Een koude en mistige rit naar de Lemelerberg
Mist over het land, het heeft altijd iets ‘unheimisch’ en griezeligs. Ga maar eens in je eentje een wandeling maken in een mistig bos en je weet wat ik bedoel. Het is niet voor niets dat in de meeste horrorfilms mist een prominente rol speelt. Wie kent niet de thriller The Fog uit 1980 waarin een mysterieuze mist een schip tot zinken weet te brengen.
Toen ik gistermorgen wakker werd voelde mijn dekbed als een open haard en het koste me erg veel moeite om op te staan en mijn fietskloffie aan te trekken. Het was immers alweer een dikke maand geleden dat ik een serieus stuk gefietst had; achtereenvolgens werk, weer, fitheid en andere bezigheden hadden roet in het eten gegooid.
Eenmaal uit bed keek ik snel even door het raam naar buiten en wat ik zag maakte me niet echt vrolijk. Mist en kou, ik overwoog nog even om terug te kruipen in bed maar wist me te vermannen en zocht m’n fietskleding bij elkaar voor een rondje Lemelerberg met de Swolland SSOP groep.
Terwijl we ons tegoed doen aan de seniorenkoffie bij de Mac druppelen er nog een man of vier binnen. De matige opkomst is ongewijfeld te wijten aan de weersomstandigheden, maar ook aan de grote brand op de Diezerkade, want Jan S. bleek de warmte van de vuurhaard te verkiezen boven de kou op de fiets, wij grappen zijn afwezigheid maar weg met de opmerking dat de meeste brandstichters vooraan staan bij het resultaat van ‘hun werk’
Op het moment van vertrek lees ik op de temperatuurmeter een buitentemperatuur van -4,1 graad. Dat, in combinatie met de mist, betekent uitkijken voor gladheid. Uit ervaring weet ik dat het soms verradelijk glad kan zijn op plekken waar je het net even niet verwacht.
Eenmaal op weg blijkt dat de doorgaande fietspaden echter goed dooi zijn waardoor ik mijn waakzaamheid al snel verlies, met gevolgen. Bij het kantoor van Craft, onze kleding leverancier, moet ik rechtsaf richting het fiespad langs het Almeloos kanaal en daar gaat het toch weer mis.
Van het ene op het andere moment glijd de fiets onder mij vandaan en val ik opnieuw op mijn ‘favoriete’ heup, links. Als ik val val ik altijd op mijn linkerheup en het is eigenlijk een wonder dat deze überhaupt nog functioneert. Al mopperend (en dan druk ik mij redelijk bescheiden uit) stap ik weer op en fiets door naar de McDonalds. Daar aangekomen komt ook Arnold van B. aangefietst, al net zo mopperend als ik want ook hij is bij vertrek al onderuit gegaan, ik voel met ‘m mee…..
Terwijl we ons tegoed doen aan de seniorenkoffie bij de Mac druppelen er nog een man of vier binnen. De matige opkomst is ongewijfeld te wijten aan de weersomstandigheden, maar ook aan de grote brand op de Diezerkade, want Jan S. bleek de warmte van de vuurhaard te verkiezen boven de kou op de fiets, wij grappen zijn afwezigheid maar weg met de opmerking dat de meeste brandstichters vooraan staan bij het resultaat van ‘hun werk’
Met zes heren gaan we uiteindelijk op weg, Ruud W., Arnold van B., Jan C. en drie Hanzen; M,K en ikzelf.
De overgang van racefiets naar MTB is, in ieder geval wat mij betreft, altijd weer groot. Andere zit, andere bandenspanning, andere ondergrond. Waar het rijden op de racefiets vaak meer op souplesse gaat, is het op de MTB meer werken om vooruit te komen. Dat in combinatie met een maand niet fietsen zorgt ervoor dat het niet vanzelf gaat tijdens deze rit. Ondanks dat de eerste onverharde gedeelten pas na een kilometer of 10 onder de wielen door rollen moet ik behoorlijk werken om in een bepaald ritme te komen, iets wat uiteindelijk de hele tocht zal duren…
Net voor de Lemelerberg splist het groepje zich door de helft, 3 man gaan voor de langere versie terwijl Ruud, Jan en ik voor de kortere en iets makkelijker route kiezen. Over de weg beklimmen we de berg om bovenop de bospaden op te zoeken. De beklimming over de weg gaat zeker niet vanzelf en ik ben blij dat ik boven ben en even kan uitpuffen. Een maand inactiviteit eist ontegenzeggelijk zijn tol.
Het MTB parcours op de Lemelerberg ligt er goed bij, al is het behoorlijk stuiteren over de vele boomwortels op de singletracks. Tot aan Nieuwe Brug werken we ons door het parcours en het vooruitzicht op de warme koffie bij het gelijknamige café-restaurant zorgt voor een extra boost.
Binnen is het behaaglijk warm en ondanks dat Sint Nicolaas het land nog moet verlaten heerst de kerstman al volop bij de Nieuwe Brug. Een witte kerstboom vormt het middelpunt van de gezellige maar hier en daar ook wel ietwat kitscherige uitstalling aan kerst-prullaria. Eeuwige sneeuwval op een mega tv-scherm zorgt voor het ultieme wintergevoel, mocht je dat met je koude handen en voeten nog niet hebben….
Eerder aangekomen dan de andere drie heren hebben wij ook iets meer tijd om op temperauur te komen en onder het genot van de warme koffie, een speculaasje (hoe kan het anders) en de appeltaart wachten wij de komst van het andere drietal rustig af.
Als iedereen uiteindelijk gearriveerd en van koffie etc voorzien is wordt het nog echt gezellig in deze feestelijke ambiance. Echter, gezellig of niet, uiteindelijk wacht toch weer de kou en mist, die van geen wijken wil weten. Eenmaal weer buiten zijn de kerstgedachten weer snel verdwenen als we ons een weg banen over onverharde wegen en zompige graszoden. Ergens in het bos achter Huis het Laar passeren we nog een spekglad bruggetje waar ik een tweede val van de dag maar ternauwernood kan vermijden (volgens Hans K. dankzij mijn atletische lijf…..). Vervolgens fietsen we via de stuw bij Oudleusen richting Dalfsen waar we het besluit nemen om een andere route huiswaarts te nemen dat in eerste instantie gepland en via de brug bij Dalfsen gaan we weer richting Hoonhorst waar we eerder die dag ook al op de heenweg gepasseerd zijn.
Uiteindelijk bereiken we Zwolle weer via Berkum, waar eerst Jan en iets later Hans K. afscheid nemen, ikzelf doe dat iets verderop bij de sportvelden van v.v. Berkum waar de overige drie rechts afslaan richting AA-Landen.
De laatse 6 kilometer fiets ik solo via de Wipstrik en Assendorp weer richting Zwolle-zuid. Wat me opvalt is dat ik enorm zware benen heb op dat laatste stuk en dat, terwijl er nauwelijks echt wind staat (anders immers geen mist), ik het gevoel heb alsof ik met tegenwind tegen een heuvel op fiets. Nee, de overgang naar de MTB heb ik duidelijk nog niet helemaal gemaakt, daarvoor heb ik er nog te weinig op gezeten. Ook de omstandigheden zullen ongetwijfeld een aandeel hebben gehad in het totale gebrek aan ritme tijdens deze tocht.
Eenmaal liggend in een warm bad blijkt er weer een behoorlijke schaafwond op de linkerheup te zitten, maar dat heelt wel weer en wat het ritme betreft ook dat zal ongetwijfeld weer terug komen in de komende maanden, tenminste als het weer een beetje meezit…