Pelgrimage du Cycliste (deel 2)
Na de behoorlijk pittige start van onze ‘Pelgrimage du Cycliste’ volgde een aantal relatief lichtere etappes, met de nadruk op relatief. Want zeg nou zelf, wanneer fiets je als eenvoudige toerfietser nu dagen achter elkaar meer dan 100 km op behoorlijk geaccidenteerd terrein, eet je meer dan je eigenlijk zou moeten doen omdat het nu eenmaal aangeboden wordt door de begeleiding en drink je ’s avonds elke keer net één hersteldrankje meer dan (sportief gezien) verstandig is, omdat het allemaal zo gezellig is.
Nou ja, onze goede vriend Bacchus had geen klagen en wij? Wij fietsten gewoon verder……
DAG 5, derde fietsdag
Omdat de bus op een behoorlijke afstand van de ingang van het hotel geparkeerd stond, moesten wij nog even een flink eind sjouwen met onze bagage. Gelukkig was het ontbijt die ochtend naar behoren dus aan energie ontbrak het ons niet.
Er stond ons deze dag een afwisselend parcours te wachten; een behoorlijke klim uit het vertrek, daarna een tijdje op en af om af te sluiten met een paar honderd meter hoogtewinst in gedeelten. De eerste kilometers gingen gelijk omhoog met een max. van tegen de 8.5%, gelukkig voelden de benen redelijk goed na de vorige dag.
Na de klim volgde een 10 km lange niet zo steile afdaling waarna de eerste p.p. (plaspauze) volgde aan de kant van een lange doorgaande weg met niet heel veel beschutting. Voor de dames in ons gezelschap is het altijd weer een uitdaging om op dat soort plaatsen een beetje beschutte plek te vinden om te kunnen doen wat voor ons mannen zo veel simpeler is. Geef ons een boom en we zijn klaar, al is het met de huidige kwaliteit fietsbroeken nog weleens zoeken naar het gereedschap. Vrouwen moeten, na het vinden van de juiste bosschage, elke keer weer een ‘Dumoulintje’ doen om het overtollige vocht kwijt te raken. De vastgestelde plaspauzes duurden meestal ongeveer 10 minuten, net voldoende voor iedereen om, indien nodig, de blaas te ontlasten en weer nieuwe energie naar binnen te werken.
Het vervolg van de etappe ging zoals gezegd op en af waarbij steeds meer aan hoogte werd gewonnen. Nadat we in het begin hoofdzakelijk langs doorgaande wegen fietsten, zonder al te veel verkeer overigens, kwamen we verderop in meer afwisselender terrein terecht. Eerst passeerden we de stad Logronô en stopten even voor een fotomoment bij één van de vele kerkjes op de route, vervolgens fietsten we dwars door het Parque de La Grajera waar het op de witte gravelwegen een drukte van belang is met pelgrims. Door de vele tempowisselingen raakte hier een gedeelte van onze groep de aansluiting kwijt om vervolgens het verkeerde pad in te slaan. Het levert ons een extra stop en wat commentaar van de achterblijvers op.
Geef ons een boom en we zijn klaar, al is het met de huidige kwaliteit fietsbroeken nog weleens zoeken naar het gereedschap.
Vrouwen moeten, na het vinden van de juiste bosschage, elke keer weer een ‘Dumoulintje’ doen om het overtollige vocht kwijt te raken.
Na circa 45 km stonden Cor en Linda op ons te wachten bij de bus, tijd om te eten en drinken. Na de pauze voelde ik al gauw dat het lijf niet meer deed wat ik zelf graag wilde. Elk heuveltje werd een martelgangetje op zich en ik voelde me gezegend met iedere afdaling die erop volgde zodat ik de opgelopen achterstand weer relatief makkelijk kon goed maken. Of het de warmte was, de inspanningen van de eerste dagen in combinatie met de busreis of dat laatste hersteldrankje ik weet het niet, maar feit was dat m’n hartslag steeds meer moeite kreeg om mijn inspanningen te volgen en ik was dan ook blij dat we na een kilometer of 80 voor de tweede maal de bus zagen staan.
Tijdens deze tweede bus stop besloot ik, na lang twijfelen, om de laatste 30 km niet meer op te stappen en m’n heil in de bus te zoeken. Ondanks dat ik mij niet voor die keus schaamde vond ik het wel jammer want het betekende dat ik sowieso de gehele Camino niet fietsend zou afmaken, maar het was niet anders; luisteren naar je lijf had de cardioloog immers op mijn hart gedrukt vorig jaar….
In de bus was het trouwens best gezellig want ook Loes, Harry, Jaap en Gerard hadden plaatsgenomen.
Bij aankomst in het, aan een drukke doorgaande weg gelegen, hotel in Belorado kon ik in de 3-persoonskamer ditmaal het beste bed alvast confisqueren en zo zie je maar weer; ‘elk nadeel heb ze voordeel’ om de wijze woorden van de enige echte verlosser Johan Cruijff nog maar eens te gebruiken.
Nadat de overige fietsers waren gearriveerd hoorden we dat de busreizigers aan de laatste 30 km weinig hadden gemist, saai, saai, saai was de teneur, dat voelde dan toch als een extra doekje voor het bloeden.
Na het douchen vertrokken we met de bus naar Burgos, waar een bezoek werd gebracht aan de kathedraal of een naburig terras en waar later die avond ook werd gegeten.
De bouw van de kathedraal van Burgos begon in 1221 en duurde met tussenpozen tot 1557 en staat ingeschreven op de werelderfgoedlijst van de UNESCO. Ik moet toegeven dat het een erg mooi bouwwerk is, van buiten althans, binnen ben ik niet geweest. De verleiding van het tegenover gelegen terras was mij en m’n slapie Henk te groot, maar ons uitzicht was majestueus…
Toen iedereen klaar was met het bewonderen van de kathedraal konden we plaatsnemen op het terras van het restaurant waar we de maaltijd zouden nuttigen. Zodra we zaten werd ons 3 gangen menu in sneltreinvaart gepresenteerd. De ruim voorradige obers wisten niet hoe snel ze ons moesten bedienen en we werden dan ook nauwlettend in de gaten gehouden, want bordje leeg was bordje weg… (wel op tijd je bestek ernaast leggen naturlijk).
Hoogtepunt van de maaltijd was ongetwijfeld de derde gang; het dessert in de vorm van een voorverpakte ijsco, ach als je het warm hebt smaakt ook dat best.
Tijdens de terugreis met de bus richting het 45 km verderop gelegen hotel kregen we vast een voorproefje van wat ons de volgende ochtend uit het vertrek te wachten stond. Vanaf het hotel ging het 10 km lang stevig omhoog langs de drukke doorgaande weg van Belorado via Santo Domingo de la Calzada naar Burgos. Eerst maar een nachtje over slapen dacht ik nog….
DAG 6, vierde fietsdag
Voor de verandering begonnen we de dag eens aan de bar. Niet om ons vol te laten lopen maar om te ontbijten.
De uitbaters presenteerden ons de croissants en andere deegwaren aan de bar en het was dan ook even flink organiseren in de kleine ruimte die dienst deed als receptie annex bar. Uiteindelijk kregen we echter allemaal ons brood, koffie of thee en sap.
Nadat alle bagage weer in de bus was geplaatst konden we ons opmaken voor de al eerder gememoreerde snelweg-klim met dien verstande dat niet iedereen het zag zitten om langs de snelweg te fietsen. Zo kwam het dat er in totaal 3 groepen (groepjes) onderweg waren deze dag. Enkele anderen kozen ervoor om het eerste gedeelte, tot aan de eerste buspauze, met de bus te gaan.
De rest vertrok dus langs de snelweg in de richting van Burgos. De klim langs de snelweg varieerde van 2.5 tot maximaal 8% en was, ondanks het langsrazende vrachtverkeer toch redelijk goed te doen. Zoals altijd klom ik in de middenmoot maar eigenlijk ging het best aardig, ook gezien de mindere conditie van een dag eerder.
Burgos bereikten we na een dikke 40 km en de daar geplande bus stop kwam als gelegen, door de warmte en al het klimwerk had ik beide bidons al leeg en een banaantje ging er ook wel in. Cor en Linda hadden de bus op een lommerrijke plek gezet en het was goed toeven in de schaduw. Vanaf hier fietsten ook busreizigers weer mee en met een bijna voltallige groep (minus de 2 afgesplitste groepjes) gingen we weer op pad.
Dwars door Burgos en weer langs de kathedraal fietsten we vervolgens verder in westelijke richting. We passeerden kilometers desolaat landschap en ellenlange grindwegen, maar ook interessantere plekken. Bij een schijnbaar verlaten kerkhof lasten we een plaspauze in, rond de muren van het afgesloten terrein lagen her en der kunstrozen op de grond. Ik besloot er een aantal bij elkaar te rapen en de dames in de groep mee te belonen, ik vond dat ze het wel verdiend hadden…
Ondertussen spotte iemand twee herten aan de einder, voorzichtig fluisterend werden ook anderen op de beide dieren, die rustig stonden te grazen, gewezen. Gerhard was echter zo enthousiast door de aanblik van het wild dat hij op luide toon benadrukte wat hij zag; “HERTEN” waarop de dieren alsnog zonder om te kijken het hazenpad kozen. Gerhard is een welbespraakt man maar bij het spotten van wild heeft hij nog iets te leren…
Na de inspannende laatste klim van de dag gingen de slotkilometers hoofdzakelijk in dalende lijn, altijd lekker en helemaal bij temperaturen van rond de 40 graden. Met nog ongeveer 25 km vonden we de bus bij een ruïne van een kerk ter hoogte van Castrojeriz. Op deze plek was het voor de pelgrimskaarthouders mogelijk om weer een stempeltje te scoren. Bij de bus werden we verwend met allerlei lekkers uit de toverketel van Cor en dat zakte er wel in.
Gerhard is een welbespraakt man, maar bij het spotten van wild heeft hij nog iets te leren…
Nadat iedereen zich tegoed had gedaan en de bidons waren gevuld stapten we weer op voor de slotkilometers van de dag richting Frómista. Op weg daarnaartoe kregen we nog een aantal lange eentonige wegen te verwerken dwars door de graanschuur van Spanje. Een aangename verrassing werd ons deel bij het binnenrijden van de finishplaats. Op die plek werd het water van het Canal de Castilla in meerdere trappen omlaag geleid door een fraaie stuw. Ondanks de warmte namen we uitgebreid de tijd om een en ander te aanschouwen en te genieten van het bouwwerk en z’n omgeving.
Vanaf de stuw was het nog slechts een kilometer naar ons hotel en daarna nog een paar honderd meter naar de garage waar onze fietsen gestald konden worden. Gebakken en gebraden zochten we vervolgens de hotelkamer op om, na een verfrissende douche, plaats te nemen op een aangrenzend terras waar bier met ijs geserveerd werd…
Het diner vond plaats bij een soort pelgrims B&B waar het in het kleine restaurant gedeelte erg warm was. Afgezien van een soort bonensoep was de maaltijd opnieuw nagenoeg ‘groente loos’ maar smakelijk.
De dag werd door een aantal van ons afgesloten met een bezoek aan de ‘Plaza San Martin’ waar we, in de schaduw van de Iglesia de San Martin, genoten we van een kop koffie of cappuccino. Het plein ademde een serene rust uit en dat hadden we wel nodig na deze intensieve dag…
DAG 7, 5e fietsdag
De 5e etappe van Frómista naar Leon kan ik eigenlijk afdoen met één woord; saai. Het werd een etappe met weinig hoogtemeters, veel lange rechte wegen en graan, veel graan. Een echte overgangsetappe, maar gelukkig was het ook een van de kortste etappes.
Onderweg zagen we veel pelgrims lopen langs deze lange wegen zonder enige vorm van beschutting tegen de onbarmhartige zon, wij fietsers genoten nog een beetje van onze eigen (warme) rijwind maar ik had echt medelijden met die arme wandelaars.
Ik zal niet verder uitwijden over het fietsgedeelte van deze dag daarvoor was het te saai. Na aankomst in Leon togen we, alweer, richting de plaatselijke kathedraal. Niet geheel toevallig belanden Henk en ik opnieuw op een terras tegenover diezelfde kathedraal, terwijl het vrouwelijke gedeelte van de groep op zoek ging naar Gaudi en ‘m blijkbaar vonden ook…
Nadat het bezoek aan de kathedraal kwamen ook de overige deelnemers naar het tegenover gelegen terras om te genieten van een verfrissing en een kleine geschiedenisles van Gerhard.
’s avonds volgde nog een diner welke op een Spaanse tijd (21:00 uur) werd geserveerd en waar we konden genieten van o.a. dorado (vis). Daarna was het tijd om te gaan slapen op de erg warme hotelkamer.
DAG 8, 6e fietsdag
Na de saaie, warme overgangsetappe volgde er weer enerverende dag. Het begon met een vroeg toiletbezoek omdat ik een beetje last van de darmen had, vanzelfsprekend hoopte ik daar verder geen last van te krijgen gedurende de dag. Naar buiten kijkend door het hotelraam zag ik dat vandaag behoorlijk waaide.
Na het uitgebreide ontbijt konden we de fietsen uit de garage halen en ik was erg benieuwd of mijn di2 accu naar behoren was opgeladen door mijn powerbank en gelukkig gaf de Garmin 100% di2 batterij weer. Dat was goed nieuws omdat schakelen de komende paar dagen nog wel nodig was en de accu de dag ervoor nog maar op 30% stond.
Met een paar kilometer vals plat verlieten we Leon en nadat we de stad weer achter ons hadden gelaten bleek dat wind ons vooral vanaf de zijkant parten speelde iets waar ikzelf iets extra last van had vanwege mijn hogere velgen. Gelukkig was Harry ten H. (uut Almeloo) bereid om als een soort windscherm aan de windkant van de weg te gaan rijden en daardoor de meeste wind voor mij weg te vangen.
Het was overigens wel belangrijk om wat extra energie te sparen omdat later op de dag nog een flinke klim op ons zou wachten, de Puerto de Manzanal. Vervolgens beloofde het hoogteprofiel ook nog eens een mooie lange afdaling en daar keek ik al de hele week naar uit…
Tot aan kilometer 60 verliep de etappe redelijk vlak met zo nu en dan een ‘hikje’. Zoals gezegd was in het eerste gedeelte vooral de wind in combinatie met de temperatuur (40 graden) de grootste tegenstander.
Onderweg rolden verschillende ondergronden onder wielen door, van gravelpaden tot stuiterende kinderkopjes op vaak erg mooi gebouwde bruggen. Eenmaal is de ondergrond dermate slecht dat we besluiten tot een omlegging waardoor we ook de geplande bus stop moesten aanpassen. Na wat heen en weer gebel komen Cor en Linda uiteindelijk met de bus naar ons toe in plaats van andersom.
Net voor we zouden beginnen aan de circa 20 km lange klim naar de Puerto de Manzanal met stijgingspercentages tot 7% stopten we nog even in de plaats Astorga voor het maken van foto’s van weer een fraaie kathedraal. De eigenlijke klim begon met acceptabele percentages wat mij de gelegenheid gaf om iedereen te fotograferen bij de passage van één van de enorme Spaanse stieren die met regelmaat opdoken in het landschap.
Vanaf dat moment werden de percentages serieuzer en wat zoals gebruikelijk betekende dat ik de betere klimmers moest laten gaan en in eigen tempo, maar wel gestaag, de rest van de klim volbracht. Bovenaan stond gelukkig de bus alweer op ons te wachten, zodat de verloren gegane energie snel kon worden aangevuld. Voordat het echter zover was moest eerst van iedereen die boven kwam de gebruikelijk foto op de top (1225 mtr) gemaakt worden.
Terwijl we zo bij de bus stonden bij te komen vertelde Anja dat ze tijdens de klim alleen maar kon denken aan het nummer Jimmy (de eenzame fietser) van Boudewijn de Groot. Toen ik dat hoorde besloot ik maar niet wereldkundig te maken dat ik de hele klim het nummer I’ll Never Drink Again van Alexander Curly in m’n hoofd had zitten…
Na de bus stop konden we ons gaan opmaken voor de eerste echte serieuze lange afdaling (met bijbehorende percentages) van de week, tot dan waren de afdalingen meestal te kort of te ‘vlak’ om echt hemelse snelheden te ontwikkelen. De afdaling van de Puerto de Manzanal bood, wat dat betrof, meer hoop. De totale lengte van de afdaling was ongeveer 15 km met aansluitend nog ca. 10 km vals plat naar beneden. Vanaf het moment dat de weg serieus begon te dalen zette ik mij, samen met Henk, in de daal-positie (kop op het stuur, kont omhoog) en gingen los waarbij mijn maximumsnelheid net geen 70 km/h aantikte. Het was een afdaling mooie, goed lopende en overzichtelijke bochten waarbij op de iets vlakkere tussenstukken flink bijgetrapt kon worden. Een beetje de fietshemel toch wel.
Echter, in al ons enthousiasme, vergaten we dat er nog een hele groep achter ons fietste en terwijl wij volle bak doorknalden waren ze achter ons in de veronderstelling dat wij wellicht ergens een verkeerde afslag hadden genomen. Toen wij in het plaatsje Bembibre besloten om toch maar even te wachten ging al vrij snel mijn mobiel over; Bennie, met de vraag waar wij ergens waren. Het bleek dat wij inmiddels zo’n 8 km voor de groep zaten…
Terwijl we zo bij de bus stonden bij te komen vertelde Anja dat ze tijdens de klim alleen maar kon denken aan het nummer Jimmy (de eenzame fietser) van Boudewijn de Groot. Toen ik dat hoorde besloot ik maar niet wereldkundig te maken dat ik de hele klim het nummer I’ll Never Drink Again van Alexander Curly in m’n hoofd had zitten…
Nadat we weer gehergroepeerd waren werd besloten om een terras te zoeken voor een verkoeling. Bij die gelegenheid werd de ontstane verwarring van de afdaling gezamenlijk uitgesproken en betaalde Henk, als goedmakertje, de gehele rekening!
Vanaf de ongeplande tussenstop was het nog 20 pittige kilometers naar Ponferrada, waaronder nog een even een flink klimmetje van 16% max .
Bij het binnenrijden van Ponferrada stond een bijzonder toepasselijk kunstwerk op een rotonde; een grote groep fietsers in racehouding, waarschijnlijk neergezet ten faveure van een doorkomst of misschien wel finish van een etappe in de Vuelta.
Nadat we bij aankomst in het hotel de fietsen in de ontbijtzaal mochten plaatsen, konden we daarna alle vermoeienissen met een verkwikkende douche wegspoelen. Die avond moesten we ons verplaatsen naar een nabijgelegen bar-restaurant waar we, in de warme kelderverdieping, een prima maaltijd kregen voorgeschoteld. Ondanks dat eerder die dag Alexander Curly mij zo nadrukkelijk had toegezongen niet meer te drinken, smaakte de rode wijn toch wel weer erg fijn bij het eten.
Na het late avondmaal, Spanjaarden houden er vreemde tijden op na, was het eigenlijk al weer tijd om te gaan slapen. Eenmaal plat, met volle maag, gingen mijn gedachten onwillekeurig uit naar de komende twee dagen waarin we, in ongeveer 218 km, nog 3300 hm te verwerken zouden krijgen. Gelukkig zouden de temperaturen wat matigen waardoor het geheel iets dragelijker werd.
Nog 2 dagen fietsen richting Santiago de Compostella, onze Camino begon al aardig vorm te krijgen, maar het zwaarste moest nog komen…
Wauw, mooi!! Het blijft (na-)genieten!
Zeker weten Anja