Pelgrimage du Cycliste (deel 3)
Ik had het al eens gezegd, maar toen ik al die wandelende pelgrims de afgelopen week zo zag lopen langs de Spaanse wegen, zonder beschutting geteisterd door de zon en hun eigen bagage, had ik echt medelijden met die mensen. Omdat ik wist hoe ver het nog was en hoe saai sommige wegen konden zijn. Ik kreeg per kilometer meer respect voor die mensen, zoveel dat ik onze eigen prestatie er een beetje door in de schaduw plaatste. Maar dat was natuurlijk niet terecht want ook wij hadden onze ontberingen, ontberingen in de vorm van de hitte en de soms behoorlijk lange klimmen.
Persoonlijk haalde ik eigenlijk best moraal uit al die wandelende pelgrims onder de zinderende zon tussen de onafzienbare graanvelden. Want als zij zo konden afzien dan moest ik de laatste 2 fietsdagen toch ook door kunnen komen? Natuurlijk, ik had ook al afgezien en in een enkel geval stond ik op het punt om in pure wanhoop Sint Gerardus aan te roepen. Deze heilige, met als naamdag geheel toevallig mijn geboortedag (16 oktober), is de schutspatroon van de hopeloze gevallen en er zijn klimmetjes geweest dat ik mij behoorlijk hopeloos voelde. Maar toch, als al die pelgrims het konden moest ik het ook kunnen; Santiago de Compostela fietsend bereiken. Nog maar twee etappes te gaan, zij het wel de twee zwaarste….
DAG 9, zevende fietsdag
De etappe van Ponferrada naar Sarria stond op voorhand in het teken van de lange klim naar de top van Alto do Poio (1335 mtr). Al na een kilometer of 25 zou de weg langzaam beginnen te stijgen om rond kilometer 67 zijn mistige climax te vinden op het hoogste punt. Overigens bestond de klim uit twee toppen, de eerste was de Alto do Cebreiro op 1300 meter waarna na een stukje dalen en een ‘hikje’ de laatste paar kilometer naar de uiteindelijke top omhoog zouden gaan.
Voor dat het zover was begonnen we de dag echter met een ontbijt bij de fietsen, op onnavolgbare wijze geserveerd door de uitbaters van het hotel. Van een buffet was geen sprake en wij moesten gaan zitten waarna we broodje voor broodje en kop koffie voor kop koffie werden bediend. Waarschijnlijk hadden de eigenaar en eigenaresse van het geheel niet helemaal door hoeveel 20 fietsers voor de start van een behoorlijk pittige fietsetappe wegwerken en al gauw kwamen ze handen en broodjes tekort. Uiteindelijk duurde het allemaal even maar toch kreeg iedereen z’n broodje en één of meerdere reuzen-croissants. Zodoende konden we dus toch weer om klokslag 08.00 uur op de fiets zitten.
Je zou er zomaar van in een euforie stemming kunnen geraken,
ware het niet dat er nog steeds een stuk geklommen moest worden op weg naar de echte top, ongeveer 9 km verderop.
Gelijk uit het vertrek passeerden we alweer de eerste zwaarbepakte pelgrims en waarschijnlijk zorgde dat ervoor dat onze eigen ‘stempelende’ pelgrims een beetje onrustig werden, wat uiteindelijk weer zorgde voor onrust in het peloton omdat er maar in het wilde weg op stempels gejaagd werd. Hierdoor moest er meerdere malen gestopt worden vanwege achterblijvers en/of zoekgeraakte stempeljagers. Gelukkig kwam het uiteindelijk allemaal weer goed en gezamenlijk fietsten we richting de eerste busstop, die voor de echte klim begon was gepland.
Het devies was dus voldoende eten en drinken en voldoende inslaan voor onderweg, de bus zouden we op de top van de Alto do Cebreiro terugzien.
Nadat we weer waren opgestapt begon de weg al snel serieus te stijgen en voor het doorhadden waren we van 480 meter gestegen naar ca. 700 mtr. daar volgde nog even een klein stukje dalen waarna de echte klim begon en ik al vrij snel weer terecht kwam in het niemandsland tussen de voorste en de achterste klimmers. Terwijl de eersten langzaam maar zeker uit beeld verdwenen pakte ik mijn eigen tempo om uiteindelijk ook in de steeds dichter worden mist te verdwijnen. Op de stukken waar het stijgingspercentage richting de 10% ging mollemade ik mij een weg naar boven.
4 kilometer onder de top, op een rotonde, zag ik de groep met betere klimmers uit de mist opdoemen. Zij stonden daar om beschermende kleding tegen de dalende temperatuur aan te trekken. Ik besloot hetzelfde te doen en maakte dankbaar gebruik van het feit dat ik nog even, ik herhaal even, kon aanhaken op weg naar de bus op 1300 meter hoogte. Het was inmiddels behoorlijk koud geworden (< 10 graden) toen we bij de bus waren aangekomen en het bekertje warme soep ging er goed in net als alle andere etenswaar trouwens. Je zou er zomaar van in een euforie stemming kunnen geraken, ware het niet dat er nog steeds een stuk geklommen moest worden op weg naar de echte top, ongeveer 9 km verderop.
Vanaf de eerste top fietsten nu ook degenen die de eerste klim in de bus hadden vertoefd mee naar de echte top en de rest van de etappe en ‘en groupe’ gingen we weer op pad, dwars door het wolkendek heen naar de Alto do Poio.
Het behalen van het hoogste punt is altijd weer een bijzonder moment. Het is niet voor niets dat bouwvakkers ooit het pannenbier hebben uitgevonden ter ere van het bereiken van het hoogste punt van een bouwwerk. Dat pannenbier is natuurlijk gewoon een hersteldrankje, maar het gaat om het idee van het behalen van het gestelde doel. Ons ‘pannenbier’ was een slok uit de bidon maar de prestatie voelde er niet minder om, het hoogste punt van onze Camino hadden we bereikt en dat moest ‘gevierd’ met een foto en pannenbier uit de bidon….
Nadat iedereen op de foto was gezet konden we ons opmaken voor een ruim 20 km lange afdaling, eerst nog een paar kilometer in de mist maar daarna over een brede overzichtelijke weg naar beneden, rechtstreeks de fietshemel in…..
Tijdens de afdaling wist ik het eerdere record van net geen 70 km/h met 3.5 km te overtreffen, maar omdat de percentages niet boven de 9% uitkwam bleef het bij deze 73.5 km/h, kikken was het echter wel.
Beneden gekomen vielen we midden in een Spaanse bruiloft, dat wil zeggen we waren getuige van de feestelijkheden na de kerkelijke inzegening (denk ik) op het voorterrein van de kerk. Omdat we nu toch uit-gedaald waren besloten we even een tijdje te blijven staan kijken naar het bruidspaar, de muziek en de aanwezige gasten.
Ons ‘pannenbier’ was een slok uit de bidon maar de prestatie voelde er niet minder om, het hoogste punt van onze Camino hadden we bereikt en dat moest ‘gevierd’ met een foto en pannenbier uit de bidon….
Wijzelf zetten ons daarna nog eenmaal in gang om, na nog een paar kleine maar venijnige klimmetjes, 10 kilometer verderop te eindigen in de plaats Sarria waar ons hotel voor de komende nacht stond.
Over de plaats Sarria kan ik vrij kort zijn, geen donder aan maar het hotel was redelijk goed. Na het gebruikelijk inchecken en douchen besloten we nog even een wandelingetje te maken naar downtown Sarria maar al na een stief kwartiertje belandden we op een van de weinige terrassen aan de lange hoofdstraat waar een welverdiend drankje werd genoten. Omdat er op het terras niets eetbaars was te verkrijgen besloot ik, mede op verzoek van de dames in ons gezelschap, om in de tegenovergelegen supermarkt wat chips en nootjes in te slaan, en zo werd het nog een gezellig samenzijn.
Het avondeten werd ook die avond weer laat geserveerd, spaghetti, salade, frites, vlees en ijs was ons deel en het zakte erin alsof we de hele dag op een fiets hadden gezeten……
DAG 10, achtste en laatste fietsdag
Sarria, hotel Mar del Plata, 07.50 uur. Bij de bus heerst een opgewonden sfeer, 16 in vlekkeloos Swolland tenue gestoken fietsers en 4 gastrijders in andere kleuren maken zich gereed voor de laatste fietsdag van onze Camino. Iedereen weet dat het een behoorlijk pittige dag gaat worden waarop het 120 km lang alleen maar op en neer gaat. Het hoogteprofiel van de dag deed mij, bij de eerste blik erop, bijna terugdenken aan de monitor boven mijn ziekbed 13 maanden eerder.
Zoals zo vaak deze week kregen we gelijk in het begin al te maken met een paar gemene klimmetjes. In de eerste 50 kilometer zaten al 3 klimmen met een totale lengte van zo’n 20 kilometer.
Het vertrek uit Sarria mocht er gelijk zijn want de eerste 7 km gingen gelijk gemeen omhoog. Ik moest gelijk in de eerste km al een gat laten vallen om dat ik liep te prutsen met m’n Garmin Edge die op het ‘moment suprême’ last had van een vastloper en een harde reset nodig had. Toen ik het apparaatje eindelijk weer aan de gang had, was ik anderhalve kilometer verder en waren de betere klimmers al aan de einder verdwenen. Nu kon ik dit natuurlijk geheel aan mijn gps wijten maar de eerlijkheid gebied mij erbij te vermelden dat de benen ook niet heel erg goed voelden op dat moment.
Na een kleine 20 km en twee klimmetjes volgde gelukkig de eerste plaspauze en wel op een punt waar de weg kruiste met het pelgrim pad. De etappe tussen Sarria en Compostella is het meest gelopen gedeelte van de Camino en vele pelgrims passeerden dan ook de plek waar wij even pauzeerden.
Na de pp volgde een afdaling en vervolgens onmiddellijk een lange klim die aanvangt in Portomarin. In die plaats passeren we de rivier Rio Mino en vanaf de brug rijden we richting een rotonde met daar midden op een trap. De oorspronkelijk plaats Portomarin werd in 1962 onder water gezet na het indammen van de Rio Mino, om zo het stuwmeer van Belesar te vormen. Veel waardevolle gebouwen worden steen voor steen afgebroken en in het naburige Monto do Cristo weer opgebouwd. Bij laag waterniveau zijn in het stuwmeer de achtergebleven gebouwen nog gedeeltelijk te zien.
Wandelaars kunnen de stad Portomarin bereiken via de trap die is gebouwd op de fundamenten van de middeleeuwse brug en de bovenop gelegen kapel van Virgin de las Nieves.
Wij passeren de trap via de rotonde waarna de klim naar het op 720 meter hoogte gelegen La Previsa volgde, helaas voelden de benen nog steeds niet veel beter en ik was dan ook erg blij dat aan het eind van de klim de bus stond geparkeerd. Cor en Linda wisten ons wederom te verrassen met allerlei lekkernijen. Vanwege mijn nog steeds niet super voelende benen twijfelde ik even of ik niet ook beter, samen met de vele pelgrims, te voet verder zou kunnen gaan. Echter na enkele meters lopen op de fietsschoenen nam ik de slechte benen voor lief en koos toch maar weer voor de fiets.
In het middengedeelte van de etappe kwamen we terecht in landschappelijk gezien een van de mooiste gedeeltes van de pelgrimsroute en dat had Evelien ook door. Om ons verblijf in deze omstreken wat te verlengen wist ze tot 3x toe lek te rijden waarna evenzovele malen de door ons reeds gepasseerde pelgrims ons weer lachend voorbijkwamen. Als Evelien het naar de zin heeft rijdt ze wel vaker meerdere keren lek (SSOP Ride Twente 4x). Hoe dan ook het gaf mij wel tijd om even te herstellen en te genieten van alle voorbijgangers. Toen het euvel uiteindelijk definitief was opgelost moesten we echter toch weer verder, immers Compostela wachtte.
Ook de rest van de etappe bleef het continu op en af gaan, tot algehele afkeuring van mijn steeds vermoeider aanvoelende benen. Hardop vroeg ik mij af waar mijn goeie benen gebleven waren en de wanhoop nabij riep ik zelf de heilige Antonius aan, misschien kon de schutspatroon van de verloren voorwerpen mij een beetje helpen, zonder succes natuurlijk.
Geluk bij een ongeluk was natuurlijk dat na elk klimmetje weer een afdaling volgde waarin weer even een flinke aanloop voor het volgende klimmetje gemaakt kon worden.
Met nog een goeie 40 km te gaan konden we ons nog eenmaal laven bij de bus in het plaatsje Arzua. Dankzij soep, gehaktballetjes en meer lekkers konden we genoeg energie naar binnen werken voor het laatste gedeelte richting de glorieuze intocht in Santiago de Compostela. Voor het echter zover was waren er nog vele kleine kuitenbijtertjes te overwinnen, met dien verstande dat we wel geleidelijk steeds lager kwamen. Tot we bijna bij Santiago waren althans, want in de laatste 15 kilometer zaten nog enkele erg vervelende bultjes waarbij de allerlaatste ook werkelijk het allerlaatste sap uit de benen trok. Maar tot mijn grote vreugde bereikten we Santiago de Compostela op de enige manier die je van zo’n plaats mag verwachten, een hemelse manier. De allerlaatste kilometer naar het plaatsnaambordje SANTIAGO ging middels een hemelse afdaling, weliswaar geen eeuwige maar wel zo hemels dat ik er nog even alle adrenaline in kwijt kon en zelfs, geloof het of niet, als eerste het bedevaartsoort binnen fietste en dat met zulke slechte benen….
Vanzelfsprekend was dat helemaal niet van belang, als groep hadden we de finish bereikt al moesten we nog wel even door naar het centrum, naar de kathedraal, het eindpunt van onze gezamenlijke Camino.
Achter Bennie en Hennie, onze dappere voorrijders, fietsen we uiteindelijk het plein voor de kathedraal op wat toch wel een apart gevoel gaf. Eerlijk gezegd werd ik er inwendig een beetje emotioneel van. Het feit dat ik een jaar na de zware ingreep al weer tot dit in staat was maakte me blij en emotioneel tegelijk. Er waren in de groep meer mensen die na een zware periode trots konden zijn op de geleverde prestatie, maar vanzelfsprekend kon iedereen zichzelf op de schouder kloppen. Nadat we elkaar hadden gelukgewenst met de prestatie en een groepsfoto voor de kathedraal hadden gemaakt vertrokken we naar ons hotel waar we de komende twee nachten zouden verblijven.
Bij het hotel hadden Cor en Linda de ‘champagne’ al klaar staan en gezamenlijk werd getoost op onze Camino met een extra toost op de prestatie van de dames in ons gezelschap!
Na alle plichtplegingen zochten we allemaal moe maar voldaan de luxueuze kamer op voor een douche en dronken vervolgens een koud biertje op de binnenplaats.
Die avond bij het diner vloeide de wijn rijkelijk en nadat Harry T. in een toespraak had teruggekeken op afgelopen 10 Swolland buitenlandreizen en daarbij de organisatie terecht in het zonnetje had gezet, werd het nog een gezellige boel. De avond werd uiteindelijk buiten op het teras op gepaste wijze afgesloten. De volgende dag hoefden we niet meer vroeg uit de veren….
DAG 10
‘Ik zag door de croissants het ontbijt niet meer’ om er maar eens een oud-Nederlands gezegde tegenaan te gooien. Wat een ongelofelijk uitgebreid ontbijt werd ons de volgende ochtend gepresenteerd. Ik ga het niet allemaal opsommen maar het koste mij moeite om een keus te maken. Een goed begin van de dag dus en dat nadat ervan mijn geplande uitslapen weinig was gekomen omdat mijn kamergenoten hadden besloten om een extra dag te gaan fietsen. Pas toen zij de kamer hadden verlaten kwam ik nog een beetje aan uitslapen toe.
De dag stond verder in het teken van een bezoek aan het centrum van Compostela, via de L-C app was afgesproken dat we om 11 uur zouden vertrekken met hen die mee wilden. De 3 dames gingen als trio al iets eerder die kant en hadden al een aantal winkeltjes gezien toen wij ze tegenkwamen voor een café-bar.
Voor degenen die onderweg alle stempeltjes gehaald hadden wachtte ook nog het pelgrims certificaat, al moesten ze daar wel even voor in de rij staan.
Tijdens een koffiepauze werd Harry T. verrast met een muffe muffin en waren we Jaap even kwijt. De dames scoorden, behalve een paella schotel, allen een fraai Camino fiets shirt. Toen de rest van de mannen in de rij gingen staan om een bezoek te brengen aan de kathedraal en de schrijn van Jacobus, haakte ik af en slenterde in mijn eentje nog even door Compostela. Al wandelend mijmerde ik nog een beetje na over de geleverde prestatie en de mooie fietsweek, ondanks de lichamelijke inspanningen op de soms pittige hellingen had ik het niet graag gemist.
Eenmaal terug bij het hotel bestelde ik een broodje voor de lunch en een kop koffie op het terras. In alle rust wachtte ik op de terugkomst van de anderen. Even alleen na 10 dagen op elkaars lip voelde wel even lekker eigenlijk. Heel lang duurde dat trouwens niet want na verloop van tijd kwamen de fietsers terug van hun extra rit en gezamenlijk dronken we nog een biertje.
‘S avonds volgde, nadat we de fietsen alvast in de bus hadden gezet, wederom een prima diner met veel wijn en gezelligheid. De volgende ochtend zouden we de thuisreis aanvangen en een lange busreis stond ons derhalve te wachten, op tijd naar bed dus maar…
Al wandelend mijmerde ik nog een beetje na over de geleverde prestatie en de mooie fietsweek,
ondanks de lichamelijke inspanningen op de soms pittige hellingen had ik het niet graag gemist.
DAG 11 en 12
Mijn IPod telt bijna 6500 nummers, van geweldige muziek tot een enkele ‘guilty pleasure’. Ik had die IPod enkel en alleen meegenomen om de eindeloze busreis terug naar huis, van ruim 20 uur, door te kunnen komen. Op voorhand zag ik tegen die reis meer op dan tegen alle bergen en heuvels tijdens de Camino, uiteindelijk viel het mede dankzij de IPod nog een beetje mee.
De ochtend van de 11e dag begon al weer vroeg met het inladen van de bagage en vervolgens het wederom uitgebreide ontbijt, daarna was het instappen en vertrekken. Het weer was inmiddels een stuk slechter geworden; bewolkt met zo nu en dan wat gesputter. Gelukkig viel er in de eerste uren genoeg te zien van het omringende Baskische landschap en later ook de kustlijn van de Golf van Biskaje.
In de bus zelf was de sfeer die eerste uurtjes vrij rustig, het vroege tijdstip van opstaan was daar zeker debet aan. Net als op de heen weg zaten Henk, Jaap en ik aan het enige tafeltje in de bus en dat vergde enige organisatie voor wat betreft het strekken van de benen, maar in goed overleg en een beetje kruislings strekken ging het goed. Schuin tegenover ons ‘lagen’ Gerrit L. en Anja H. net achter het trapgat. Om voorin de bus te kunnen kijken moest ik mij zo nu en dan omdraaien omdat ik met de rug naar de rijrichting toe zat, maar voorin viel vooralsnog weinig te beleven…
Via La Coruna, Gijón, Santander, Bilbao en San Sebastian bereikten we in de loop van de middag de grens met Frankrijk, waarna we via Bayonne en het Parc National Régional des Landes Gascogne uiteindelijk onze overnachtingsadres ten noorden van Bordeaux bereikten.
In het Campanile hotel waren de kamers klein en een beetje muf en de consumpties duur, gelukkig smaakte het diner wel erg goed en de erbij geserveerde wijn niet minder. Na het diner volgde nog een mini wandeling waarna we ons bed indoken. Nog één lange reisdag te gaan.
De laatste dag van onze Buitenlandreis 2017 was aangebroken, nog ca 12 uur en we zouden weer thuis zijn. Heel veel valt erover die busreis niet meer te vertellen, vele lange snelwegen, een file bij Antwerpen, een paar stops om de blaas te legen en even te shoppen en dat was het dan wel. Halverwege de reis nam Gerhard nog even het woord om iedereen te bedanken en daarbij werden velen bij naam en toenaam genoemd. Gerhard was gedurende de reis al een paar maal achterin de bus wezen buurten, waarbij hij probeerde om nog wat informatie voor zijn speech los te krijgen, meestal lukte dat pas nadat hij ons had voorzien van wat spraakwater uit het koelkastje voorin.
Tegen 20 uur ’s avonds passeerden we de grens bij Hazeldonk waar nog eenmaal gestopt werd voor een plaspauze en de tevens de mogelijkheid werd gegeven om even wat te eten, hier werd gretig gebruikt van gemaakt waarbij de wok favoriet bleek. Daarna was er nog een laatste korte tussenstop bij De Meern om Laura en Evert af te zetten waarna wij in een laatste ruk doorreden naar Zwolle.
Op de P-plaats bij de ‘EZB’ stonden een aantal familieleden ons op te wachten en in de duisternis werden nog de beloofde kado’s overhandigd aan Bennie, Gerhard, Hennie en Paul en werden ook Cor en Linda natuurlijk niet vergeten. Tot slot namen we allemaal afscheid van elkaar in de wetenschap dat het een bijzonder geslaagde fietsreis was geworden.
TENSLOTTE
Ik begon mijn relaas over deze bijzondere buitenlandreis met de woorden ‘Om dit verhaal te duiden moet ik beginnen met te vermelden dat ik een atheïst ben’ en mij rest de vraag of dat van wezenlijk belang is geweest voor de beleving van mijn 12 dagen. Het antwoord is kort en krachtig, NEE.
Natuurlijk, als niet gelovig mens is het soms moeilijk om je in te leven in de belevingswereld van de mensen die, bijvoorbeeld in Lourdes, al hun hoop vestigen op een wonder, op Maria en daarbij heel ver gaan. Hoezeer ik het ook heb geprobeerd het lukte mij niet om die mensen echt te begrijpen, wat niet wil zeggen dat ik het niet met respect heb aangekeken en ik zal het ook zeker niet veroordelen. Nou ja misschien de economische uitbuiting van deze toewijding dan wel een beetje.
Respect heb ik zeker gekregen voor al die wandelaars die wij richting Santiago de Compostela zagen gaan, ik heb het al een aantal keren gememoreerd. Ik heb genoten van de prachtige bouwwerken onderweg, de typisch Spaanse dorpjes en de desolaatheid van sommige plekken vond ik werkelijk indrukwekkend.
Maar het meest heb ik genoten van de groep fietsers met wie ik 12 dagen op pad ben geweest, die elkaar gesteund hebben op de wat moeilijkere momenten en heel veel met elkaar gelachen hebben. Met recht een hele leuke groep mensen met dezelfde passie, fietsen.
Een extra woord van dank gaat daarbij uit naar mijn slapie Henk (en soms ook Frits) en last but not least natuurlijk de mensen die deze reis mogelijk hebben gemaakt; Gehard, Bennie, Hennie en Cor en Linda van M&M Travel.
Met Lourdes-Compostela kwam er, formeel, een einde aan de langere buitenlandreizen van T.C.Swolland, maar ik durf er mijn fiets onder te verwedden dat er vast een alternatief voor in de plaats komt. Het succes van deze laatste reis heeft eens te meer laten zien dat er veel behoefte aan is!
EINDE
Met dank aan (in gender neutrale volgorde);
Gerhard, Bennie, Hennie, Paul, Gerard, Gesinus, Harrie, Jaap, Henk, Anja, Loes, Evelien, Joke, Laura, Jan, Harry, Gerrit, Frits, Evert en M&M Travel in de personen van de ongeëvenaarde Cor en Linda.
Foto’s ; Paul Woolthuis, Hennie Haverink, Jaap Lameris en Toerkoorts
Wat een mooi verhaal weer; en heel mooi om deel van uit te hebben gemaakt!
Gelezen met een lach.
Jammer dat dit al weer het laatste deel is…..
Leuk om te horen Paul!
Dankjewel Anja, leuk om te horen!