WhatSSOP Amstel Gold Race weekend 2015
ARRIVEE
Alsof ik buiten westen was geweest, zo werd ik vanochtend wakkker. Dat is het voordeel van een slaappil, dan weet je zeker dat je een tijdje van de wereld bent.
Die 9 uur rust (23:00 tot 08:00 uur) had ik zeker nodig na een weekend fietsen in Zuid Limburg met een 5-tal andere Swolland leden en de deceptie van de verloren bekerfinale van PEC Zwolle.
Over dat laatste gaan ik het hier niet hebben, maar over dat fantastische fietsweekend natuurlijk wel…
Tijdens zo’n weekend, waarbij we dit keer hadden gekozen om met z’n zessen in één huisje te gaan zitten, zit je 48 uur bij elkaar op de lip, eet je gezamenlijk, je drinkt je biertje en…..je slaapt bij elkaar op de kamer.
Het huisje was uitgerust met 2 slaapkamers waarvan er één door een kast in twee gedeelten was gescheiden met aan de ene zijde een stapelbed en andere zijde twee éénpersoons bedden tegen elkaar gezet vanwege de ruimte.
Over de indeling van de kamers waren geen afspraken gemaakt, maar je kunt je voortstellen dat degenen die als eersten arriveren op vrijdag, uit fatsoen en respect voor de overige deelnemers het stapelbed pakken…….maar toen Jan S. en ik het huisje betraden (bij de receptie hadden we reeds gehoord dat er al gasten voor ons waren gearriveerd) zagen we dat de zwagers (Henk G. en Arnold van B.) de mooiste kamer hadden ingepikt en hun bagage zeer pontificaal over de bedden hadden uitgespreid om vervolgens alvast een stuk te gaan fietsen.
Omdat Jan en ik hoogtevrees hebben lieten wij het stapelbed vrij voor de laatste twee gasten Ruud W. en Hans M.(verder Hansie Hansie genoemd), waardoor op een niet zo democratische wijze toch iedereen een slaapplek had bemachtigd.
Over het slapen later meer…..
Vrijdagmiddag, in ’t zonnetje…. |
Na een vlotte reis arriveerder Jan en ik rond 14.40 bij camping De Rozenhof aan de Camrig in Epen, bij de receptie hoorden we dus dat de zwagers al waren ingecheckt en inmiddels al ergens door het Limburgse land aan het toeren waren.
Gewapend met de sleutel gingen wij op zoek naar, de aan de overkant van de weg gelegen, vakwek huisjes. Dat viel echter nog niet mee omdat de vrouw van de receptie het had over huisje 1 en de nummering begon met huisje 7d, uiteindelijk viel het kwartje toch en konden we de woning betreden.
Terwijl wij onze bagage haden uitgeladen en de fietsen in elkaar hadden gezet kregen we bericht van de laatste twee deelnemers, Ruud en Hansie Hansie, dat ze ook waren gearriveerd zodat we nu helemaal compleet waren.
Tijd dus voor een eerste hersteldrankje op het zonnige terras van de camping met uitzicht op de zwoegende wielrenners op de klim van de Camerig , de zwaarste klim van ons land (niet qua steilte maar zeker qua lengte in combinatie met de klimpercentages.
Na ons tweede hersteldrankje kwamen ook de zwagers het terras op gewandeld na hun eerste 56 kilometers en gezamenlijk dronken we er nog maar één om alvast te proosten op een geslaagd weekend.
Na het gezamenlijke diner in het restaurant was het tijd voor een wandeling naar de lager gelegen Geul, via een fraai wandelpad met de nodige hoogteverschillen bereikten we de beroemde beek en terwijl de zon langzaam achter de heuvels verdween schoten wij nog een paar sfeervolle plaatjes.
Diezelfde avond, na terugkeer in het huisje, werd het nog een gezellige boel en onder het genot van een smakelijke Hertog Jan werd vooruitgekeken op de rit van de volgende dag met daarin alle bekende beklimmingen uit de Amstel Gold Race waarna we tegen het nachtelijk uur ons bed opzochten.
WIE SJOEN OS LIMBURG IS
Zaterdagochtend, ik friemel de oordoppen uit m’n oren (daarover later meer) en schiet even snel m’n burger kloffie aan. Eerst even ontbijten. Iedereen heeft z’n eigen broodjes meegenomen dus veel tijd wordt er aan het ontbijt niet verspeeld. Blij zijn we wel met de koffiesticks van de zwagers want anders hadden we mooi zonder gezeten, ikzelf had wel gemalen koffie bij me maar helaas geen filterzakjes….(ook geen toiletpapier maar dat had Arnold wel in de aanbieding).
Hoe dan ook, na een halfuurtje zijn we wel klaar met het ontbijt en kunnen we ons op gaan maken voor de 135 pittige kilometers die ons vandaag te wachten staan. Ik twijfel nog even welk shirtje ik aan zal doen en kies uiteindelijk voor het nog maagdelijke witte shirt van De Muur (literair wielertijschrift) in de wetenschap dat ik, beneden gekomen, vast niet lang hoef te wachten op smalende opmerkingen van mijn medefietsers en zo geschiedde…..
In verband met de wisselende weersvoorspellingen is het moeilijk om een keus te maken uit alle kledingstukken, wel of niet een korte broek, een bodywarmer? In verband met de ochtendkou kies ik er in ieder geval voor m’n dunnen vingerhandschoentjes aan te trekken, beter mee verlegen dan om verlegen..
Uiteindelijk rond een uur of negen zijn we allemaal gereed om te vertrekken voor ons rondje Amstel Gold.
Om van de plaats waar de huisjes staan weg te komen moet gelijk flink geklommen worden dus het was zaak om het juiste verzet alvast gestoken te hebben (in mijn geval 34/25), vervolgens gaat het gelijk rechtaf de Camerig op richting Vaals. Op het hoogste punt van de Camerig heb je een fantastisch uitzicht over België, wat ons doet besluiten om maar gelijk dé foto van het weekend te maken
Op de top van de Camerig |
Vervolgens zetten we koers naar Vaals en het drielandenpunt. We beklimmen de Vaalserberg vanuit België over de Cote des Trois Frontières en komen vervolgens uit bij de uitkijktoren bovenop de berg. Zoals verwacht zijn mijn klimmersbenen weer achtergebleven in Zwolle (….) maar gelukkig kom ik op toch boven met mijn compact, mede dankzij mijn heerlijke 32-er achter.
Na een kilometer of 15 door Zuid Limburg vraag ik me al af hoe ik in godsnaam op het idee kon komen om het initiatief te nemen tot dit klimweekend, maar ja ondanks dat ik moeizaam omhoog ga vind ik het wel leuk en neem ik al die smalende opmerkingen van mijn medefiestsers wel voor lief …
Na de afdaling van de Vaalserberg gaan we richting Vijlen en vervolgens door naar Wahlwiller, als we die plaats door zijn worden we geconfronteerd met de eerste blik op de Kruisberg (max 16%), ik denk nog ‘potverdorie that is serious shit’ en buffel vervolgens naar boven, wat een kuitenbijter. Boven gekomen heb ik het gevoel dat m’n hart in mijn keel zit en misschien is dat ook wel zo, maar gelukkig heb ik het gered, veel erger kan het niet worden.
Helaas wordt ik snel uit de droom geholpen als na de afdaling al heel snel de gevreesde Eyserbosweg opdoemt.
Een jaar of 7 geleden was ik daar al eens tegenop gefietst(…) en moest toen op het steilste stuk van de fiets af, dat mocht me vandaag zeker niet weer gebeuren.
Gelijk na de bocht in het plaatsje Eys gaat de weg omoog, eerst nog matig maar na 500 meter gaat de klim naar max 17.1% . Op die plek staat een stevige heer in wielertenue aan de kant, hij staat erbij alsof hij nooit meer opstapt, ik voel met hem mee want hier stond ik destijds zelf ook, maar toen is niet nu en ik blijf doorploeteren op dit steile rotstuk. Mijn hartslag knalt omhoog, een tienal meters voor me zie ik Ruud trappen voor z’n leven en daar weer voor gaan de overige vier (op het oog) iets soepeler omhoog. Wat een klerelijer die Eyserbosweg…….
Boven mag ik van de mannen even over m’n stuur hangen om bij te komen, veel meer zit er ook niet in.
Op de top van de gevreesde Eyserbosweg |
Als iedereen weer op adem is gekomen dalen we snel af naar Simpelveld waar alweer de volgende inspanning wacht; de Hulsberg , na de Kruisberg en de Eyserbosweg komt ook deze klim weer rauw op ’t dak met z’n max van 10% maar met m’n 34/32 kom ik ook hier weer boven.
Na al deze kuitenbijters wordt het zo langzamerhand tijd voor koffie en de echte Limburgse vlaai, na een tijdje vinden we wat we zoeken in een oude boerenhoeve in Ransdaal.
De zaak wordt gerund door een dame op leeftijd en dat betekent geen bediening op het terras. Als we ons hebben gesetteld op de houten bank op de binnenplaats nemen we even polshoogte in de hoeve zelf en bestellen we de koffie met, al naar gelang, abrikozen of rijstevlaai. De dame op leeftijd zou ons waarschuwen als alles gereed was……
Even de kuiten laten rusten.. |
Gelukkig schijnt er een voorzichtig zonnetje op de binnenplaats en duurt het wachten niet te lang. De koffie smaakt goed, de vlaai niet minder en daar doe je het toch allemaal voor.
Als ook het tweede kopje koffie is genuttigd kunnen we weer verder, op weg naar de Keutenberg…
Die Keuetenberg komt sneller dan me lief is en hoewel enkele Belgen ons nog proberen te doen geloven dat de Keutenberg is afgevlakt zie ik die muur toch echt nog liggen achter de camping en het is er druk met vooral veel wandelaars.
Net na de eerste bocht schakel ik mijn compact op de 34/32 en doe een schietgebedje om vervolgens piepend en krakend de eerste 100 meter met een max van 22% te overbruggen (pffff), helaas houdt daarmee de klim niet op en smekend om mijn lieve moedertje hark ik werkelijk naar de top maar wel fietsend. Boven gekomen is het nog een heel stuk vals plat voor ik me bij mijn fietsmaten kan voegen en mag uithijgen, dat hebben we dan maar weer gehad.
Gelukkig volgt er daarna een relatief lang stuk zonder al te heftige klimmen, maar als op een gegeven moment Valkenburg a/d Geul op de borden verschijnt dan weten we genoeg, de Cauberg komt er aan. De bekendste klim van Nederland en finishplaats van de echte Amstel Gold Race. Voor mij zou het de allereerste keer worden dat ik daar naar boven zou fietsen.
Via Sibbe-IJzeren dalen we Valkenburg binnen temidden van de immer aanwezige toeristen, aan het eind van de Daalhemerweg gaat het linksaf en omhoog richting Berg en Terblijt, de Cauberg.
Ook hier probeer ik iets van een ritme te vinden, wat eigenlijk best lukt. Oké, snel gaat het niet maar we worstelen en komen boven.
Na een lekkere afdaling gaat het verder naar Cadier en Keer, waar we terecht komen op de Keunestraat met opnieuw een pittige klim van max 9% , ook hier was ik al eens eerder en net als toen zou ik de plaatsnaam het liefst aanpassen in Tot hier en Keer. Het volgende obstakel is de welbekende Bemelerberg in Bemelen. In al het klimgeweld is de Bemelerberg een wat minder heftig geheel en hier kom relatief makkelijk boven al voel ik ook hier de bovenbenen wel degelijk.
Vervolgens gaat het zuidwaarts richting Belgische grens en zonder al te veel moeite bereiken we St.Geertruid waar we een tweede koffiestop inlassen.
Na opnieuw koffie met vlaai, met slagroom uit de spuitbus, gaan we weer op pad voor de laatste loodjes. Die vinden we onder andere in de Loorberg bij Slenaken, een lange maar niet heel steile klim, echter als je al een kleine 120 km in de benen hebt voel je ‘m wel. Net voor deze klim worden we nog even opgehouden door een soort processie in een dorpje. Met veel paarden, waaronder prachtige Belgische dikbillen, wordt een kar met een enorme versierde boom door het dorp getrokken, een mooi gezicht maar we hebben geen idee wat hier de diepere achtergrond van is….
Als we de Loorberg hebben gehad gaan we verder richting Epen waar de laatste klimmeters van de dag wachten, het onderste stuk van de Camerig, terug naar de camping. De Gulpenerberg die ook in de route zit laten we links liggen en in Epen beginnen we weer aan de de mooiste klim van Nederland. Voor mijn gevoel moeten we nog een heel eind klimmen voor we bij de camping zijn maar gelukkig valt dat alleszins mee en met130 km op de teller draaien we het toeganspad naar de huisjes weer op.
Het was een pittige tocht door een fantastisch landschap en voor mezelf was het een opsteker dat ik alle klimmen fietsend ben boven gekomen.
Huisje nummer 1-7d, ons verblijf |
Eenmaal in het huisje is het om beurten douchen, een biertje drinken en een enkeling moet ook nog even met de fiets aan de gang omdat die meer lawaai maakt dan ‘m lief is en omdat Jan nog niet genoeg heeft van het klimmen mag hij nog een paar extra hoogtemeters maken om een tafel voor 6 te reserveren bij restaurant Buitenlust op de Camerig.
Daar eten we die avond lekker en uitgebreid onder het genot van een Gulpener van de tap, welverdiend na de pittige tocht met ruim 2100 hoogtemeters. Weer terug op de basis genieten we nog even na en bespreken we onder andere wat we op zondagochtend nog gaan doen, afhankelijk van het weer. Het samenzijn bereikt een hoogtepunt als het onderwerp terecht komt op de Belgische Waterlanders van Jan waarna iedereen uiteindelijk, een beetje verward, zijn bed opzoekt.
HOUTZAGERIJ SCHOTMAN BV
‘Wakker worden, fietsen! klinkt het in de verte…
Ik herken vaag de stem van Arnold en als ik één oog open zie ik hem inderdaad, half in fietskleren gekleed, in de deuropening staan.
Stiekum had ik een beetje gehoopt op regen, die ochtend. De benen voelden nog wat zurig en het slapen was die nacht ook niet helemaal super gegaan.
Nadat we de vorige avond ons bed hadden opgezocht en ik mijn vermoeide hoofd op het kussen had neder gelegd hoorde ik naast mij mijn slapie Jan zijn vierde grote hobby uitoefenen; hout zagen…
Jan heeft heel veel hobby’s; fietsen, vissen, tortelduiven, Belgische Waterlanders en……hout zagen. Dat laatse doet hij bij voorkeur terwijl hij slaapt en met een overgave waar je versteld van staat. Zodra de man z’n hoofd neerlegt worden de zaagmachine gestart en worden zijn kamergenoten getracteerd op een concert zonder weerga. Helaas waren mijn oordoppen niet opgewassen tegen zoveel geluid en ik vraag me eigenlijk wel eens af of hoe zijn lieftallige vrouw Henny deze zingende zaag telkens weer het hoofd biedt.
Uiteindelijk ben ik en hopelijk ook de kamergenoten aan de andere kant van de kast in slaap gevallen, maar het mocht even duren….
Geen regen dus zondagochtend en dat betekende wel fietsen. Daarom maar weer een aantal broodjes weggewerkt met een grote mok koffie. “
Ruud had voor de zondag een route gemaakt door België naar Vaals met een koffiestop bij De Bokkerijder op de Vaalserberg, totaal zo’n 75 km met opnieuw de nodige hoogtemeters.
Op pad dus weer. Dit maal eerst de Camerig af richting Epen en daar zuidwaarts België in. Al bij de eerste de beste klimmetjes voel ik hoeveel zuur er nog in de benen zit en het gaat nou niet bepaald vanzelf. Op en af gaat het door het Belgische landschap met z’n slechte wegen. Gelukkig valt al vrij vlot het besluit om in plaats van 75 slechts 45 kilometer te doen en ik vind dat prima.
Gelukkig gaat het na een kilometer of 10 langzaam wat beter en komt er weer wat spirit in de kuiten. Maar goed ook want om bij De Bokkerijders te komen moeten we nogmaals de Vaalserberg op via de Waalse zijde (Trois Frontieres), welke klim ik lekker rustig oppeddel met Jan als een soort chaparonne in de buurt, eigenlijk best een mooie klim met, in de S-bocht, een fantastisch uitzicht. Eenmaal boven wacht ons de beloning in de vorm van koffie met Limburgse vlaai en dan vlaai met een hoofdletter V, bij de Bokkerijder weten ze hoe je een fietser kunt verwennen.
Het valt niet mee om het retaurant te verlaten, je zou zo een tweede stuk vlaai bestellen, maar we moesten toch echt verder.
Eerst de Vaalserberg weer af en vervolgens de Epenerbaan op, een behoorlijk lastige klim als slot van een inspannend fietsweekend. Gelukkig heb ik op de laatste kilometer nog een klein beetje kracht over om iedereen uit het wiel te rijden middels een verrassings demarage op weg naar de huisjes, maar eerlijk gezegd had ik niet het idee dat iemand echt onder de indruk was…
Aangekomen bij het huisje was weer snel douchen, opruimen en inpakken (of andersom) en terug naar Zwolle.
Zo kwam er weer veel te snel een einde aan een leuk weekend fietsen in het mooiste fietsgebied van ons land. Zelfs als klimmen niet je sterkste kant is blijft het een genot om in deze omgeving te fietsen, helemaal met een stel gezellige maten om je heen. Wat mij betreft zeker voor herhaling vatbaar…