Pelgrimage du Cycliste (deel 1)
Om dit verhaal te duiden moet ik beginnen met te vermelden dat ik een atheïst ben. Een vrij eenvoudige definitie van het woord atheïst is ‘zonder geloof in een god’ maar daarmee is niet alles gezegd want er zijn net zo veel soorten atheïsten als gelovigen op de wereld. In mijn specifieke geval is de definitie; ‘zonder geloof in een god en/of hogere macht’.
Geen geloof in een hogere macht dus en de enige hemel die ik erken is de fietshemel en die fietshemel? …dat is een eeuwige afdaling.
Als ik in de afgelopen maanden tegen mensen in mijn kennissenkring vertelde dat ik ga fietsen tussen Lourdes en Santiago de Compostella, de pelgrimsroute, dan keken ze me vaak een beetje meewarig en vragend aan; jij op de fiets op een pelgrimsroute? Steevast moest ik dan ook uitleggen dat het mij vooral om de fysieke prestatie zou gaan en dat ik zeker niet ging om geestelijke steun of iets dergelijks te vinden.
Als het voor mij al een pelgrimage wordt, dan toch zeker een van het fiets-gerelateerde soort.
‘de enige hemel die ik erken is de fietshemel en die fietshemel? …dat is een eeuwige afdaling’
Toen de eerste berichten bij mij binnenkwamen dat er vanuit Swolland een fietstocht van Lourdes naar Santiago de Compostella werd georganiseerd, stond ik niet gelijk te springen van enthousiasme. De gezondheidsperikelen van 2015 en 2016 lagen nog vers in het geheugen en over hoe mijn lichaam zwaardere inspanningen zou doorstaan stond ik nog lang in het ongewisse. Pas nadat bleek dat het allemaal erg goed ging en ook mijn vakantie in de juiste periode gepland kon worden besloot ik mij met enige vertraging alsnog in te schrijven voor de trip van in totaal 12 dagen, waarvan 8 op de fiets over behoorlijk geaccidenteerd terrein.
Vanaf het moment dat de kogel door de kerk was wist ik dat er getraind moest worden en dat al het benodigde materiaal aanwezig en in goede conditie moest zijn. Het materiaal was volgens mij prima in orde, of dat ook goldt voor de conditie moest ter plaatse blijken en mocht dat onverhoopt niet zo blijken te zijn dan moest ik er toch maar een schietgebedje tegen aan gooien….
Hieronder, in meerdere delen, een verslag van mijn ‘Pelgrimage du Cycliste’
DAG 1/2
Als ik wakker word uit een van de vele korte, oncomfortabele, hazenslaapjes en moe uit het raam kijk zie ik Tours op de borden staan. Dat betekent dat we al een mooi eindje voorbij Parijs zijn gekomen.
In de verte zie ik de zon langzaam opkomen en de klok op m’n mobiel geeft 05:40 aan.
Gisteravond waren we met 18 mannen en vrouwen vertrokken vanaf de EZB-garage, gesponsord door Harry Timmer. Uitgezwaaid door familie en belangstellenden, daaronder ook Jan S. en Fred B. die ons, met spijt in de ogen, uitgeleide deden.
Bij De Meern pikten we de 19e medereiziger op en daarna togen we, onder regenachtige omstandigheden, naar het zuiden.
De eerste uurtjes van zo’n busreis zijn altijd als een soort schoolreis, spannend. De hele dag had al in het teken gestaan van inpakken en ‘heb ik nu alles’? En dan ineens ben je met een bus vol gelijkgestemden onderweg. Er wordt gelachen en fietservaringen worden gedeeld, want ja, fietsen is wat ons allen bindt. Na een aantal korte stops, een paar slaapmutsjes en een slaappil moet dan de slaap gevat worden onder andere omstandigheden dan we thuis gewend zijn. Ik moet zeggen ik heb mijn dubbel geveerde boxspring nooit meer gemist dan de afgelopen uurtjes.
Toch zijn we inmiddels al voorbij Tours en meer dan halverwege richting onze eindbestemming; Argeles-Gazost bij Lourdes.
Van de beruchte ‘zwarte zaterdag’ hebben we, op enkele kleine files, nagenoeg geen last. Op de snelweg tussen Tours en Bordeaux zijn het vooral de Fransen zelf die hun weg naar kust en Pyreneeën zoeken.
Tegen tienen begint het landschap langzaam maar zeker glooiender te worden en de eerste zonnebloemvelden liggen ook al weer achter ons. Lourdes en de Pyreneeën, we komen eraan….
Na uiteindelijk een busrit van ca.17 uur rijden we tegen 13.30 uur Lourdes binnen. In de pelgrimsplaats is het, als altijd, een drukt van belang. Toeristen, zieken, kreupelen en een fietsclub uit Zwolle, iedereen kijkt de ogen uit bij het zien van alle gebouwen en de toewijding en hoop bij hen die erin geloven. Voor al die mensen is het vast en zeker een houvast, voor mij persoonlijk is het niet meer dan een soort Valkenburg aan de voet van de Pyreneeën.
De temperatuur is inmiddels al behoorlijk opgelopen richting de 30 graden en een slok van het gratis verkrijgbare wijwater uit de kraan zorgt voor enige verfrissing, er zit zelfs een apart smaakje aan.
Na de sightseeing lopen we nog wat te banjeren door de straat met links en rechts winkeltjes met Mariabeeldjes en kaarsen in alle maten en prijzen. De economie van Lourdes vaart er wel bij.
Als een aantal van ons ook nog een pelgrimspaspoort hebben weten te scoren is het weer tijd om naar de bus te lopen en de laatste 20 km richting ons hotel in Argeles-Gazost op te zoeken en op het schaduwrijke terras een welverdiend drankje te nuttigen.
Morgen moet het dan echt gebeuren de 1e etappe van de Pelgrimage du Cycliste, met een beetje gezonde spanning zoek ik die avond de 3 persoonskamer op…….
Zicht op de Pyreneeën vanuit Argeles-Gazost
DAG 3; eerste fietsdag
Omdat de eerste etappe moet beginnen in Lourdes en ons hotel in Argeles-Gazost, een kilometer of 20 verderop, lag moeten we eerst met z’n allen in de bus. Aangekomen in Lourdes, waar het ook op dit vroege tijdstip (08:30 uur) al weer erg druk was met allerhande gelovigen, moeten eerst onze fietsen uit de bus geladen worden, de bidons gevuld worden met (wij)water en een foto in Swolland tenue gemaakt worden voor de kathedraal van Lourdes.
Na een laatse toiletbezoek kunnen we uiteindelijk rond 09:00 starten met de 8-daagse fietstour met in totaal zo’n 970 km. De eerste etappe ging hoofdzakelijk evenwijdig aan de Pyreneneeen richting St. Pied de Port, waar één van de belangrijke toegangswegen over de Pyreneeen richting Spanje ligt.
Nu kan ik gaan uitwijden over de hele gefietste route, maar het belangrijkste was dat we eindelijk op de fiets zaten. Dat we na die lange busreis konden doen waar we voor waren gekomen, fietsen.
Het zou gelijk de langste etappe van de hele week worden. 130 km geaccidenteerde kilometers rolden onder de smalle bandjes weg. Dat was minder dan oorspronkelijk gepland omdat er op voorhand nogal, op z’n zachtst gezegd, ongerust was gereageerd op de lengte en zwaarte van de verschillende etappes. Hierop waren de routes , waar mogelijk, op lengte en hoogtemeters aangepast.
Als opwarmertje krijgen we op deze eerste dag 1380 hoogtemeters te verwerken met de Col d’Osquisch (500 mtr) als hoogtepunt na een relatief makkelijke klim van zo’n 6 km waarin een hoogteverschil van ongeveer 360 meter werd overbrugd. De hele dag fietsen we in tamelijk bewolkt weer met gematigde temperaturen terwijl we de echte toppen van de Pyreneeën in wolken gehuld konden zien liggen, de volgende dag zouden we daar vanuit het begin overheen moeten dus enig ontzag boezemde die aanblik wel aan.
Aan de gezichten van sommige van mijn medefietsers te zien werd er al voorzichtig steun gezocht bij Sint Christoffel (beschermheilige van de reiziger) bij de aanblik van al die bulten aan de einder…
Onderweg waren er nog een paar kleine ongevalletjes uit stilstand, Gerhard zijn ketting deed niet wat z’n derailleur wilde waardoor Gerhard ietwat onzacht op het asfalt terecht komt. Ikzelf kom in de problemen tijdens het keren op een erg slecht grindpad waardoor m’n voorwiel wegglijd en ik zijwaarts kom te vallen met mijn knie op een behoorlijke kei met een plotseling opkomend ei, net onder de knie, tot gevolg. Gelukkig kan ik gewoon doorfietsen mede dankzij de jodium van Jan M. , wel voelde de boel wat stijfjes aan.
Aan het eind van deze eerste etappe fietsen we het stadje St. Jan Pied de Port binnen en via een vrij steil weggetje komen we uiteindelijk uit bij ons hotel (Camou) waar we worden verdeeld in twee gebouwen, één naast en één tegenover het plaatselijke kerkhof. Dan scheelt het toch echt wel als je niet bijgelovig bent.
Na de douche drinken een aantal van ons een welverdiend hersteldrankje op het kleine terras, terwijl het langzaam begint te spetteren. Die avond eten we in een restaurant in het drukke centrum van het toeristische plaatsje, waar onder het genot van een wijntje op de eerste fietsdag werd teruggekeken. De kop is eraf, nog zeven etappes te gaan….
Aan het eind van deze eerste etappe fietsen we het stadje St. Jan Pied de Port binnen en via een vrij steil weggetje komen we uiteindelijk uit bij ons hotel (Camou) waar we worden verdeeld in twee gebouwen, één naast en één tegenover het plaatselijke kerkhof. Dan scheelt het toch echt als je niet bijgelovig bent…
DAG 4; tweede fietsdag
‘De ochtend van de lange klim’ met die gedachte word ik om een uur of 5 wakker. Vandaag gaan we gelijk uit de start en met koude spieren de 25 km lange klim naar de top van de Alto d’Ibaneta (1050 mtr) en de rest van de etappe over de Pyreneeën aanvangen.
Het geleverde ontbijt in het gedateerde hotel is nogal eenvoudig van aard en ik besluit er niet te veel van te nuttigen ondanks de te verwachten inspanningen van die dag, immers de bus van M&M is altijd in de buurt. Van teveel eten in de ochtend krijg ik altijd last en dat kan ik er deze dag echt niet bij gebruiken.
Zoals elke dag vertrekken we op tijd (08.00 uur) en al na een meter of honderd, na het verlaten van het hotel, slaan we rechtsaf en begint de lange klim, eerst nog met gematigde stijgingspercentages waardoor we als groep bijeen kunnen blijven. Richting de helft van de klim nemen de percentages echter toe en word het meer en meer klimmen op eigen tempo, terwijl de groep langzaam uiteen valt.
Ikzelf kan redelijk lang in het spoor blijven van de betere klimmers en pas met nog een kilometer of 10 te gaan, als het echte steile gedeelte begint moet ik lijdzaam toezien hoe men bij mij weg fietst. Alleen gelaten probeer ik in een soort ritme te komen en terwijl het landschap langzaam verdwijnt in een gordijn van wolken ploeter ik naar boven. Wat zou ik hier graag wat steun gehad hebben van Sint Joseph (beschermheilige van de arbeid) om mijn geploeter wat dragelijker te maken, maar gedoemd zijn de ongelovigen en op behoorlijke achterstand bereik ik de in een dikke mist gehulde top. Daar verwacht ik eigenlijk de bus maar die blijkt enkele kilometers verderop onder top en uit de wolken in een vriendelijk zonnetje te staan, welkom Spanje!
Bij de bus heb ik alle tijd om even bij te komen want er zijn ook nog mensen die nog niet boven zijn. Van die situatie maak ik dankbaar gebruik door even flink te bunkeren. Op de flanken van de Spaanse heuvels loopt een kudde schapen en even verderop vermeld een bord dat het naar Santiago nog 790 kilometer te gaan is…
Na een lange klim volgt gelukkig ook (bijna) altijd een lekkere afdaling. Vanaf de Alto d’Ibaneto gaat dat echter in gedeelten, toch haal ik op het steilste stuk nog een max. van ongeveer 68 km/h. Het zal in de volgende dagen nog iets harder gaan.
Het vervolg van de etappe word een behoorlijk zware onderneming, mede door de ineens ontplofte temperatuur die aan de Spaanse zijde van de bergketen een graad of 15 hoger ligt dan aan de Franse zijde. Dat opgeteld bij het heuvelachtige parcours met soms klimmejes van rond de 10% maakt deze dag tot een ware uitputtingsslag. Op één van de vlakkere gedeelten langs de autoweg worden we opnieuw opgeschrikt door een pechgevalletje als Loes met beide wielen tegelijk in een bandbrede spleet in het asfalt tercht komt, met twee lekke banden tot gevolg. Loes kan een valpartij maar ternauwernood vermijden en is zichtbaar geschrokken. Terwijl de twee binnenbanden en een buitenband worden verwisseld valt mijn oog op een kilometerpaaltje met daarop ’13 km’, gelukkig ben ik niet bijgelovig….
Verderop onderweg passeren we nog de prachtige Puente Romanico. Het is een ontmoetingsplaats voor pelgrims die in de loop der eeuwen verhalen en legendes hebben doen ontstaan. Het water van de Arga, die onder de indrukwekkende boog van de eeuwenoude brug door stroomt, fluistert de meest verrassende verhalen door aan de reizigers die zich laten meeslepen door het gekabbel van deze rivier. Wij gunnen ons die tijd niet en na een foto-moment gaan we snel verder.
Zoals gezegd liep de temperatuur erg op in het Spaanse land, mijn Garmin geeft op een gegeven moment 40 graden aan. Het zorgt ervoor dat de bidonnetjes erg snel leeg zijn elke keer en ook nadat we voor de laatse keer bijgevuld hebben bij de bus, blijkt het niet voldoende. Bij aankomst in een zinderend warm plaatsje, waarvan mij de naam even ontschoten is, besluiten we om een terras op te zoeken voor een verfrissing. Helaas blijkt er niets open (siesta) en nemen we onze toevlucht tot een speelplaats met waterpomp op een lommerrijke plek. Terwijl hier de bidonnen worden gevuld zoeken mijn slapie Henk W. en ik even de wipwap op om te genieten van een beetje ‘wipwind’, je moet immers wat als je het warm hebt. Gelukkig is het vanaf die plek niet heel ver meer naar Estella, de finishplaats. In Estella logeren we in hotel-bar Yerri waar de kamers redelijk ruim zijn, al gold dat voor onze kamer iets minder omdat we er met 3 personen op moeten. De verfrissende douche maakt veel goed. In de bar op drinken we een biertje of wijntje alvorens we aan dis plaats nemen. We mogen kiezen uit eend, forel of vegetarisch en ongeacht de keus smaakt het een ieder goed. Nadat het ijs is geserveerd word nog even gezellig nagetafeld onder het genot van een wijntje of een biertje. Het was een pittige dag en nog voor de klok 11 heeft geslagen ligt iedereen moe maar behoorlijk voldaan op bed.
Puente Romanico
Hallo pelgrim.
Het 1e deel is al een genot om te lezen en ik kan dus niet wachten op het 2e en wellicht 3e deel. Fietsen gaat je aardig af, maar schrijven gaat toch net iets makkelijker en beter. ?
Groeten Harry
Dank Harry,
Soms had ik het graag andersom gehad, iets beter fietsen dus….vooral bergop.
Gr.
Hans
Leuk dat er zelfs voor de hopeloze gevallen een beschermheilige is.
🙂