Tour d’ Limbourg
In een jaar waarin de kilometers in vergelijking met de laatste jaren niet bepaald aaneen geregen worden, is de vakantie het moment om wat van de schade in te halen. 6 jaar na mijn solotocht naar Rome heb ik het besluit genomen om in een week tijd vanuit Zwolle naar Limburg a/d Lahn te fietsen. Een tocht van een kleine 600 km, op de Santos met bepakking…
DAG 1: ZWOLLE – WAGENINGEN
Na de zoveelste klamme en warme nacht gaat mijn wekker om 06.00 uur. Gezien de te verwachten temperaturen voor deze zaterdag leek het verstandig om maar op tijd te vertrekken.
Na 3 extreem warme dagen, waarbij de temperatuur records per dag werden verbroken (zelfs in mijn eigen woonkamer werd een nieuw warmterecord verbroken; 30.1 graden), zou het weliswaar koeler worden, maar de temperatuur zou nog altijd boven de 30 graden uitkomen.
De laatste dagen had ik benut om beide Ortlieb tassen zo logisch mogelijk in te delen en de laatste voorbereidingen te doen.
Vandaag de eerste etappe naar Wageningen, helemaal over de Veluwe om maar zo veel mogelijk in de schaduw te kunnen fietsen, bijkomend ‘nadeel’ is dan wel dat er hier en daar wat hoogtemeters overbrugd moeten worden…
Met foto’s in de hal wordt wel uitbundig gekoketteerd met een bezoek van leden van Koninklijk huis in een grijs verleden. Benieuwd of er binnenkort ook foto’s van een bezwete fietser uit Zwolle in diezelfde hal hangen…
Om 07.20 zit ik uiteindelijk op de fiets en onder werkelijk heerlijke omstandigheden fiets ik de wijk uit, op weg naar het zuiden.
De temperatuurmeter geeft 19.1 graden aan, een bijna ongeloofwaardig getal in deze week. De koelte doet weldadig aan en voop genietend fiets ik ongemerkt de eerste kilometers weg, over de Hanze brug en langs Hattem de Veluwe op.
Het eerste gedeelte van de route is natuurlijk bekend terrein. Pas na Uddel, waar ik de koffie gebruik bij het Uddelermeer, wordt het allemaal wat onbekender.
Het fietsen van langere afstanden met bagage is toch altijd even wennen als je normaal de lichte racefiets gewend bent. Vooral als de weg omhoog loopt werken die extra kilo’s niet echt mee. Als in de loop van de dag ook de temperaturen omhoog gaan lopen wordt het toch wel een pittig ritje. Vooral het stuk tussen Harskamp en Otterlo, waar de zon vrij spel heeft, voelt zwaar aan.
Na Otterlo fiets ik dwars door de bossen van de Hoge Veluwe richting Mossel en de Ginkelse-en Edese Heide, een prachtig en geaccidenteerd gebied.
Inmiddels is het een uur of een en is de temperatuur toch alweer opgelopen naar 30.1 graden en het voelt alsof ik gewoon thuis in de huiskamer zit.
En dan ineens sta ik voor hotel Nol in ’t Bosch aan de rand van Wageningen, het hotel waar ik voor de nacht geboekt heb. Het is een hotel waarvan je, op het eerste gezicht, niet ziet waarom de prijs zo hoog moet zijn (op het tweede gezicht overigens ook niet). Het is er hokkerig en de kamers zijn redelijk eenvoudig, zelfs een simpele waterkoker ontbreekt waardoor ik mijn ‘good noodles’ met gewoon heet water uit de kraan moet aanmaken.
Met foto’s in de hal wordt wel uitbundig gekoketteerd met een bezoek van leden van Koninklijk huis in een grijs verleden. Benieuwd of er binnenkort ook foto’s van een bezwete fietser uit Zwolle in diezelfde hal hangen…
Na een verfrissende douche zie ik onder het genot van een Budeler biertje op het warme terras, hoe Steven Kruijswijk een plaats op het podium veiligstelt en typ ik dit verslagje.
Morgen door naar het Nederlands-Duitse grensgebied tussen Nijmegen en Venlo.
DAG 2: WAGENINGEN – GELDERN (DL)
Onder een bewolkte hemel en met licht gespetter verlaat ik Wageningen via Renkum. De vorige avond heeft het behoorlijk geregend en ge-onweert boven hotel Nol in ’t Bosch en het lijkt erop dat daarmee de ergste hitte definitief is verdreven.
Ik fiets over een lommerrijke laan Renkum in en de zondagse rust geeft deze ochtend iets sereens. Bij Heelsum gaat mijn route richting de Waal die ik bij Nijmegen passeer. Het zicht op de voormalige Romeinse nederzetting vanaf de waalbrug is best imposant. Nijmegen doorfietsen is dan weer wat minder, maar dat geldt eigenlijk voor alle grotere steden.
Als ik mij door Nijmegen heb geworsteld kom ik langzaam weer in meer landelijker gebieden en na het passeren van de Heilig Landstichting fiets ik door het Groesbeekse bos met als beloning, precies op de grens van Gelderland en Limburg een gezellige uitspanning. Het is er een drukte van belang, zondagmiddag en vakantieperiode vanzelfsprekend…
De bediening is er echter bijzonder snel en ik bestel het geijkte fietsmenu; koffie met een appelpuntje en geniet ervan terwijl de zon dapper, maar tevergeefs, een poging doet om door de bewolking heen te komen.
Na een tweede bakkie reken ik snel af en stap weer op mijn Santos, er zijn nog een aantal kilometers te gaan tot mijn eindbestemming van deze dag.
Via de mooie Mokerhei en verder zuidelijk de Maasduinen fiets ik langzaam maar zeker richting de Duitse grens.
Halverwege de Maasduinen kom ik langs kasteel Bleijenbeek, althans wat daarvan over is. Er staan niet meer dan enkele restanten van de kasteelmuren en iets van een torentje; duidelijk een gevalletje ‘aan lagerwal geraakte adel’
Na ongeveer 70 kilometer bereik ik de Duitse grens en rij ik Nordrhein Westfalen binnen. De komende kilometers fiets ik langs ontelbare heide kwekerijen, hele dorpen in het teken van de Erica Carnea en aanverwante soorten. Velden vol, zover het oog reikt.
Nu is het niet zo heel ver meer naar Geldern, het stadje waar ik mijn hotel heb geboekt voor de komende nacht. Daar aangekomen blijken er nogal wat wegen opgebroken waardoor de zoektocht naar mijn onderkomen langer duurt dan gepland, maar uiteindelijk vind ik hotel Westfalischer Hof vlakbij het station.
Als ik die avond in het naastgelegen steak restaurant wacht op mijn maaltijd, zoek ik op Wikipedia naar wat meer info over Geldern. Dan blijkt dit vrij saaie en niet heel mooie plaatsje zowaar nog een hele geschiedenis te hebben en zelfs aan de basis te staan van onze provincie Gelderland!
Geldern
Die avond ga ik niet te laat naar bed, de volgende dag wacht de etappe naar Mechelen in Zuid-Limburg met een redelijk pittig slot.
DAG 3: GELDERN (DL) – MECHELEN (NL)
Het is maandagochtend en na een vrij eenvoudig ontbijt verlaat ik Geldern sneller dan dat ik erin was gekomen. Vandaag de relatief lange en pittige etappe richting de heuvels van Zuid-Limburg.
De zon staat al aan de hemel al is het nog wel ietwat fris, ik heb er zin in..
De eerste kilometers kronkel ik een beetje langs het lieflijke riviertje de Niers. De matige zuidwestenwind is tegen en dat zal de hele dag zo blijven.
Na 15 kilometer kom ik voor de eerste keer weer bij de grens en fiets Nederland in ter hoogte van Arcen en Velden door een bosrijk gebied (de Lommerheide) waarna ik doorfiets door het natuurgebied Zwart Water richting Venlo. Daar ik eet ik even een broodje aan de oevers van de Maas alvorens ik langs diezelfde Maas verder zuidwaarts fiets. Langs de rivier staan allerlei metalen kunstwerken, sommige erg mooi gemaakt met een knipoog naar het water.
Vervolgens fiets ik, al meanderend, langs de Nederlands Duitse grens. Door het Brachterwald over veelal ruw geplaveide en onregelmatig stijgende bospaden. Na het Nationaalpark De Meinweg kom ik in de buurt van Vlodrop bij de Roer. Langs deze idyllische rivier, die in Duitsland onder de naam Rur verder oostwaarts stroomt, fiets ik verder.
Langzaamaan begint het landschap te veranderen en meer en meer moet ik de nodige hoogteverschillen overwinnen. Behalve de nodige inspanning levert het ook mooie plaatjes op…
Het was de voorbode van wat mij verderop nog te wachten stond. Bij Brunssum beland ik weer in Nederland en op de Brunssummerheide. Al fietsend op dit geaccidenteerde natuurgebied gaan mijn gedachten onwillekeurig naar de trieste drama’s die hier hebben plaatsgevonden in het verleden.
Na Heerlen begint het betere klimwerk met percentages van ruim boven de 10% en voor ik het weet zit ik op de Eyserbosweg. Gelukkig mag ik er dit keer vanaf in plaats van erop, maar mijn vreugde is van korte duur want om het plaatsje Eys uit te komen mag ik alsnog weer stevig klimmen (18%).
Tegen het einde van de middag fiets ik Mechelen binnen en toch wel behoorlijk moe kom ik aan bij mijn hotel. Na 116 kilometer is de pijp wel leeg en het is zaak om de verloren gegane energie zo snel mogelijk aan te vullen. Van een goede kennis had ik vernomen dat er in Mechelen een prima Italiaan was en met grote trek ging ik op zoek. Groot was de teleurstelling dat dit restaurant op maandag gesloten was. Alternatief was een terrasje in de zon en een lekker glas Kwaremont, gevolgd door een tweede. Bij De Mechelerhof sloot ik de dag uiteindelijk af met een bord pasta om U tegen te zeggen. Italian after all…
DAG 4: MECHELEN(NL) – MONSCHAU(DL)
De zon staat al vroeg aan de hemel als ik dinsdagochtend ontwaak. Na een verkwikkende douche pak ik mijn spullen alvast weer in alvorens ik naar de ontbijtzaal stiefel. Ondanks dat het niet heel vroeg is (08:00 uur) is zijn er weinig gasten in de ruimte, één heer alleen zit bij het raam te genieten van zijn ontbijt. Er is dus plek genoeg om te gaan zitten, iets wat gelijk een soort keuzestress oplevert; ga ik net als die andere gast ook bij het raam of verstoor ik dan diens rust? Of zal ik rechts in het hoekje? Daar heb ik mooi overzicht, maar het is er wel wat donker. Uiteindelijk kies ik een tweepersoonstafel aan de zijkant van de ruimte om even later langs de rijk uitgeruste ontbijttafel te wandelen, het ruikt heerlijk.
Na een half uurtje heb ik mijn buikje rond en heb ik tevens wat broodjes gesmeerd voor onderweg. Die zal ik nodig hebben want het belooft een kort maar pittig ritje te worden…
Gelijk uit het vertrek fiets ik de doorgaande weg in Mechelen af. Rechts zie ik de Italiaan die gisteren helaas de deuren gesloten hield, op dit moment is het al niet anders maar minder teleurstellend.
De weg loopt in de eerste paar kilometers al gelijk omhoog en voor mijn spieren goed en wel warm zijn gedraaid moet ik linksaf, de mooiste klim van Nederland op; de Camerig. In ongeveer 4.5 km klim ik omhoog naar zo’n 270 meter met rechts van me het prachtige uitzicht op het Belgische land.
Door het Vijlenerbos fiets ik door richting Raren. Meestal is de weg hier vol met wielrenners en andere sportievelingen, maar nu, zo vroeg op de dinsdagochtend, fiets ik helemaal alleen op deze mooie plek.
Na de afdaling fiets ik verder richting Vaals en de Vaalserberg, beroemd om zijn drielandenpunt en geëerd met de titel ‘hoogste punt van Nederland’.
Mijn kilometerteller geeft aan dat ik er precies 13 kilometer op heb zitten als ik op het hoogste punt aan kom.
Op het drielandenpunt kun je dus kiezen om verder te gaan richting België, Nederland of Duitsland en de route in mijn Garmin leerde mij dat ik de laatste optie moest kiezen het Preuswald in.
Eenmaal in het woud gekomen veranderde het wegdek in onverhard en ging het pad geleidelijk aan omhoog.
Op een gegeven moment sla ik een bospad in dat lekker steil naar beneden gaat maar na enkele tientallen meters kom ik er tot mijn grote schrik achter dat ik dat pad helemaal niet in moest en onverrichter zake kon ik, met de fiets aan de hand, weer steil omhoog…
Uiteindelijk verlaat ik het dichte woud en kom aan in de buurt van het plaatsje Eich, terwijl in de verte de contouren van Aken zichtbaar zijn fiets ik door op weg naar de plek waar ik de Vennbahn zal oppikken.
Eenmaal op de voormalige spoorbaan aanbeland fiets ik verder richting het zuiden. De vrij druk bereden Vennbahn loopt hier continu met ongeveer 2% omhoog en het uitzicht beperkt zich hier tot aan beide zijden bosschages afgewisseld met hier en daar een doorkijkje, ik vind het wat saai.
Wel leuk zijn de bewaard gebleven voormalige stationnetje die hier en daar opduiken, net als de met graffiti opgeleukte oude treinstellen…
Bij Wahlem verwijst een bordje naar een Imbiss en het lijkt mij eigenlijk wel een goed idee om na 35 km even een kopje koffie te gaan drinken. De locatie waar het bordje mij naar toe stuurt ziet er echter niet heel toegankelijk uit en ik besluit mijn geluk iets verderop te zoeken en met succes. Even verderop vind ik een ijs-café waar ik behalve de geplande koffie, en onder het mom dat ik de calorieën toch nodig heb, gelijk maar een ijscoupe bestel. Het zakt er wel in…
Na een goed halfuurtje zet ik mijzelf en de fiets weer in gang en vervolg mijn weg op de Vennbahn.
Ook in de volgende kilometers blijf ik het fietspad nogal eentonig vinden en ik ben uiteindelijk blij dat ik aankom in het toeristische Monschau, dat wil zeggen mijn hotel voor de nacht ligt zo’n 180 meter boven Monschau in het gehucht Mutzenich. Als ik daar aankom blijkt het nog verlaten bij het hotel en ik maak me even zorgen dat ik me vergist heb in de locatie. Op een briefje aan de deur staat dat het hotel tot 16 uur gesloten is (?), het telefoonnummer dat vermeld wordt biedt ook geen soelaas omdat er niet opgenomen wordt. Omdat het pas twee uur is besluit nog maar even wat heen en weer te fietsen om even later toch wat beweging te zien bij het aan het hotel vastgelegen huis. Ik spreek de vrouw aan die er bezig is met spullen uit een auto te pakken.
Gelukkig blijkt zij met het hotel te maken te hebben en een poosje later wijst zij mij de weg naar een nette kamer in het naast gelegen pension, ontbijt in de eetzaal van het hotel geeft ze me bij vertrek nog mee…
Een paar uur later daal ik per fiets af naar Monschau om daar wat te gaan eten. Terwijl ik naar beneden suis bedenk ik me dat ik later ook weer omhoog moet, maar dat belet me uiteindelijk niet om een flinke schnitzel met friet en twee biertjes weg te werken.
Op het terras met uitzicht op de welbekende vakwerkhuizen word ik bijna onophoudelijk aangevallen door de in groten getale aanwezige wespen. Het zorgt ervoor dat ik besluit niet al te lang na te genieten van de maaltijd.
Nadat ik met volle maag de 180 meter hoogteverschil weer heb overbrugd ga ik op bed liggen en kijk nog wat tv om vervolgens in een diepe slaap te vallen.
DAG 5: MONSCHAU (DL) – DOHM LAMMERSDORF (DL)
Na een voortreffelijke nachtrust en dito ontbijt vertrek ik ’s ochtends om 09.20 uur vanuit het hotel richting Monschau. Vandaag fiets ik het eerste gedeelte van mijn aangepaste route richting Cochem, via de Hoge Venen naar Dohm Lammersdorf. Omdat mijn geplande route mij nog tientallen kilometers over de Vennbahn zou leiden en ik op zoek was naar iets meer afwisseling had ik besloten de route aan te passen en nu binnendoor richting Cochem te gaan.
Het vertrek was er één van dalen en stijgen omdat ik eerst naar Monschau moest dalen om er vervolgens via een onmenselijk steile klim weer uit te gaan.
In Monschau voerde de route mij over een vreselijke slechte asfaltweg met meer dan 20% omhoog, de fietstassen voelden daarbij als een loden last. De eerste paar honderd meter kon ik met uiterste krachtinspanningen nog net fietsend overbruggen, maar uiteindelijk moest ik mij gewonnen geven en lopend verder. Dat lopen ging overigens al net zo moeizaam…
Als ik Monschau achter me heb gelaten fiets ik nog een kleine 10 km door Duitsland alvorens ik weer de grens met België oversteek en de Hoge Venen in fiets. Inmiddels is het licht beginnen te sputteren en uit voorzorg trek ik mijn regenjack aan, echt doorzetten doet regen echter niet. Het is opvallend rustig in het uitgestrekte bosgebied. Slechts een enkele auto komt mij achterop, op die momenten geeft mijn fluorescerende regenjack gelijk een veilig gevoel.
Ondanks dat ik aan de Belgische kant van de grens fiets zijn alle plaatsnamen Duits en soms raak ik het overzicht een beetje kwijt; zit ik nu in België of in Duitsland? Al mijmerend over dat vraagstuk klim ik langzaam maar zeker steeds een beetje hoger, tot ik bij het plaatsje met de fraaie naam Losheimergraben het hoogste punt van de etappe bereik; 671 meter. Vanaf daar daal ik zo’n 30 km lang naar mijn bestemming van de dag. Eerst een stuk langs de Kyll radweg, die mij aanmerkelijk meer weet te bekoren dan de Vennbahn radweg. Deze fietsroute biedt in ieder geval meer afwisseling en onderweg kom ik onder andere langs de Kronenburger See en word ik op meerdere plaatsen op mooie doorkijkjes getrakteerd.
Eenmaal weer van de radweg af kom ik na Hillesheim in een uitgestrekt glooiend landbouwgebied met zo nu en dan fraaie zichtlijnen.
Met 61 km op de teller bereik ik uiteindelijk het boerengehucht Dohm Lammersdorf (eigenlijk twee boerengehuchten tegen elkaar aan) en ik check in in een tot gasthof omgebouwde boerderij met enkele goed verzorgde kamers en een klein restaurant met terras. Van dat laatste maak ik die middag en avond dankbaar gebruik. Eerst drink ik een biertje op het (opnieuw) door wespen geterroriseerde terras en later maak ik gebruik van het restaurant.
Die avond breng ik op mijn kamer door. Buiten is het zo heerlijk stil dat de rust je bijna overvalt, in de vorm van een diepe slaap gebeurt dat uiteindelijk ook daadwerkelijk…
DAG 6: DOHM LAMMERSDORF (DL) – COCHEM (DL)
De volgende ochtend word ik al vroeg wakker, om 06:30 uur ontwaak ik door het geluid van vogels. Dat is weer eens wat anders dan wakker worden van het voorbijrazende verkeer in de stad.
Het geserveerde ontbijt, inclusief spiegelei en heerlijke koffie geeft mijn moraal gelijk een enorme boost. Vandaag ga ik op weg naar Cochem, het welbekende en erg toeristische plaatsje aan de Moezel. Het belooft een warme en pittige dag te worden dus een stevig ontbijt is dan nooit weg.
Net als gisteren heb ik zo’n 60 kilometer voor de wielen dus heel veel haast heb ik niet om weg te komen. Uiteindelijk stap ik om 09:15 op de fiets en verlaat de serene rust van Dohm Lammersdorf..
Al snel kom ik erachter dat deze dag inderdaad de nodige energie gaat kosten. Door een landelijk fraai landschap gaat het continu op en af en blijkt de route uit heel veel onverharde wegen te bestaan. Mooi maar zwaar fietsen met de bepakte tassen op de achter drager.
IK besluit om het gewoon lekker kalm aan te doen en vooral te genieten van de omgeving en daarom ook regelmatig een stop in te lassen.
Na ongeveer 15 km en zo’n 10 km klimmen kom ik aan in uitgestrekt woud waar een karrespoor van gravel mij naar beneden leidt. Het is er volledig uitgestorven en geeft je het gevoel om, al was het maar voor even, je alleen op de wereld te wanen.
Na een kilometer of 3 afdalen op het gravel pad ontwaar ik weer wat zonlicht en kan ik weer van me af kijken. In de lucht cirkelen buizerds (volgens echte kenners Wouws…) op zoek naar een lekkernij. Ik ben blij dat ik niet op het menu sta..
Vanaf het plaatsje Pützborn gaat de route alleen nog maar op en neer. Klimmetje na klimmetje wordt onderbroken door korte afdalingen. Mede dankzij de hoge temperaturen deze dag voelen mijn benen al snel een beetje lusteloos, en als ik op een gegeven moment uit kom op een plek met een prachtig uitzicht over het glooiende boerenland besluit ik even een korte siësta te houden. In de ongeveer drie kwartier dat ik uitrust aan de rand van het veld kom ik niemand tegen en voel ik mij volledig ontspannen en relaxt. Geen verkeer, geen mensen, niets moet, alles mag… althans zo voel dat op dat moment. Heerlijk!
Als ik klaar ben met dagdromen en luieren stap ik weer op de Santos om mijn tocht richting Cochem te vervolgen. Het blijft een onveranderlijk mooie tocht die, volgens mijn routeprofiel, wordt afgesloten met een lange afdaling richting het Moezel stadje. Dat spreekt mij wel aan…
Eerst moet ik echter nog vele korte klimmetjes overleven en, eerlijk is eerlijk, zo voelt het ook; overleven omdat de benen steeds sneller vol lopen. Wat mij betreft kan die afdaling bij Cochem niet snel genoeg komen.
Na 58 kilometer zou ik volgens mijn GPS in de buurt van Cochem moeten komen en kon ik eindelijk gaan genieten van die finale afdaling die vast over een prachtige geasfalteerde weg richting Moezel zal lopen. Eerst kom ik echter op een enorm slecht pad dat ook nog eens gevaarlijk steil naar benden loopt. Zo steil dat ik mijn zware fiets maar ternauwernood in bedwang kan houden terwijl mijn ogen in de verte op zoek zijn naar iets van een asfaltweg. Die zal er echter niet komen, het blijkt dat ik de gehele 3 kilometer afdaling over dit gevaarlijke, tot 17% steile, pad zal moeten afleggen. Op dat moment heb ik al lang besloten om lopend, met de fiets aan de hand, verder te gaan. Fietsen is hier levensbedreigend.
Bij elke bocht hoop ik dat het pad eindigt maar het lijkt eeuwig aan te houden. Op het aller steilste stuk lukt het mij zelfs niet meer om de fiets overeind te houden en ternauwernood weet ik zelf op de been te blijven. Met zweet in de handen kom ik, tot grote opluchting, na een dik halfuur ploeteren eindelijk op de verharde weg naar Cochem…
Na de hachelijke entree in Cochem fiets ik snel door naar mijn hotel waar ik word ontvangen door een oude vrouw die mij de weg, door het nogal aftandse gebouw, naar de kamer wijst. Daar spoel ik het angstzweet uit mijn haar en fris ook de rest van mijn lijf een beetje op. Later die middag zou ik nog wat familie ontmoeten op een plaatselijk terras en daarbij genoot ik van een welverdiend biertje alvorens bij een ietwat sjofel Italiaans restaurant wat te eten.
Die avond maakte ik het niet te laat. De volgende dag stond de laatste etappe op het programma; een stuk vlakker dan vandaag maar wel 20 km langer…
DAG 7: COCHEM (DL) – NASSAU A/D LAHN (DL)
Het is zwaarbewolkt als ik de volgende ochtend door het raam naar buiten kijk. Over de Moezel passeert een vrachtschip richting de Rijn. Die kant moet ik straks ook op. Toevallig is het ook nog een Nederlands schip, te zien aan het rood wit blauwe vlaggetje op de voorsteven.
Het ontbijt in de ontvangsthal van het hotel valt niet tegen en is eigenlijk beter dan verwacht. Afgaande op de stijl en ouderdom van het gebouw was ik even bang dat het ontbijt ook wel niets zou zijn, een aanname die uiteindelijk nergens op gebaseerd bleek..
Precies één minuut voor negen bestijg ik de Santos en fiets weg in oostelijke richting. Het is een graad of 17 en er staat niet te veel wind, prima fietsweer dus.
De eerste kilometers leg ik af langs de noordoever van de rivier en hier komen mij meerdere fietsers tegemoet. Het is goed te zien dat Cochem en de Moezel populair zijn bij het fietsende deel van de bevolking.
Na ongeveer 25 km, ter hoogte van Löf, ga ik over de Moselbrücke Löf-Alken naar de zuidoever om daar mijn weg tot aan Koblenz te vervolgen.
Inmiddels is het zonnetje erbij gekomen en fiets ik onder wisselende bewolking verder.
Ik heb er vandaag, om meerdere redenen, zin in. Sowieso is het wel lekker dat ik vandaag weinig hoogtemeters heb te overbruggen en het is altijd leuk om na een geleverde inspanning je einddoel te bereiken. Extra beloning is dan het feit dat er op dat eindpunt nog iemand is die op je wacht om samen nog een paar dagen vakantie te vieren alvorens weer huiswaarts te gaan.
Na ongeveer 2 uurtjes fietsen merk ik dat het achter mij behoorlijk donker wordt in de lucht, er is duidelijk een bui onderweg. Ik hoop dat ik het tot aan Koblenz droog hou en fiets daarom maar een beetje door. Uiteindelijk bereik ik nog net de Rijnoever en de Kaiserin Augusta Anlagen, een lommerrijke wandelboulevard aan de Rijn. Daar kan ik onder één van de majestueuze bomen schuilen voor de in alle hevigheid losgebarsten bui.
Deze plek is trouwens niet nieuw voor mij, want in 2013 tijdens mijn solo trip naar Rome stond ik op exact dezelfde plek te schuilen voor een bui. Hoe toevallig is dat?
Gelukkig kan ik na ongeveer een kwartiertje weer verder en even later passeer ik de brug over de Rijn op weg naar Lahnstein, de plaats waar de Lahn de Rijn binnen stroomt.
In Lahnstein zoek ik nog even een bouwmarkt op om een busje smeermiddel (WD40) te kopen om daarmee een eind te maken aan een ergerlijke kraak in één van mijn pedalen. In de bouwmarkt moet ik even zoeken naar de afdeling smeermiddelen, maar eenmaal gevonden blijkt de keus aan WD40 in Duitsland aanmerkelijk uitgebreider dan in ons land. Ongeveer 4 meter stelling met WD40 in alle maten en soorten verpakking stralen mij toe. Ik kies voor een ingenieuze bus met omklap spraykop en ga snel weer de winkel uit…
Even verderop fiets ik, geluidloos, de Lahn Radweg op. Dit fietspad langs de Lahn loopt van Lahnstein tot Marburg die ik tot Nassau zal volgen. In die 20 km blijkt deze Radweg een behoorlijk smal maar druk befietst pad te zijn. Na de brede Moezel doet de relatief smalle Lahn ietwat kneuterig aan.
Al gauw kom ik langs een sluisje en vooral in de eerste kilometers liggen er veel pleziervaartuigen aangemeerd langs de oevers.
Enkele kilometers verder stroomopwaarts besluit ik te stoppen bij een terras aan het water. Na een kleine 60 km heb ik wel een kop koffie verdiend…
Ik trakteer me er zelf gelijk maar op een stuk torte, uiteindelijk heb ik mijn einddoel bijna bereikt. Het is vrij druk op het kleine terras en het duurt even voordat ik mijn bestelling bediend krijg, maar het maakt mij vandaag niet zo veel uit. Ik merk dat deze fietstocht en het naderende weerzien mij goed doen.
Een tweede kop koffie doe ik, gezien de drukte, maar niet. Met nog 20 km voor de boeg stap ik weer op en vervolg mijn weg langs de Lahn.
In een week tijd ben ik 570 kilometer verderop geraakt. Niet wereldschokkend natuurlijk, maar wel genoeg om even het alledaagse leven met al z’n beslommeringen achter je te laten.
Eerlijkheidshalve moet ik wel opmerken dat het fietspad langs de Lahn een beetje eentonig is. Door de dichte begroeiing van de oevers en de opgaande bergwanden blijft het zicht beperkt tot niet meer dan de rivier en het fietspad.
Leuke onderbrekingen van het monotone zicht zijn de plaatsjes aan de rivier. Een daarvan is het kuuroord Bad Emden dat even voor wat afleiding zorgt. Even na deze plaats moet ik de rivier over om via de andere oever verder te gaan.
Na 78 kilometer bereik ik uiteindelijk Nassau a/d Lahn, het eindpunt van mijn 7-daagse fietstocht.
In een week tijd ben ik 570 kilometer verderop geraakt. Niet wereldschokkend natuurlijk, maar wel genoeg om even het alledaagse leven met al z’n beslommeringen achter je te laten.
Tijdens deze tocht ontdekte ik dat ik, hoe verrassend, nog steeds geen groot klimmer ben maar evengoed dat ik eigenlijk elke dag wel fietsend door zou kunnen brengen. Vooral als je door gebieden komt waar je bijna absolute rust vindt en even helemaal tot jezelf kunt komen…
NOG EEN PAAR DAGEN RELAXEN
Nu ik in Nassau aangekomen was zat het fietsende gedeelte van deze tour erop. In het voor ons land zo betekenisvolle plaatsje zou ik dezelfde dag nog iemand ontmoeten die mij uiteindelijk ook weer naar huis zou brengen. Voor het zover was zouden we echter nog even een paar dagen genieten op de plaatselijke camping.
In de dagen volgend, ontdekten we een aantal plaatsen in het Taunusgebergte tijdens een kort maar pittig fietstochtje op de racefiets. Bezochten we de roots van ons Koningshuis in de burcht van Nassau (ik heb helemaal niets met de Oranjes, maar als je daar dan toch bent…) en roeiden we een behoorlijk stuk van de Lahn op en neer.
Uiteindelijk kwam het moment van terugkeer toch net iets te vroeg…
Al met al was ik een dag of 10 op pad in mijn vakantie van 2019.
Geen vliegreis naar één of ander tropisch oord. Geen al-inclusive verblijf in Turks resort.
Gewoon een fietstocht vanaf huis naar een andere plek op deze aardkloot. Elke dag een andere slaapplaats en elke dag andere omstandigheden en omgeving, met tot slot een verblijf met iemand die je na aan het hart ligt.
Voor mij hoeft het niet anders…