Een (fiets)tocht van 10 dagen
DEEL 1 (waarin de toerfietser transformeert van een rijdend tot een lijdend onderwerp)
Die zaterdagochtend vertrok ik om precies 08.25 uur van huis voor een fietstocht met de toerclub naar Gorssel, 125 kilometer schoon aan de haak.
Het werd een tocht met een onverwacht einde.
Met z’n zessen waren we en Arnold van B. had de route voor die dag gemaakt, daarbij verschillende soorten ondergrond niet schuwend. Asfalt, grind, zandpaden en klinkerwegen, alles zat erin. Tel daar een straf tempo (gemiddeld 27.6 volgens mijn GPS) bij op en het mag duidelijk zijn dat het een, voor mij althans, pittig tochtje was.
Gelukkig wist ik het toch allemaal goed te verteren en het vooruitzicht van een voedzaam hersteldrankje vergoedde veel, zo niet alles.
Tegen 14 uur diezelfde middag zette ik mijn fiets tegen de gevel van café De Vrolijkheid en wandelde moe maar monter naar binnen om mijn fietskornuiten te trakteren naar aanleiding van mijn 56e verjaardag een week eerder. Vanaf dat moment zou m’n leven echter een onvoorziene wending nemen….
Aangekomen bij de stamtafel voelde ik ineens een gevoel wat ik twee weken eerder al eens gevoeld had bij thuiskomst, hevige duizelingen. Die keer thuis was dat snel weer weg en besteedde ik er verder geen aandacht aan, dit keer voelde ik echter al snel dat het anders, serieuzer was. Toch probeerde ik nog de bestelling te doen bij de bar dame die mij echter al erg raar aankeek terwijl bij mij langzaam het licht uitging…om een kleine minuut later weer bij mijn positieven te komen terwijl Gerard N. mijn hand in zijn hand had.
Nu waardeer ik onze voorzitter zeer maar om nu hand in hand te gaan zitten leek mij wat al te overdreven. Gelukkig had Gerard geen oneerbare bedoelingen met mijn hand en hield hij alleen mijn pols tussen zijn wijsvinger en duim om zodoende te controleren of ik nog een polsslag had, wat gelukkig zo bleek te zijn al hield het niet over.
Wat volgde was dat er snel 112 werd gebeld en een paar minuten later twee ambulance broeders zich over mij ontfermden, mij naar de gereedstaande ambulance begeleiden en mij aan allerlei toeters en bellen te verbinden om te zien wat mijn lijf nu toch allemaal aan het uitspoken was. Het gevolg was dat ik mijn fietsmaten die dag niet weer zou zien en het laatste beeld van de fietsdag het hersteldrankje was dat ik nog net zag verdwijnen in de hand die mij eerder de pols had gemeten.
DEEL 2 (waarin de wereld op zijn kop staat)
Langzaam rolt een traan uit mijn rechter oog. Al een uur heb ik mij groot gehouden in het iets te kleine ziekenhuisbed op de acute hartbewaking, maar als ik mijn beide kinderen middels WhatsApp op de hoogte breng van mijn situatie hou ik het niet langer droog. Als dan de lieve verpleegster ook nog even heel empathisch over mijn arm wrijft barst ik in snikken uit, gelukkig begrijpt zij het allemaal en mag ik me even laten gaan.
Langzaam maar zeker dringt de ernst van de situatie tot me door, de eerdere duizeligheid, het totale verlies van controle over mijn lijf even daarvoor zorgen voor een onophoudelijke gedachtestroom in m’n kop. Verdomme, dus toch…..
Al zeker vanaf april dit jaar voelde ik mij niet 100%, vaak een beetje moe en futloos, alsof de benzinemeter continu in het rode stond. Een bezoek aan de huisarts in juni bracht geen uitsluitsel, de bloeddruk en de uitslagen van een bloedprikje leverden geen verklaring op. Maar toch voelde ik dat er ‘íets’ niet goed zat en nu dit.
Al sinds mijn vader zaliger en al mijn broers problemen hebben gehad met hart en bloedvaten heb ik er bij de huisarts op aangedrongen mij preventief te controleren, wat uiteindelijk uitmondde in medicatie in de vorm van bloeddruk- en cholesterolverlagers.
Omdat ik ook nog eens als enige in de familie al mijn hele leven serieus aan sport deed waande ik mij ondanks alles veilig……tot nu. Mijn wereld stond ineens volledig op zijn kop!
De lieve verpleegster noteert inmiddels in de anamnese;
Vandaag heeft de patiënt 150 km zonder klachten gefietst (ik mag altijd graag een beetje overdrijven) .Nadien is hij een café ingelopen (niet echt reclame voor een sporter)waar hij bij binnenkomst duizelig werd. Vervolgens is hij op de stoel even weggeraakt (30-60 seconden). Langzaamaan is hij weer bijgekomen. Geen last van pijn op de borst. Geen kortademigheid. 2 a 3 weken geleden is hij ook kortdurend duizelig geweest, toen niet weggeraakt. Nooit last van deze klachten gehad tijdens inspanning. Geen collapsen eerder gehad. Goede inspanningstolerantie.
Familiair belast voor hart en vaatziekten, geen plotse dood of collapsen. Rookt niet. Cholesterol verhoogd. Hypertensie.
Familiair belast voor hart en vaatziekten, geen plotse dood of collapsen. Rookt niet. Cholesterol verhoogd. Hypertensie.
Tja daar is geen woord aan gelogen wat ook vreemd zou zijn omdat ik het haar zelf allemaal verteld had.
Ondertussen heeft mijn dochter terug geappt; “Geschrokken, komen eraan maar zitten nu nog bij IKEA in Arnhem” Ik app terug dat ze kalm aan moeten doen en ik het heus wel overleef.
Nadat de lieve verpleegster mij nog even heeft geruststelt voor ze gaat koffie drinken, sluit ik even mijn ogen en probeer tot rust te komen…..
DEEL 3 (waarin de oorzaak aan het licht komt)
Die avond, terwijl mijn dochter inmiddels is gearriveerd, wordt ik onderworpen aan allerlei onderzoeken; hartfilmpjes, echo’s van het hart en om het uur bloedafname om te controleren of er een bepaald eiwitgehalte stijgende was, wat kon duiden op een (lichte) hartinfarct.
Rond 21.00 uur wordt ik weggebracht voor een hartkatheterisatie en omdat mijn dochter meeloopt laat ik maar niet merken dat bij mij de zenuwen door het lijf gieren. Ook niet echt goed voor de bloeddruk dunkt mij.
Eenmaal op de smalle operatietafel krijg ik een valiumtablet en gaat de verdovingsspuit in mijn pols…
Men zit letterlijk in mijn lijf en, hoewel ik er niets van voel, is het toch een rare en emotionele gewaarwording na zo’n heftige dag.
Om een lang verhaal kort te maken; het blijkt dat er meerdere vernauwingen in de kransslagaders zitten en dat de meest urgente op het moment zelf is gedotterd en voorzien van een stent, (nummer 1), een andere vernauwing zal t.z.t. gedotterd moeten worden en weer andere vernauwingen zijn minder relevant en zullen met medicijnen behandeld moeten worden.
Al met al genoeg om over na te denken die nacht, van slapen komt dan ook niet veel. Ik denk aan de bypass operatie die mijn vader heeft ondergaan, de problemen die mijn andere broers hebben gehad en natuurlijk aan mijn oudste broer die ons enkele maanden eerder zo tragisch was ontvallen. Eigenlijk is het gewoon een rot jaar stel ik vermoeid vast en probeer alsnog wat te slapen.
DEEL 4 (waarin blijkt dat ik niet de enige ben)
De volgende ochtend voel ik me eigenlijk wel goed. Niet ziek in ieder geval.
Wel werd mij steeds meer informatie verstrekt over wat me overkomen was en hoe nu verder.
Nog diezelfde ochtend ontving het eerste bezoek, mijn broer Joop en Arnold van B. die mij gerust stelde met de mededeling dat mijn fiets en spullen bij hem thuis lagen.
Gedurende de dag werd meerdere malen bloed geprikt en de bloeddruk gemeten. al snel had ik dan ook meerdere gaten in mijn armen wat bij mij associaties deed oprijzen van een vergiet waardoor onophoudelijk bloed wegliep. Gelukkig viel het allemaal nog reuze mee.
Die zondag kwam er nog meer bezoek en allen reageerden geschokt en vol ongeloof, “maar jij sport nog wel zoveel” was met afstand de meest gehoorde opmerking. Helaas is nu gebleken dat dat bij een erfelijke belasting dus nauwelijks een rol speelt. Hooguit misschien bij het herstel.
Aan het einde van de middag kwam dochterlief en schoonzoon met een enorme Mickey Mouse ballon de boel wat opvrolijken terwijl ik in afwachting was van overplaatsing naar de verpleegafdeling.
Pas tegen halftien ’s avonds was het zover en werd ik met bed en Mickey Mouse overgeplaatst naar zaal V4.2 kamer 139.
Op deze zaal werd ik begroet door de afdelingsverpleegster en de overige patiënten, alhoewel de vrouw naast mij wel andere zorgen aan haar hoofd had. Zij hoestte dat het een lieve lust was en werd de volgende ochtend ook al snel afgevoerd naar de OK waarna we haar niet meer gezien hebben. Laten we hopen dat zij zich nu weer beter voelt. Tegenover mij lag een oudere heer (75) uit Terwolde, een veehouder/handelaar in rustte genaamd Hennie. Toen hij hoorde dat ik onwel was geraakt na een fietstocht knoopte hij gelijk een praatje aan. Ook hij was een groot fietsliefhebber en schaatsfanaat. Hij had zelfs de laatste 3 Elfstedentochten uit geschaatst…
Gedurende ons gezamenlijke verblijf op de zaal ontstond er iets van een band, waarbij het hielp dat de man ook gezegend was met een apart soort humor. Naast hem lag een man uit Brummen die problemen had met een hartklep en ook de volgende ochtend al geholpen zou worden. Bij Hans (want zo heette hij) had ik steeds het idee dat hij langs me heen keek als hij tegen mij praatte. Later die week vertelde hij dat hij in zijn jeugd een stuk vuurwerk in zijn oog had gekregen. Het was dus niet zo dat hij mij niet aan durfde te kijken.
Een zaal verder bleek een crimineel te liggen en gedurende enkele dagen zat daar 24 uurs bewaking voor de deur. Penoza was er niks bij.
Zo bleek in ieder geval dat ik zeker niet de enige met hartklachten was in het ziekenhuis. Zo voel je je eigenlijk wel even als je er binnenkomt, het lijkt of de hele wereld alleen nog maar om jou en jou problemen draait. Niets is echter minder waar.
DEEL 5 (waarin blijkt dat niemand mij vergeten is en de zaalbezetting wisselt)
Al snel bleek dat ik toch langer in het ziekenhuis zou moeten blijven dan ik oorspronkelijk gehoopt had. Er zou nog meer gedotterd moeten worden en de specialisten durfden mij niet naar huis te laten gaan in afwachting van die volgende behandeling. Dat was best een teleurstelling die ik op maandagochtend te verwerken kreeg. Ik zou in de loop van de week horen wanneer ik aan de beurt zou zijn.
Gelukkig werden de dagen een beetje dragelijk dankzij alle mensen die mij in grote getale bezochten; Familie, (fiets)vrienden en collega’s wisten mij telkens weer op te beuren en zorgden ervoor dat ik niet in een dalletje terecht kwam.
Inmiddels was op het bed naast mij een nieuwe buurvrouw komen liggen; Ze stelde zich voor als Tiny Wicher Schreurs, geen alledaagse naam en ze legde uit dat ze geboren was in Roermond en nu woonachtig was in Heino. Tiny bleek al snel een kwebbelkous in optima forma, maar wel op een gezellige manier. Omdat ze nogal eens ruzie had met haar mobiel, waarmee ze vooral veel contact had met haar kleinkinderen, moest ik nogal eens bijspringen om de werking van het apparaat uit te leggen.
Op donderdagmiddag, tijdens een druk bezocht bezoekuur, werd ik door de cardiolog gevraagd om even mee te komen voor een update . Bij die gelegenheid kreeg ik de boodschap dat ik die week niet meer geholpen zou worden, maar pas op de volgende maandag. Tevens werd mij de keus voorgelegd om tijdelijk naar huis te gaan maar dan werd ik pas enkele weken later geholpen. Ik besloot eieren voor mijn geld te kiezen en nog maar een paar nachten te blijven.
Hennie de veehandelaar was inmiddels al voorzien van een pacemaker en alweer naar Terwolde vertrokken. Zijn bed werd ingenomen door een voormalig uitvoerder in de bouw uit Hattem. De man mocht vooral graag over zichzelf en zijn aandoeningen praten en deed dat ook nog vrij slecht verstaanbaar.
Omdat Hans uit Brummen op vrijdagmiddag lekker naar huis mocht werd onze zaal op de daaropvolgende zaterdag aangevuld met een domineesvrouw, ook al uit Hattem. Dat konden nog een paar mooie dagen worden. Ik als overtuigd atheïst op één zaal met een domineesvrouw…
DEEL 6 (waarin blijkt dat domineesvrouwen ook winden laten)
Het is zondagochtend, Tiny, de voormalig uitvoerder en ik zitten alle drie aan het zitje in de hal. We zijn weggevlucht voor de zangkunsten van de domineesvrouw die, met de koptelefoon op de oren, meezingt met de kerkdienst die wordt uitgezonden door Isala TV. Mocht ze nog illusies hebben gehad om mij te kunnen bekeren gedurende ons gezamenlijke verblijf dan was dit voor mij wel de slechtste manier om dat te bereiken….
Later die dag doet ze een nogal opzichtige poging om wat aardser over te komen als ze tijdens het recht leggen van haar dekens een vast niet bedoelde scheet laat. Amen, denk ik terwijl zij zich verontschuldigd.
Verder verloopt de dag vrij rustig. Ik probeer de uurtjes door te komen met korte wandelingetjes door het toch wel erg mooie ziekenhuis. Eerder die week had Gerard N. (voorzitter van Swolland en persoonlijk betrokken bij de ontwikkeling van de nieuwbouw van het nieuwe ziekenhuis) mij tijdens zijn bezoek al meegenomen voor een educatief rondje door de verschillende ‘vlinders’ van het gebouw.
Op de zaal probeerde ik mij vooral een beetje af te zonderen door met de koptelefoon op te luisteren naar Spotify, waarbij de muziek van The Boss natuurlijk voor extra steun zorgde.
Gedurende de dag merk ik toch wel dat ik meer en meer gespannen raak door de naderende dotterbehandeling van maandagochtend.
Voor de nacht verwen ik mij dan ook met een inslapertje die ik nog had liggen van eerder in de week…
DEEL 7 (waarin geduld een schone zaak blijkt)
7a. Het is 06.00 uur en ik ben klaarwakker. Vandaag gaat het dan eindelijk gebeuren, na 9 dagen wachten wordt ik voor de 2e keer gedotterd. Het is de bedoeling dat ik rond 09.00 uur geholpen wordt en dat ik vanaf 2 uur daarvoor nuchter moet zijn, daarom krijg ik om al gelijk 2 beschuitjes en een kop thee. De rest van de zaal is nog in diepe rust…
Ik voel me goed en heb er alle vertrouwen in dat het vandaag allemaal goed gaat komen
7b. De klok geeft aan dat het 10.15 uur is. Nog altijd lig ik te wachten op de zaal terwijl mijn mede patiënten worden voorzien van koffie met een koekje. De operatie van mijn voorganger loopt uit en ik kan niet anders dan met een knorrende maag wachten op het verdere verloop van de dag. Langzaam maar zeker kruipt dan zo’n gevoel van onbehagen in je lijf; het zal toch wel gebeuren vandaag?
Dan, om 11.00 uur, komt de verpleger de zaal op gelopen en knikt naar mij dat we richting de OK gaan. Opluchting en zenuwen vechten om de heersende emotie te mogen spelen. Mijn zaalgenoten wensen me succes als ik van de zaal afrol….
Ik voel me goed en heb er alle vertrouwen in dat het vandaag allemaal goed gaat komen
7b. De klok geeft aan dat het 10.15 uur is. Nog altijd lig ik te wachten op de zaal terwijl mijn mede patiënten worden voorzien van koffie met een koekje. De operatie van mijn voorganger loopt uit en ik kan niet anders dan met een knorrende maag wachten op het verdere verloop van de dag. Langzaam maar zeker kruipt dan zo’n gevoel van onbehagen in je lijf; het zal toch wel gebeuren vandaag?
Dan, om 11.00 uur, komt de verpleger de zaal op gelopen en knikt naar mij dat we richting de OK gaan. Opluchting en zenuwen vechten om de heersende emotie te mogen spelen. Mijn zaalgenoten wensen me succes als ik van de zaal afrol….
7c. Het is koud in de ruimte waar ik lig ‘opgebaard’. Voor me kijk ik op de grote schuifdeur die toegang geeft naar de OK en ik ben in afwachting van de artsen die mij gaan helpen. Dan gaat de deur open en een assistent komt naar me toegelopen en zeg; “Meneer de Groot helaas kunnen wij u nu nog niet helpen, er is een spoedgeval gearriveerd, u gaat voorlopig weer terug naar de zaal”
Harder dan deze boodschap kan een mokerslag niet aankomen en hoewel ik alle begrip heb voor de situatie begin ik me nu wel erg ongeduldig en ongemakkelijk te voelen…
Bij terugkomst op de zaal is de eerste reactie; “zo dat is snel” maar eenmaal uitgelegd begrijpt iedereen dat ik een beetje down ben en even met rust gelaten wil worden.
7d. Het is 11.30 uur als de dienstdoende cardioloog met zijn gevolg de zaal op komt om de status met de verschillende patiënten te bespreken. Als ik aan de beurt ben toont men eerst medeleven met mijn situatie waarna de cardioloog mij nog even de komende behandeling toelicht; Het komt er op neer dat mij een dotterbehandeling wacht die gecompliceerder is dan normaal omdat de vernauwing op een moeilijke plek zit en al meer dan >95% is, als het niet lukt om met de draad door de vernauwing te komen zal de hele procedure gestopt worden en er opnieuw overlegd moeten worden wat te doen. Een bypass operatie behoort dan alsnog tot de mogelijkheden. Omdat de ingreep sowieso langer duurt dan een normale dotterbehandeling zult u na 14.30 niet mee geholpen worden. De cardioloog besluit met “wij wensen u heel veel succes” en aat mij in opperste verwarring achter. Op dit moment wordt het mij voor het eerst allemaal wat te veel en ik barst in snikken uit…
7e. Het duurt nog tot 13.45 uur voor ik eindelijk aan de beurt ben. Gelukkig wordt ik deze dag toch nog geholpen, maar mijn zelfvertrouwen van die ochtend is al lang verdwenen…
Harder dan deze boodschap kan een mokerslag niet aankomen en hoewel ik alle begrip heb voor de situatie begin ik me nu wel erg ongeduldig en ongemakkelijk te voelen…
Bij terugkomst op de zaal is de eerste reactie; “zo dat is snel” maar eenmaal uitgelegd begrijpt iedereen dat ik een beetje down ben en even met rust gelaten wil worden.
7d. Het is 11.30 uur als de dienstdoende cardioloog met zijn gevolg de zaal op komt om de status met de verschillende patiënten te bespreken. Als ik aan de beurt ben toont men eerst medeleven met mijn situatie waarna de cardioloog mij nog even de komende behandeling toelicht; Het komt er op neer dat mij een dotterbehandeling wacht die gecompliceerder is dan normaal omdat de vernauwing op een moeilijke plek zit en al meer dan >95% is, als het niet lukt om met de draad door de vernauwing te komen zal de hele procedure gestopt worden en er opnieuw overlegd moeten worden wat te doen. Een bypass operatie behoort dan alsnog tot de mogelijkheden. Omdat de ingreep sowieso langer duurt dan een normale dotterbehandeling zult u na 14.30 niet mee geholpen worden. De cardioloog besluit met “wij wensen u heel veel succes” en aat mij in opperste verwarring achter. Op dit moment wordt het mij voor het eerst allemaal wat te veel en ik barst in snikken uit…
7e. Het duurt nog tot 13.45 uur voor ik eindelijk aan de beurt ben. Gelukkig wordt ik deze dag toch nog geholpen, maar mijn zelfvertrouwen van die ochtend is al lang verdwenen…
DEEL 8 (waarin de radialis dextra opnieuw zijn dienst bewijst)
“We zijn bijna klaar meneer de Groot” klinkt mij als trompetgeschal in de oren. Ik weet bijna niet meer hoe ik moet liggen van de pijn in mijn onderrug en ik probeer telkens iets te gaan verliggen, voor zover dat mogelijk is op de smalle operatietafel met de enorme zwenkbare röntgencamera vlak boven mijn lijf.
Zojuist heeft de uitvoerend arts na een ruim 2 uur durende dotterbehandeling 3 stents geplaatst op een Y-splitsing in mijn kransslagader. In tegenstelling tot eerdere berichtgeving werd opnieuw alleen vanuit de pols (via de radialis dextra) gewerkt. Dat was de eerste meevaller die ik meekreeg tijdens de operatie (ik zou in eerste instantie via de pols en de lies geholpen worden). Vervolgens bleek dat de draad toch nog redelijk vlot door de ‘stenose’ (vernauwing) ging maar dat de ballonpassage moeilijk was waardoor met meerdere, in grootte oplopende, ballonnen moest worden gewerkt waarna tenslotte, na een tijdelijke afsluiting van de zijtak, de 3 stents waren geplaatst. Het eindresultaat was dat er na de ingreep weer een goede flow en een aniografisch fraai resultaat zichtbaar was.
Als ik na afloop weer naar de zaal wordt gereden giert de opluchting door mijn lijf. Het toeval wil dat ik teruggereden wordt door de dochter van een fietsmaatje die in het ziekenhuis werkt. Zij zal ongetwijfeld gezien hebben dat ik erg opgelucht was. Als ik terug ben op zaal bedank ik haar en vraag haar de groeten te doen aan haar vader. Vervolgens krijg ik een hartelijk welkom van mijn medepatiënten. Als ik op de klok kijk zie ik dat ik 2 uur en een kwartier weg ben geweest, het is nu 16.00 uur en eindelijk. na precies 10 uur mag ik weer wat eten. Het brood smaakt als kaviaar….
“We zijn bijna klaar meneer de Groot” klinkt mij als trompetgeschal in de oren. Ik weet bijna niet meer hoe ik moet liggen van de pijn in mijn onderrug en ik probeer telkens iets te gaan verliggen, voor zover dat mogelijk is op de smalle operatietafel met de enorme zwenkbare röntgencamera vlak boven mijn lijf.
Zojuist heeft de uitvoerend arts na een ruim 2 uur durende dotterbehandeling 3 stents geplaatst op een Y-splitsing in mijn kransslagader. In tegenstelling tot eerdere berichtgeving werd opnieuw alleen vanuit de pols (via de radialis dextra) gewerkt. Dat was de eerste meevaller die ik meekreeg tijdens de operatie (ik zou in eerste instantie via de pols en de lies geholpen worden). Vervolgens bleek dat de draad toch nog redelijk vlot door de ‘stenose’ (vernauwing) ging maar dat de ballonpassage moeilijk was waardoor met meerdere, in grootte oplopende, ballonnen moest worden gewerkt waarna tenslotte, na een tijdelijke afsluiting van de zijtak, de 3 stents waren geplaatst. Het eindresultaat was dat er na de ingreep weer een goede flow en een aniografisch fraai resultaat zichtbaar was.
Als ik na afloop weer naar de zaal wordt gereden giert de opluchting door mijn lijf. Het toeval wil dat ik teruggereden wordt door de dochter van een fietsmaatje die in het ziekenhuis werkt. Zij zal ongetwijfeld gezien hebben dat ik erg opgelucht was. Als ik terug ben op zaal bedank ik haar en vraag haar de groeten te doen aan haar vader. Vervolgens krijg ik een hartelijk welkom van mijn medepatiënten. Als ik op de klok kijk zie ik dat ik 2 uur en een kwartier weg ben geweest, het is nu 16.00 uur en eindelijk. na precies 10 uur mag ik weer wat eten. Het brood smaakt als kaviaar….
DEEL 9 (waarin eind goed al goed blijkt)
Het is 20.00 uur als de verpleegster de strakke met lucht gevulde band om mijn pols verwijderd en daarmee de laatste ongemakken van deze maandag wegpoetst, wat blijft is een klein wondje.
Mijn dochter en schoonzoon zijn net op bezoek geweest en ook zij waren zichtbaar opgelucht na alle spanningen van de voorgaande week.
Nog dezelfde avond hoor ik dat als het hartfilmpje en bloedonderzoek van de volgende dag goed zijn ik nog dezelfde dag weg mag. Yeeeh…met die gedachte viel ik die avond in een diepe slaap om op dinsdagochtend weer vroeg wakker te worden.
Het zou nog een dag worden met veel wachten en geduld hebben alvorens ik de draaideur van het ziekenhuis achter me kon laten.
Allereerst moest er een hartfilmpje gemaakt worden en bloed worden geprikt, dat moest allemaal worden geanalyseerd en vervolgens , bij een oké, konden de ontslagpapieren in orde gemaakt worden.
Ik type dit nu in enkele seconden maar uiteindelijk nam dit nog zo’n 7 en een half uur in beslag.
Mijn dochter en schoonzoon waren mooi op tijd om mij op te halen en samen wachtten we in spanning op de papieren.
Uiteindelijk duurde het nog tot een uur of vier voordat we de documenten hadden en na nog een bezoek aan de ziekenhuisapotheek mocht ik eindelijk weer naar huis…
DEEL 10 (waarin home sweet home echt waar blijkt te zijn)
Dinsdag 3 november 2015, ik wordt ’s morgens wakker in mijn eigen bed, in mijn eigen huis. 10 dagen geleden vertrok ik om 08.25 uur op de fiets van huis en nu ben ik eindelijk weer thuis.
Op mijn mobiel komen de app berichten onafgebroken binnen, iedereen is blij voor me en wil graag zo snel mogelijk langs komen. Kaarten, bloemen en andere gelukwensen vullen de kamer en zelfs Tijger mijn kat toont zich aanhankelijker dan normaal.
Voor mijzelf daalt alles nu pas echt in. 10 dagen geleden ging ik van huis zonder noemenswaardige klachten en nu ben ik een ‘hartpatiënt’. Maar ben ik dan helemaal eerlijk? Was ik al niet eerder bij de huisarts geweest omdat ik mij al ruim een halfjaar een beetje moe voelde? Was er al niet bloed geprikt daarom? Zoekend naar antwoorden moet ik eerlijk zijn dat het eigenlijk helemaal niet zo verrassend was dat dit een keer zou gebeuren. Zowel mijn vader als al mijn broers hebben al problemen met het vaatstelsel gehad, dus waarom zou ik daar van verschoond blijven. Misschien omdat ik als enige altijd gesport heb? Ik denk het niet. Al sinds 2007 heb ik medicatie tegen hoge bloeddruk en een te hoog cholesterol, dus ook bij mij waren de voortekenen al voorzichtig aanwezig. Maar toch, echte waarschuwingen had ik niet gehad terwijl de kransslagaderen toch op een aantal plekken al behoorlijk dichtgeslibd waren.
Op mijn mobiel komen de app berichten onafgebroken binnen, iedereen is blij voor me en wil graag zo snel mogelijk langs komen. Kaarten, bloemen en andere gelukwensen vullen de kamer en zelfs Tijger mijn kat toont zich aanhankelijker dan normaal.
Voor mijzelf daalt alles nu pas echt in. 10 dagen geleden ging ik van huis zonder noemenswaardige klachten en nu ben ik een ‘hartpatiënt’. Maar ben ik dan helemaal eerlijk? Was ik al niet eerder bij de huisarts geweest omdat ik mij al ruim een halfjaar een beetje moe voelde? Was er al niet bloed geprikt daarom? Zoekend naar antwoorden moet ik eerlijk zijn dat het eigenlijk helemaal niet zo verrassend was dat dit een keer zou gebeuren. Zowel mijn vader als al mijn broers hebben al problemen met het vaatstelsel gehad, dus waarom zou ik daar van verschoond blijven. Misschien omdat ik als enige altijd gesport heb? Ik denk het niet. Al sinds 2007 heb ik medicatie tegen hoge bloeddruk en een te hoog cholesterol, dus ook bij mij waren de voortekenen al voorzichtig aanwezig. Maar toch, echte waarschuwingen had ik niet gehad terwijl de kransslagaderen toch op een aantal plekken al behoorlijk dichtgeslibd waren.
Hoe dan ook…..ik ben blij dat het allemaal op tijd is ontdekt en er niet meer schade is aangericht, het had allemaal ook heel anders kunnen aflopen. Daarvoor ben ik iedereen, die zo alert heeft gereageerd op die bewuste zaterdagmiddag bij De Vrolijkheid, dankbaar!
En hoe nu verder?
Voorlopig moet ik even rustig aan doen met hevige inspanningen en zit ik, al dan niet tijdelijk, aan de nodige medicatie vast.
Op dinsdag 17 november volgt de eerste controle afspraak en intake voor de leef-en beweeg revalidatie bijeenkomsten. Ik hoop dat ik op korte termijn weer normaal kan en mag functioneren en vooral weer dat mag doen wat ik zo graag doe : FIETSEN.
Voorlopig moet ik even rustig aan doen met hevige inspanningen en zit ik, al dan niet tijdelijk, aan de nodige medicatie vast.
Op dinsdag 17 november volgt de eerste controle afspraak en intake voor de leef-en beweeg revalidatie bijeenkomsten. Ik hoop dat ik op korte termijn weer normaal kan en mag functioneren en vooral weer dat mag doen wat ik zo graag doe : FIETSEN.
Wat mij betreft zijn jullie van deze toerfietser voorlopig nog niet af ….