Tegenwind
Het is vroeg in de ochtend, het is koud, nat en de wind waait guur en hard.
Afgelopen nacht was ik al om een uur of drie in de auto gestapt met de fiets op de fietsdrager. Waarom ik in een Toyota Aygo reed was me, zo midden in de nacht, niet geheel duidelijk. Ergens bij strand Nulde haalt de wind zo hard uit dat mijn caféracer los waait van de fietsdrager en op de vluchtstrook terecht komt. Gelukkig rijden er verder nog geen auto’s op de snelweg, alleen een peloton racefietsers moet uitwijken om mijn fiets te ontwijken. Wat doen die lui in hemelsnaam op de snelweg?
Ineens sta ik in mijn regenpak op de Oosterscheldekering en rechts van me buldert de Noordzee het strand op, de witte schuimvlokken lichten op in de koude nacht. Het water loopt van mijn gezicht en mijn schoenen staan vol. Waarom heb ik mijn Grip Grab overschoenen niet bij me? En waarom heb ik geen sokken aan? Ik heb geen tijd meer om het me af te vragen, onder cynische aanmoedigingen van een groot aantal bekenden, meest clubgenoten van de fietsclub, wordt ik weggeschoten.
Boven me hangt het spandoek met opschrift “NK Tegenwind 2018”, het waait bijna weg tussen de palen die het moet vasthouden.
Na een tweetal minuten uitzichtloos trappen kom ik opnieuw onder hetzelfde spandoek door. Ondanks mijn inspanningen heb ik precies -25 meter afgelegd. Windkracht 7 houdt mij lachend tegen en hoe hard ik ook trap ik kom geen meter vooruit.
Aan de kant wordt de lachende menigte groter en groter en terwijl andere deelnemers voorovergebogen maar toch schijnbaar moeiteloos richting de finish trappen, voel ik langzaam, tergend langzaam dat mijn voorwiel ietsje loskomt van het wegdek. Mijn zuidwester, merk Giro, waait met een ruk van mijn hoofd.
Ik buig mijn natte koude lijf voorover, om druk te houden op het voorwiel en om iets van aerodynamica te bereiken. Links vliegt een meeuw lachend voorbij.
In de verte zie ik nog net het spandoek bij de start als mijn fiets definitief het luchtruim kiest richting zee. Met alle macht probeer ik het stuur vast te houden terwijl de fiets hoger en hoger richting de wolken waait. Mijn benen zwaaien los van de trappers in het luchtledige en ik druk zo hard ik kan op het belletje op het stuur om de vissersboten onder mij te waarschuwen, maar ze horen me niet. Ik bel nog harder, nog harder, nog harder..
Er komt een kleine streep donkergrijs licht door mijn gordijn en er tikt regen op mijn dakraam als ik bezweet mijn ogen open. Buiten waait het stevig. Ik druk de wekker uit en draai me nog een keer om…
Hoi Hans.
Je kunt het wel weer mooi weergeven en spannend maken. Ik denk dat je bij deelname best een scherpe tijd zou hebben neergezet, al mocht je niet met je eigen Canyon rijden.
Net even wat filmpjes bekeken en het was echt afzien voor de deelnemers.
Groeten