Trainen op de bultjes van de noord Veluwe
Het zijn geen Alpen of Pyreneeën. Geen Cauberg of Camerig. Zelfs aan de Posbank kunnen ze niet tippen, maar toch kunnen die bultjes net ten zuiden van Hattem je beenspieren best even pijn doen. Of het nu de Burgemeester Honcoopslaan is, de Molenweg of de Knobbel, je moet omhoog fietsen en dat is wezenlijk anders dan over een vlakke weg.
Elk jaar, begin april, gaan we met Swolland een paar uurtjes fietsen op de Noord Veluwe en noemen dat dan de ‘Trainingsrit Hattem’. Dit jaar trainen we natuurlijk voor het Buitenlandweekend en de Alpenweek dus elke hoogtemeter is dan mooi meegenomen.
Omdat mijn buurman, Henk G., de grote man is achter de Trainingsrit Hattem en we met meerdere groepen in verschillende snelheden fietsen, rij ik al een paar jaar de 25 km/h groep voor. Dat is zelfs voor iemand met mijn klimcapaciteiten goed te doen en door het kopwerk voelt het ook echt als een goede training.
Bij de start bleek er voor de 25 km groep de meeste belangstelling. Ik spreek liever van de 25+ km groep dan van de ‘langzame’ groep dat klinkt wat minder negatief. Overigens is snel en langzaam natuurlijk een relatief begrip.
Voor de 30+ groep bleek zo weinig belangstelling dat er uiteindelijk alleen een 25+ en 28+ groep van start ging waarbij dient te worden aangetekend dat bij navraag het tempo bij de 28+ groep behoorlijk boven de 30 km/h lag zodat er dus eigenlijk een 25+ en een 30+ groep onderweg was.
In de week voor de Trainingsrit was het nog even spannend of ik de tocht überhaupt kon fietsen omdat ik dinsdagochtend uit bed kwam met een serieuze rugpijn waardoor ik voor de midweekse ‘Politietocht’ helaas moest passen. Na een paar dagen pijnstillers kwam het gelukkig net op tijd goed en vanaf vrijdagochtend leek ik te zijn herrezen, terwijl pasen toch al voorbij was..
Zaterdagochtend nam ik voor alle zekerheid toch nog maar een paar pijnstillers in en fietste monter richting de start. Ondanks het feit dat de koude deze dagen uit ons land werd verdreven had ik toch niet ‘bezuinigd’ op de kleding, beter iets uit doen onderweg dan tekort komen.
Mede dankzij de goede weersvoorspellingen blijken ongeveer 25 liefhebbers de kuiten te willen testen op de Veluwse bultjes. Een mooie opkomst en na een kopje koffie en de openingstoespraak van de toerleider konden we op weg.
Samen met Ruud W. zet ik mij op kop en vertrekken we richting de zuidkant van de stad.
De eerste stijging ondervinden we bij de fietsbrug in Westenholte en daar waren de benen nog even niet op voorbereid en terwijl ze langzaam volliepen zie ik tot overmaat van ramp aan de linkerzijde ook nog de gebouwen van mijn werk opdoemen. Niets ergers dan tijdens je welverdiende weekend ook nog met je werkgever te worden geconfronteerd. Gelukkig weet ik me snel te vermannen en fietsen we verder richting de hoogtemeters…
Die komen we al vrij snel tegen want na een kilometer of 13 als we bij landgoed Molecaten het fietspad richting De Leemcule opdraaien. Gelukkig kom ik hier lekker naar boven en halverwege moet ik even inhouden om de rest bij te laten komen, best een lekker gevoel.
Hier moet ik even een toelichting geven omdat het verhaal vanaf hier wellicht anders geintepreteerd kan worden dan de bedoeling is; ik sla mij normaal gesproken niet snel op de borst, kapsones is mij vreemd en op de voorgrond treden is ook niet echt mijn ding. Toch zal ik in het vervolg van dit verslag mijzelf meerdere malen een stevige veer in den poepert steken en dan zult u zich afvragen, geachte lezer dezes, waarom dan wel? Omdat het moest van Gerhard H. en omdat Gerhard gezag uitstraalt heb ik mij maar te voegen in deze…
Als we boven bij De Leemcule komen slaan we linksaf terwijl we even temporiseren om iedereen te laten aansluiten. Daarna maken we in een paar kilometer snel een behoorlijk aantal hoogtemeters door het beklimmen van de vele leuke weggetjes in de Oranjebuurt van Hattem. Tijdens die klimmetjes voelen mijn benen goed en het klimmen gaat best lekker ondanks het reeds gedane kopwerk op weg naar Hattem.
Op kop fietsen is iets wat mij altijd best wel een beetje angst inboezemt, een echte krachtpatser ben ik immers niet (sorry Gerhard) en sinds de haroperatie is dat gevoel er niet echt beter op geworden maar om met een modern Nederlands gezegde te spreken “soms bi’j te bange” en vandaag gaat het best goed.
In Wapenveld aangekomen neem ik even de tijd om mij van wat kleding te ontdoen omdat het dankzij de inspanningen nu toch wel wat warm begint te worden. Via geaccidenteerde fietspaden klimmen we weer de Veluwerand op om uit te komen op de Kamperweg richting de Nieuwe Zuidweg. Die fietsen we ongeveer tot halverwege over alvorens we weer de fietspaden opzoeken en via de Ossenstal en het daarachter gelegen Ossenweg-fietspad richting de Knobbel fietsen. Dat fietspad achter de Ossenstal is er één van de treiterige soort, je denkt dat het niets voorstelt maar ondertussen gaat het gestaag omhoog en moeten de bovenbenen even serieus aan het werk. Ook hier geef ik echter geen krimp en op de macht stoemp ik lekker door. Daarna volgt De Knobbel. Tot boven is het vrij rijden en ik besluit om de naam van de Trainingsrit even alle eer aan te doen en probeer, staand op de pedalen, in één stevige ruk naar boven te fietsen. Dat plan lukt voor 75%, even onder de top moet ik toch terug in het zadel. Maar hé, ook nu voelen de benen nog goed en als iedereen weer is aangesloten dalen we lekker richting de koffie in ’t Harde. Hier haal ik bijna 60 km/h in een werkelijk fantastische stijl (zo goed Gerhard?).
Als we bij de pauzelocatie aankomen blijken de mannen en vrouwen van de 28+ groep al gearriveerd en gezamenlijk genieten we van de koffie en de appeltaart al dient gezegd dat het allemaal wel een beetje chaotisch bediend werd. Gelukkig smaakte de koffie goed en kon de appeltaart er mee door waarmee we weer wat energie rijker waren voor de terugtocht.
Na het afrekenen vertrokken de 28-plussers richting het Veluwemeer en togen wij in de tegenovergestelde richting terug naar de Knobbel, die we nu dus vanaf de lange zijde gingen beklimmen. Met inmiddels Hennie H., samen met Jeannette M. en Loes S d’A. overgekomen van 28+ groep, aan mijn zijde aan de kop van de groep.
Deze kant van de Knobbel ligt mij altijd een stuk slechter, vraag me niet waarom. Halverwege het steilere gedeelte verzuur ik altijd en ook nu ontkom ik niet aan dat lot waardoor ik al snel de helft van de groep voorbij zie komen. Gelukkig volgt al snel weer de afdaling en eenmaal onderaan kan ik mijn werk als kopman weer oppakken.
Met de zuidoostenwind tegen fietsen we de Elburgerweg af richting Epe en via die plaats zoeken we uiteindelijk de IJsselvallei op om bij Veessen het fietspad door de nieuw gegraven hoogwaterboezem te pakken. Nog altijd kan ik mijn taak op kop gedisciplineert uitvoeren ondanks dat de wind soms behoorlijk tegenwerkt.
Ergens in het uitgestrekte gebied tussen Wapenveld en Marle is het Frits M. die mijn dadendrang een halt toe roept. Hij krijgt als enige vandaag een lekke band en geeft ons daarmee, onbedoeld, even de gelegenheid om in alle rust te genieten van de zon en de lekkere temperaturen. Jeanette doet daarbij even een dutje in het gras, Loes doet haar benen uit en ikzelf neem ook de gelegenheid te baat om mijn door de winter geteisterde witte kuiten aan de openbaarheid prijs te geven. Verder worden er enkele kwinkslagen geuit, wordt er een praatje gemaakt met de bestuurder van een busje, die zijn Mechelse herder zoekt en in de lucht kwinkeleren de vogels in de lentezon. Zo’n dag is het…
Als het bandje van Frits is gewisseld en er een paar bar aan verse wind in is gegaan kunnen we weer verder. Met de zuidenwind in de rug wordt nog even een verzoek van Gerhard ingewilligd, namelijk de kilometerteller boven de 40 km/h te laten oplopen. Een verzoek van Gerhard leg je immers niet zo maar naast je neer en mijn benen wilden nog best meedoen dus waarom niet.
Via de uiterwaarden van de IJssel bij Hattem, met uitzicht op de restanten van de oude IJsselcentrale, fietsen we verder richting Zwolle waar we uiteindelijk na ongeveer 90 km en de laatste hoogtemeters op de rode Hanzebrug aankomen. Aan de Zwolse zijde van de IJssel gaat ieder zijns weegs en ga ik, met nog een aantal mannen, nog even een hersteldrankje halen bij Krisman in Het Engelse Werk.
De Trainingsrit Hattem zit er weer op en wat mijzelf betreft; het ging heerlijk, zelfs na 90 km op kop en bijna 400 hoogtemeters voelden de benen nog fris aan. Met een goed gevoel fiets ik uiteindelijk , tegen de wind in, weer naar huis. Ik kan eigenlijk best wel een stukkie fietsen…
Tevreden Gerhard?
Via de SSOP groeps app blijken ook de heren van de 28+ groep weer heelhuids en zonder technisch malheur thuisgekomen te zijn en kunnen we met z’n allen terugkijken op een meer dan geslaagde Trainingsrit Hattem.
Weer een mooi verhaal. Over twee weken naar de weerribben.
Kopman zijn van een aardig grote groep, goede benen hebben en dan ook nog een mooi verhaal weergeven, dat kan niet anders dan een goed gevoel geven.
Toch vond ik het klimwerk wat tegenvallen. “Vroeger” was de rit tussen de 60/70 km met veel klimwerk in de villawijk van Hattem, nu minder maar wel verder een mooie iets langere tocht. Dank daarvoor.
Minder klimwerk lijkt relatief te zijn Harry. Hieronder mijn GPS hoogtemeters van de laatste 4 deelnames;
2014 = 315 hm
2015 = 298 hm
2017 = 342 hm
2018 = 378 hm
Wellicht had jij ook hele goede benen en vielen de hoogtemeters helemaal niet op!