Zwolle – Rome, een solotocht van 2270 km (deel 1)
Onderstaand volgt het verkorte verslag van mijn fietsreis van Zwolle naar Rome in de zomer van 2013. Voor die gelegenheid had ik destijds een reisverslag gemaakt via Reismee.nl. Helaas is dat verslag na een server-crash geheel verloren gegaan. Daarom heb ik getracht om de reis aan de hand van mijn aantekeningen en fotoboek opnieuw samen te vatten en in 2 delen te publiceren. Deel 1 betreft het eerste gedeelte tot en met de passage van de Alpen en deel 2 beschrijft de rest van deze solotocht via Bologna, Florence en Siena naar de Eeuwige Stad.
Vertrek
Ik had het al heel lang in de m’n agenda staan, het fietsen van de Reitsma Route van Amsterdam naar Rome. Velen gingen mij al voor en in juni 2013 was het eindelijk zover dat ook ik uit Zwolle vertrok voor deze monster fietstocht.
Mijn aandacht voor deze route werd voor het eerst getrokken toen ik eens aan het googelen was op solo fietstochten en de site van Hans Reitsma tevoorschijn kwam. Behalve veel informatie over de route stonden er ook reisverhalen van eerdere deelnemers op, en al lezende werd ik steeds enthousiaster om dezelfde tocht ook te gaan doen en wel solo.
Nadat eerdere plannen strandden door persoonlijke omstandigheden werd gaandeweg het jaar 2012 mijn doel steeds duidelijker; in 2013 moest het gaan gebeuren en vanaf de zomer van 2012 ben ik begonnen met het plannen van mijn fietsreis van Zwolle naar Rome.
Allereerst moest er vrije tijd komen, veel vrije tijd en daarvoor moest ik bij de baas zijn. Gelukkig deed ik al een aantal jaren mee aan het levensloopplan en van daaruit kon ik 7 weken vakantie bekostigen. Vervolgens moest ik beslissen op welke fiets ik zou gaan, de racefiets viel af in verband met logistieke problemen (bagage) en daarom besloot ik een echte reisfiets aan te schaffen, een Santos Travelmaster uitgevoerd in blauw en zwart.
Tenslotte besloot ik om de hele rit in hapklare brokken op te delen en te plannen van hotel naar hotel om zodoende in ruim 4 weken Rome te kunnen bereiken.
De start was gepland op de 1e dag van de zomer van 2013, 21 juni wel te verstaan.
Nederland:
De eerste etappe had ik helemaal zelf gemaakt en ging van mijn woonplaats Zwolle naar Nijmegen over ruim 110 kilometer. Omdat ik er altijd van uit was gegaan dat ik vast prachtig zomerweer zou hebben, had ik de route via een aantal toeristische omwegen gepland. Helaas was er niets zomers aan het weer bij mijn vertrek, sterker nog… het was ronduit herfst.
Met een krachtige tegenwind uit zuidwestelijke richting vertrok ik de ochtend van de 21e juni richting Nijmegen en via Wijhe, Olst, Terwolde, Wilp, Klarenbeek, Eerbeek, Dieren, de Posbank, Rheden, Lathum, Huissen en Bemmel bereikte ik mijn eerste overnachtingsadres in Nijmegen zuidoost.
De volgende dag stond geheel in het teken van het concert dat Bruce Springsteen gaf in Nijmegen en pas op zondagochtend trok ik verder via het heuvelachtige gebied ten zuiden van Nijmegen en langs de Maas richting noord Limburg. Opnieuw stond er een zeer harde zuidenwind en was het ronduit fris te noemen. Na ongeveer 120 km was ik blij om aan te komen bij mijn B&B in Vlodrop, ten oosten van Roermond. Daar vond ik een goed onderkomen voor de nacht alvorens ik de volgende dag Duitsland in zou fietsen.
Duitsland:
Duitsland bereikte ik de volgende morgen al na een paar kilometer en dat feit gaf het gevoel nu pas echt op reis te zijn…
50 km lang ging de route over een gravel pad langs de Roer/Rur en over de Zülpicher Börde (een uiterst landelijk plateau met de contouren van de Eifel aan de einder). Eindbestemming was die dag Euskirchen, een niet heel bijzondere stad waar ik in een eenvoudig hotel de nacht doorbracht.
Het weer was ook deze dag bewolkt en fris, maar de hoop op beter weer hield mij op de fiets. Eens moest het toch beter worden?
Op dag 4 was dat zeker nog niet het geval. Bij het openen van de gordijnen wist ik al hoe de vlag er die dag bij zou hangen; triest en nat weer. Tijdens een vrij lange en redelijk steile afdaling bereikte ik in werkelijk hondenweer de majestueuze Rijn waar ik met verkleumde vinger mijn fotocamera posteerde voor een plaatje…
“Bij het openen van de gordijnen wist ik al hoe de vlag er die dag bij zou hangen;
triest en nat weer”
Na een warme kop koffie met een broodje in één van de vele horeca gelegenheden aan de Rijn kwam ik weer langzaam op temperatuur en kon ik mijn reis verder vervolgen richting mijn volgende overnachtingsplaats, Andernach.
De volgende dagen ging mijn tocht bijna geheel evenwijdig aan de Rijn en via Koblenz, St.Goar, Bacharach en andere welluidende Rijnsteden kwam ik op de regenachtige 6e dag aan in Osthofen waar ik mijn onderkomen vond in een oude hoeve met biergarten. De volgende dag zou ik afscheid nemen van de Rijn en ik besloot dat feit te vieren met een paar biertjes in diezelfde biergarten.
Pas op de 8e dag werd ik vergezeld door een vriendelijk zonnetje, terwijl ik door enkele grotere plaatsen fietste zoals Ludwigshafen en Worms. Bij Speyer fietste ik voor (voorlopig) de laatste keer de Rijn over en trok verder het Duitse binnenland in, meer en meer richting het zuiden en de onvermijdelijke heuvels en nog later echte bergen.
In Bad Schonborn lag mijn hotel en die middag zat ik zowaar in een vriendelijk zonnetje op het terras, het zou vreugde van korte duur blijken…
De volgende ochtend regende het weer pijpenstelen en onweerde het zelfs toen ik aan het ontbijt zat. Na een uurtje wachten op een droog moment besloot ik toch maar te vertrekken, maar na 2 uur ploeteren door regen en plassen besloot ik in Bretten de trein te pakken naar Weil der Stadt. In die plaats had ik een hotel geboekt. Gelukkig werd ik op het station van Bretten en later in Stuttgart fantastisch geholpen door een jongedame en een jonge Duitse student. Soms kan een beetje hulp erg welkom zijn.
Schwabische Alb
De eerste echte klim in mijn tocht naar Rome was de Schwabische Alb in Zuid Duitsland, tevens was het tijdens de etappe tussen Weil der Stadt en Sigmaringen eindelijk eens mooi weer. Goed voor de moraal…
Die ochtend vertrok ik onder een heerlijk zonnetje bij weinig wind voor de rit richting Sigmaringen. Het werd de mooiste etappe tot dan toe, mooie natuur (o.a. natuurpark Schönbuch) en idyllische plaatsen zoals Tübingen.
In Tübingen genoot ik van heerlijke koffie met een warme wafel. Extra calorieën voor wat er komen ging. Na vertrek uit Tübingen volgde al snel de beklimming van de Schwäbische Alb, een klim naar 740 meter hoogte van 4-7%
Nog voor de klim begon ontdekte ik dat de weg naar boven was afgesloten wegens wegwerkzaamheden, maar onder het motto ‘wie niet waagt, die niet wint’ begon ik de te klimmen. Het werd een voorspoedige klim ondanks de 20 kilo bepakking achterop de fiets en boven aangekomen overviel mij toch een gevoel van trots.
Helaas volgde er geen beloning in de vorm van een mooie afdaling omdat ik was aangekomen op een plateau. Uiteindelijk arriveerde ik 40 km verderop in Sigmaringen waar ik mijn eerste rustdag had gepland.
De volgende ochtend werd ik uitgerust wakker. Opnieuw was het heerlijk weer en een dagje slenteren door het fraaie Sigmaringen was zeer zeker geen straf na 10 dagen fietsen in slecht weer.
Ik begon de dag in een internetcafé in het centrum om, onder het genot van een lekkere kop koffie mijn verslagen bij te werken en het thuisfront weer op de hoogte te brengen. De was hing toen al lekker te drogen in de tuin van de B&B.
De hele dag vermaakte ik mij een beetje rond de oude stadkern met zijn mooie burcht. Ik dronk een biertje en verwende mezelf op overheerlijk Italiaanse ijs. In de middag keek ik op mijn kamer naar de Tour de France om later weer terug te keren in het stadje om te gaan eten bij de plaatselijke Chinees.
Die avond ging ik op tijd naar bed, lekker uitgerust van een dag niet fietsen en weer met nieuwe energie voor de pittige dagen die in het verschiet lagen. De Alpen waren hemelsbreed niet zo heel ver meer van mij verwijderd.
De volgende ochtend was het plan om weer op tijd te vertrekken in de wetenschap dat het opnieuw een mooi dag zou worden voor wat het weer betrof. De route zou lopen tot aan het Bodenmeer.
De laatste volle fietsdag in Duitsland was er één om in te lijsten. Prachtig weer, een mooie fietsomgeving en goede benen. Na een mooi begin langs de Donau kwam ik al gauw via uitgestrekte en licht glooiende velden bij de ‘Höchsten’, het hoogste punt in de omgeving met, onder de gegeven omstandigheden, een mooi uitzicht over de Bodensee in de verte. Met dat uitzicht op m’n netvlies verwende ik mij nog eens extra met een aardbeienbeker met slagroom op het terras van een café-restaurant. Vervolgens liet ik mij lekker afzakken naar de Bodensee waar ik in het plaatsje Nonnenhorn zou overnachten.
Het was druk aan de Bodensee, veel fietsers ook. Aan het eind van de middag genoot ik van een welverdiend biertje aan de waterkant alvorens te gaan eten in het hotel. Die avond at ik als nooit tevoren tijdens deze fietsvakantie, heerlijke gerechten en dito wijn. Waar een fietser al niet blij van wordt!
“De laatste volle fietsdag in Duitsland was er één om in te lijsten.
Prachtig weer, een mooie fietsomgeving en goede benen”
Na een zwoele warme avond aan het water begon tegen 22 uur de lucht te betrekken en verdwenen de toppen van de voor-Alpen langzaam in de wolken. De volgende dag zou ik al voorzichtig richting de echte bergen fietsen, maar eerst moest deze dag nog afgesloten worden met een knetterend onweer. Het was weer even gedaan met het mooie weer.
Oostenrijk
Het was droog toen ik de volgende ochtend op pad ging richting de Oostenrijkse grens. Een korte etappe zou het die dag worden, helaas bleef het niet lang droog.
Nog voor ik de Bodensee achter me had gelaten begon het alweer te sputteren en het zou de rest van de dag niet meer droog worden. Inmiddels was ik Oostenrijk binnen gefietst en aan beide kanten van het fietspad rezen nu de bergen omhoog, de toppen gehuld in een donkere wolkenmassa. De route liep vooral langs de sterk gekanaliseerde Rijn richting Feldkirch in Vorarlberg.
Ik maakte éénmaal een koffiestop bij een Imbiss en voor de rest probeerde ik zo snel mogelijk in Feldkirch te komen. In het hotel aldaar kwam ik zeiknat binnen en als ik die avond ergens iets ga eten ga ik gekleed in een gala-regenpak. Een dag om snel te vergeten, ik had me mijn eerste kilometers in Oostenrijk heel anders voorgesteld. Die avond dook ik snel onder de wol want de andere dag wachtte de Arlberg pas, het serieuze werk stond te beginnen.
De Arlbergpas (1793 meter)
Er scheen zowaar een waterig zonnetje toen ik de volgende morgen weer verder trok en Feldkirch verliet op weg naar St. Anton Am Arlberg. Als je het zo schrijft is het ‘just another day on the bike’ maar het zou de etappe worden waarin ik het hoogste punt van de hele tocht zou bereiken. Een serieuze inspanning voor een anti-klimmer als ik toch ben. De eerste 30 kilometer tot aan Bludenz zijn relatief vlak en er heerst zowaar een lekker temperatuurtje. In tegenstelling tot een dag eerder zijn nu ook de bergtoppen zichtbaar, waardoor mijn hart toch een beetje in mijn keel begint te kloppen. Daar moest ik toch overheen zien te komen…
Als ik het Klostertal in fiets voelt de lucht warmer aan, behaaglijk zelfs. Voor de echte klim begint drink ik nog even koffie bij een café en sla nog wat proviand in en dan begint de inspanning op weg naar de top van de Arlbergpass. Met mijn volle bepakking ploeter ik naar boven en vooral op de steilere stukken moet ik soms even stoppen om op adem te komen terwijl het zweet onder mijn petje wegvloeit. Ondertussen raakt het weer bewolkt en net op het moment dat ik de top bereik begint het weer te sputteren. Trots op de geleverde prestatie drink ik een Ice tea bij een Imbiss, maak wat foto’s om vervolgens af te dalen naar mijn overnachtingsplaats St. Anton Am Arlberg. Bij het hotel word ik zeer gastvrij ontvangen, in deze wintersportplaats zijn ze blij met elke hotelgast in de zomer. St. Anton is het alpineski mekka van de wereld en in de zomer zijn er dan ook aanmerkelijk minder toeristen, tel daar de gestaag neervallende regen bij en de uitgestorven straten zijn verklaard. Ik verwen me die avond met een groot bord frites met een currywürst, welverdiend vond ik.
Ploeteren op de Reschenpass (1405 meter)
Stel…je bent geen begenadigd klimmer en je wordt wakker na de dag waarop je je eerste Alpenpass hebt bedwongen met je 25 kg bagage, enig idee hoe dat voelt? Laat ik het zo zeggen; ik was weleens fitter wakker geworden…
De tweede dg in de Alpen wachtte mij opnieuw een behoorlijke klim; de Reschenpass met 1405 meter een stuk minder hoog dan de Arlbergpass maar nog altijd een on-Hollandse hoogte. De benen voelden dus ook niet geweldig en al met al betekende dat een zware dag op de fiets. Wat wel mooi was, was het weer en de omgeving. Prachtige berglandschappen en snelstromende rivieren zorgden voor heel veel mooie plaatjes, ook daar doe je zoiets voor natuurlijk.
Na het vertrek uit St. Anton ging de tocht lang door een landelijk dal langs de Inn en ik kwam zelfs nog een klein stukje door Zwitserland. Na een lekker dalend begin van zo’n 25 km fietste ik langzaam maar zeker richting de pass. Onderweg passeerde ik plaatsen als Prutz, Ried en Pfunds alvorens ik de voet van de Reschenpass bereikte. Gelukkig kon ik voor ik aan de klim moest beginnen eerst nog even pauzeren bij een kleine imbiss en met voldoende brandstof begon ik aan de klim van ongeveer 6 km aan gemiddeld 7%. Inmiddels was de temperatuur behoorlijk opgelopen en al bij de eerste de beste haarspeldbocht liep het zweet in straaltjes van mijn lijf, pittig.
Ook de rest van de klim ging moeizaam en bij de bochten 8, 5 en 2 moest ik van de fiets om even op adem te komen. Gelukkig bereikte ik na een kleine drie kwartier de top waar, oh zaligheid, een slimme familie heeft bedacht om maar een restaurant neer te zetten. Ondanks dat ik bijna bij mijn overnachtingsadres in Nauders ben besloot ik toch maar eerste even op krachten te komen met een biertje en een bord goulashsoep, welverdiend.
Die avond genoot ik vanaf het balkon van het hotel van het prachtige Alpenlandschap, moe maar erg voldaan en met de gedachte dat ik de volgende dag Italië in zou fietsen. Twee weken nadat ik Zwolle in herfstachtige omstandigheden had verlaten zou ik aankomen in het land waar mijn eindbestemming lag met hopelijk heel veel mooi weer.