerde richting. Het grote voordeel daarvan was dat we deze prachtige weg dan in dalende lijn zouden fietsen en natuurlijk weer andere doorkijkjes gepresenteerd zouden krijgen.
Opnieuw was het prachtig weer, zonnig en niet teveel wind. Echt zo’n dag dat je blij bent dat je fietsliefhebber bent!
Over prachtige rustige wegen fietsen we door de Vaucluse en genieten volop. Toch moet er ook wel weer geklommen worden maar ondanks dat benen wel wat zwaar voelen is het geen straf. Na een mooi lopende klim van ongeveer 15 km probeer ik vlak bij de top nog even om Jeannette voorbij te steken, maar helaas heeft ze me net op tijd door en komt zij toch als eerste over de top..
Na een kilometer of 40 kwamen we bij Monieux, wat we al een tijdje tegen de bergwand zagen liggen. Monieux is bekend geworden dankzij het boek ‘De Bekeerlinge’ van Stefan Hermans. Hier besluiten wij om een lunchpauze te houden. Daarvoor moeten we wel eerst nog even stevig omhoog fietsen. In de schaduw op een lommerrijk terras bestellen we een koud drankje, taart en een belegde baguette. Die laatste twee delen we eerlijk.
Vanaf Monieux fietsen we weer de Gorges de la Nesque in en mogen we bijna 20 kilometer afdalen. Niet steil naar beneden maar met een procentje of 3 gemiddeld. Als we beneden aankomen is het nog ongeveer 10 kilometer naar de camping en die gaan, helaas voor mij, wel weer omhoog. Hier lopen mijn benen helemaal vol en terwijl Jeannette bij me wegfietst ploeter ik in eigen tempo richting Bédoin. Ik ben blij als ik onze plek op de camping op fiets en de fiets op de fietsdrager kan zetten..
De rest van de dag vullen we met het voorbereiden van onze vertrek dag. Een beetje opruimen, restjes opmaken en tussendoor uitrusten.



Terug naar huis
06:00 uur ging de wekker. In tegenstelling tot de heenweg besloten we ditmaal op een iets normalere tijd te vertrekken. Lang verhaal kort: het werd een voorspoedig reis terug naar Zwolle. Een weekje vakantie in de Provence was, ondanks de lange autoreis, een schot in de roos. Het weer was geweldig, de omgeving oogverblindend en we haalden alles uit onze beschikbare tijd. De beklimming van de mythische Mont Ventoux was het absolute hoogtepunt van deze week, maar ook tijdens alle andere activiteiten die we ondernamen genoten we volop. Eigenlijk klopte alles deze week en we gaan zeker nog eens terug naar dit mooie stukje Frankrijk!
